ECLI:NL:RBDHA:2014:5586
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- I. Obbink-Reijngoud
- S.E. Postema
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing pseudo-eindheffing hoog loon door de Belastingdienst
In deze zaak heeft eiseres, een werkgever met werknemers die in 2012 een loon genoten van meer dan € 150.000, bezwaar gemaakt tegen de pseudo-eindheffing hoog loon die zij over het tijdvak maart 2013 had afgedragen. De Belastingdienst heeft het bezwaar afgewezen, waarop eiseres beroep heeft ingesteld. Eiseres betoogt dat de heffing in strijd is met de wetssystematiek en met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, alsook met artikel 26 van het IVBPR. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres verworpen. De rechtbank oordeelt dat artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 expliciet bepaalt dat de pseudo-eindheffing hoog loon wordt geheven in afwijking van andere bepalingen in de wet. De rechtbank concludeert dat er geen ontoelaatbare aantasting van het eigendomsrecht is en dat de wetgever een redelijke grond heeft voor de keuze om de heffing bij de werkgever te leggen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat de wetgever ruime beoordelingsvrijheid heeft bij het bepalen van belastingmaatregelen. De uitspraak is gedaan op 7 mei 2014.