ECLI:NL:RBDHA:2014:5557
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen; bewijs nieuw feit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2008, 2009 en 2010. Eiseres, die sinds 2001 een hondenschool exploiteert, had aangifte gedaan van belastbare inkomens die overeenkwamen met de opgelegde aanslagen. De inspecteur van de Belastingdienst had echter navorderingsaanslagen opgelegd, stellende dat er sprake was van een nieuw feit dat deze navordering rechtvaardigde. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de rechtbank moest beoordelen of de inspecteur inderdaad over een nieuw feit beschikte, zoals vereist onder artikel 16 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr).
Tijdens de zitting op 11 maart 2014 heeft de rechtbank de standpunten van beide partijen gehoord. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet geslaagd was in zijn bewijslast dat er sprake was van een nieuw feit. De rechtbank stelde vast dat eiseres sinds 2001 negatieve resultaten had behaald en deze had vermeld in haar aangiften. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur, door geen nadere gegevens en informatie in te winnen voordat de aanslagen werden vastgesteld, een ambtelijk verzuim had begaan.
De rechtbank verklaarde de beroepen gegrond, vernietigde de uitspraken op bezwaar en de navorderingsaanslagen, en droeg de inspecteur op het betaalde griffierecht aan eiseres te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.