ECLI:NL:RBDHA:2014:5589
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- I. Obbink-Reijngoud
- S.E. Postema
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing bezwaar pseudo-eindheffing hoog loon
In deze zaak heeft eiseres, een werkgever met werknemers die in 2012 een loon genoten van meer dan € 150.000, bezwaar gemaakt tegen de afdracht van de pseudo-eindheffing hoog loon over het tijdvak maart 2013. De inspecteur van de Belastingdienst heeft het bezwaar afgewezen, waarna eiseres beroep heeft ingesteld. De rechtbank Den Haag heeft op 7 mei 2014 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer SGR 13/9914. Eiseres betoogde dat de pseudo-eindheffing in strijd is met de wetssystematiek en met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, alsook met artikel 26 van het IVBPR. De rechtbank oordeelde dat artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 expliciet bepaalt dat de pseudo-eindheffing wordt geheven in afwijking van andere bepalingen in de wet. De rechtbank verwierp de argumenten van eiseres en concludeerde dat er geen ontoelaatbare aantasting van het eigendomsrecht is en dat er geen strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de wetgever binnen zijn beoordelingsvrijheid is gebleven bij de invoering van de pseudo-eindheffing. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.