Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de schadestaat als bedoeld in artikel 613 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van 22 november 2012, met producties 1 tot en met 17;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 9B;
- het tussenvonnis van 13 maart 2013;
- de van de zijde van BSG ingezonden producties 18 tot en met 23 met toelichting;
- de akte houdende overlegging producties van de zijde van Chamtor, met producties 10 tot en met 12;
- het proces-verbaal van de meervoudige comparitie, gehouden op 7 februari 2014, met daarbij de pleitaantekeningen van partijen.
2.De hoofdprocedure
Algemeen
ex works price CHAMTOR = gluten price + 13BSG 70-------------------------total cost price EXW = gluten price + 83
the gluten price will be adapted in such a way that the loss is smoothed away”: “
the ex works price CHAMTOR will be adapted in such a way that the loss is compensated”. Ook de bewoordingen in de derde alinea onder 2 zijn enigszins anders.
1. Price’ is weergegeven. Partijen hebben diverse concepten voor een uitgewerkte overeenkomst op basis van de brief van 7 juli 2003 gewisseld, maar zijn dienaangaande niet tot overeenstemming gekomen.
5. (…) De rechtbank heeft op juiste gronden, die het hof overneemt, aangenomen dat het bericht van 7 juli 2003 een overeenkomst bevat. Dat er kennelijk twee versies van het bericht in omloop zijn, doet daaraan niet af, omdat de verschillen in formulering niet zo wezenlijk zijn dat de afspraken daardoor niet eenduidig zijn, zoals Chamtor betoogt. Het hof verwijst in dit verband nog naar een e-mailbericht van Chamtor aan [A] (bestuurder van zowel BSG als CBV) van 28 augustus 2003 (productie 20 van CBV in eerste aanleg), waarin Chamtor schrijft:
24. Gelet op het voorgaande (…) haar grief (…) slaagt in zoverre dat Chamtor vanwege
28. BSG was partij bij de Keulse overeenkomst en had uit dien hoofde recht op een
38. BSG heeft haar vorderingen uit hoofde van de rechtstreekse levering van Proply en
5.47. BSG heeft in dit verband als zodanig onweersproken aangevoerd dat de in
3.Het geschil
subsidiair: een in goede justitie ex artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek te bepalen bedrag met wettelijke rente daarover vanaf 1 juli 2004 en meer subsidiair: afdracht van de door Chamtor genoten winst, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2004;
€ 56.970,28.
2. Price’ ertoe hebben geleid dat compensatie met de winst in de daaropvolgende periode (2006) zou hebben plaatsgevonden.
€ 1.767.249,56.
4.De beoordeling
Schade door het staken van de levering van Proply
(€ 70,- x 12.800.000 kg Proply) wordt verminderd met de door BSG berekende besparing van kosten als benoemd onder a.) tot en met e.), te weten met een bedrag van € 56.970,28, alsmede met de door BSG berekende besparing van loonkosten, te weten een bedrag van
€ 64.149,53, resteert een bedrag van € 774.880,19. De onder rov. 3.2.8 beschreven renteberekening van BSG over dat bedrag is door Chamtor niet betwist, welke berekening neerkomt op een totaalbedrag aan schadevergoeding van € 1.048.139,03 per 1 oktober 2012.
€ 1.048.139,03 aan BSG, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag met ingang van 1 oktober 2012.