Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
opzettelijkin gevaar heeft
willenbrengen. Van belang is of objectief bezien door de brandstichting gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of zwaar lichamelijk letsel was te duchten. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
of omstreeks24 augustus 2013 te Schoonhoven opzettelijk brand heeft gesticht in een kamer van zijn woning aan de [adres 1], immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk
(met behulp van een brandende lucifer) een kussen en/ofeen bed
, althans een goed, dat zich in genoemde kamer bevond,in brand gestoken
, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met dat kussen en/of bed, althans met (een) brandbare stof(fen)/goed,ten gevolge waarvan een deel van
dat kussen en/ofdat bed
en/of een muur en/of een topmatras en/of een boxspring en/of beddegoed geheel ofgedeeltelijk is
/zijnverbrand
, in elk geval brand is ontstaan,terwijl daarvan gemeen gevaar voor die kamer en
/of (overige goederen in
)de woning waarin die kamer zich bevond en
/ofeen
(of meer)aangrenzende woning
(en)en
/ofde goederen die zich in die aangrenzende woning
(en)bevonden,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen,en
/oflevensgevaar voor de bewoner
(s
)van de aangrenzende woning
(en), althans voor een ander of anderen,
4.De strafbaarheid van de feiten
5.De strafbaarheid van de verdachte
onderzochte lijdt aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de vorm van een depressie in engere zin, met door die depressie verscherpte afhankelijke en vermijdende persoonlijkheidstrekken.”
Geadviseerd wordt onderzochte te beschouwen als verminderd toerekeningsvatbaar voor het ten laste gelegde.”
6.De strafoplegging
Ten tijde van het ten laste gelegde was sprake van een depressie met psychotische kenmerken en van alcoholintoxicatie door incidenteel alcoholmisbruik.(…)”
Het ten laste gelegde is deels voortgekomen uit ontremming door alcoholintoxicatie, deels uit eerder grotendeels verdrongen boosheid en krenking van onderzochte na zijn echtscheiding. Het ten laste gelegde is deels ook voortgekomen uit psychotische kenmerken van zijn depressie, met name ziekelijke achterdocht en nihilisme, versterkt door gehoorshallucinaties.”
De kans op recidive is in beperkte mate verhoogd door de mogelijkheid van nieuwe of hernieuwde depressieve episoden met mogelijk gedragsstoornissen en impulscontroleverlies.”
De recidiefkans kan verder worden beperkt door voortzetting van psychiatrische behandeling van onderzochte en maatschappelijke begeleiding onder toezicht van de reclassering."
Geadviseerd wordt de recidiefkans te verlagen door het opleggen van een (deels) voorwaardelijke straf met proeftijd onder toezicht van de reclassering, met bijzondere voorwaarden die onderzochte verplichten mee te werken aan opname in en nazorg vanuit een forensisch psychiatrische afdeling en aan maatschappelijke begeleiding onder toezicht van de reclassering.”
Met behulp van RISc schatten wij in dat er sprake is van een laag/gemiddelde kans op
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) MAANDEN;
3 (drie) MAANDENniet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
drie jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;