Eiser heeft terecht gesteld dat hij tijdens de hoorzitting van 28 augustus 2013 niet met de informatie van de Justitiële Informatiedienst is geconfronteerd. Echter, hij is hierdoor niet in zijn belangen geschaad nu het een klein onderdeel betreft van de gehele belangenafweging en hij hierop in beroep uitgebreid heeft kunnen reageren. Blijkens het bestreden besluit heeft verweerder het antecedent van eiser - hij heeft in 2009 een transactievoorstel van € 100,-- aanvaard wegens heling - slechts als één van de omstandigheden in de hier bedoelde belangenafweging betrokken en is het niet van doorslaggevend belang zoals eiser veronderstelt. Het beroep op de diverse nationale en internationale uitspraken slaagt om die reden niet. Hierbij is van belang dat verweerder aan de hand van de in het bestreden besluit genoemde “guiding principles” uit de arresten Boultif en Üner, een uitgebreide afweging heeft gemaakt. Daarbij zijn de geringe ernst van het misdrijf, de lange duur van zijn verblijf in Nederland, het tijdsverloop sinds het betrokken misdrijf en het onbesproken gedrag van eiser sindsdien, de nationaliteiten van alle gezinsleden, de gezinssituatie als zodanig, de ernst van de moeilijkheden van zijn partner en de kinderen als zij eiser zouden volgen naar zijn land van herkomst alsmede de hechtheid van de banden van eiser met Nederland en het land van herkomst afgewogen. Met betrekking tot de gezinssituatie en de rol van eiser in het gezin zoals ook beschreven in de verklaring van het Steunpunt Ongedocumenteerden Breda e.o., heeft verweerder het feit dat eiser in Nederland een gezinsleven heeft gevormd en geïntensiveerd op een moment dat hij niet in het bezit was van een verblijfsvergunning, van zwaarwegend belang kunnen achten en in zijn nadeel kunnen doen uitvallen. De gevolgen van deze keuze van eiser dienen immers voor zijn rekening en risico te komen. Zoals verweerder ook in het bestreden besluit heeft overwogen, leidt de stelling van eiser dat verweerder geen inspanningen heeft verricht om eiser, die sinds 15 juni 2004 illegaal in Nederland heeft verbleven, uit Nederland te verwijderen, niet tot de conclusie dat in eisers illegale verblijf moet worden berust. Eiser heeft immers zelf ook de plicht om Nederland uit eigen beweging te verlaten. De verklaring die eiser in beroep heeft overgelegd ter onderbouwing van zijn banden met Nederland, doet aan het voorgaande niet af, nu daaruit blijkt dat eiser eerst sinds september 2013 als vrijwilliger bij de Vincentius Vereniging werkt.
Voorts heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat van de partner en de kinderen in redelijkheid kan worden verwacht dat zij eiser naar Sierra Leone volgen. Daarbij heeft verweerder de duur van het verblijf van eiser in Sierra Leone, zijn leeftijd en achtergrond, het feit dat zijn Guinese partner een bijstandsuitkering ontvangt, de leeftijd van de kinderen en het volledige gezag van de partner over de kinderen terecht in aanmerking genomen. De omstandigheid dat Nederland mogelijk een beter toekomst perspectief biedt voor het gezin is terecht niet van belang geacht.
Naar het oordeel van de rechtbank is van een objectieve belemmering om het gezinsleven in Sierra Leone uit te oefenen niet gebleken, nu eiser in het verleden geen asielvergunning op basis van zijn individuele asielrelaas heeft toegekend gekregen. Voorts heeft verweerder terecht overwogen dat de stelling dat zijn partner en de kinderen niet in Sierra Leone zullen worden toegelaten niet is onderbouwd en dat de vrees dat zijn partner slachtoffer zou kunnen worden van seksueel geweld, niet is geconcretiseerd.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich in het bestreden besluit op het standpunt heeft kunnen stellen dat de inmenging in het recht op eerbiediging van het gezinsleven van eiser, zijn partner en de minderjarige kinderen wordt gerechtvaardigd in het belang van de Nederlandse samenleving.