In deze zaak vorderde [eiseres] schadevergoeding van de stichting Bronovo, naar aanleiding van het overlijden van haar partner, [patiënt], die op 25 oktober 2010 suïcide pleegde na een ziekenhuisopname. [eiseres] stelde dat Bronovo aansprakelijk was voor het overlijden van [patiënt] en dat er sprake was van een beroepsfout van de behandelend psychiater, dr. [psychiater]. De rechtbank onderzocht of er sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst en of Bronovo onrechtmatig had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat dr. [psychiater] geen beroepsfout had gemaakt, omdat zij de suïcidaliteit van [patiënt] adequaat had ingeschat en geen aanleiding had om bloedwaarden te laten bepalen. Ook de zorg rondom de pijnklachten van [patiënt] werd als voldoende beoordeeld. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat het ziekenhuisgebouw voldeed aan de bouwkundige vereisten en dat er geen onveilige situatie was gecreëerd door de open ramen. De rechtbank wees de vorderingen van [eiseres] af en veroordeelde haar in de proceskosten. Dit vonnis is gewezen op 16 april 2014.