ECLI:NL:RBDHA:2014:6516
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verlenging verblijfsvergunning regulier wegens verplaatsen hoofdverblijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2014 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor verlenging van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking 'voortgezet verblijf'. De eiser had op 13 juni 2013 een aanvraag ingediend, die op 9 oktober 2013 door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie werd afgewezen. Het bezwaar van de eiser tegen deze afwijzing werd op 3 februari 2014 ongegrond verklaard, waarna de eiser beroep instelde. Tijdens de zitting op 15 mei 2014 was de eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank overwoog dat de afwijzing van de aanvraag was gebaseerd op het feit dat de eiser zijn hoofdverblijf buiten Nederland had gevestigd. Dit werd onderbouwd door het feit dat de eiser op 14 mei 2012 was uitgeschreven uit de gemeentelijke basisadministratie en sindsdien niet meer geregistreerd stond. Daarnaast had de eiser in het verleden meerdere keren niet tijdig om verlenging van zijn vergunning gevraagd en niet tijdig gereageerd op verzoeken om leges te voldoen. De rechtbank concludeerde dat de door de eiser ingebrachte verklaringen van vrienden en kennissen niet voldoende objectief bewijs boden om aan te tonen dat hij zijn hoofdverblijf niet buiten Nederland had verplaatst.
Op basis van deze overwegingen oordeelde de rechtbank dat de staatssecretaris op goede gronden had besloten de verblijfsvergunning niet te verlengen. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. A.W. Ente, in tegenwoordigheid van griffier S.A.K. Kurvink, en een afschrift van de uitspraak werd op dezelfde dag aan de partijen verzonden. Tegen deze uitspraak staat binnen vier weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.