Uitspraak
WRAKINGSKAMER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG
zaaknummers: 2723659 RL EXPL 14-2418 en 2767036 RP VERZ 14-50101
Rechtbank Den Haag
Op 9 april 2014 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van kantonrechter mr. W. ten Cate. Het verzoeker, die betrokken was bij een kort geding en een ontbindingsverzoek, stelde dat de kantonrechter gehaast te werk ging en niet voldoende gelegenheid gaf om de zaak te belichten. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 februari 2014 suggereerde de kantonrechter dat verzoeker geluidsopnames had gemaakt van de zitting, wat leidde tot de vrees van verzoeker dat de kantonrechter niet onbevooroordeeld zou zijn. De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. De wrakingskamer oordeelde dat de suggestie van de kantonrechter over geluidsopnames de indruk wekte dat hij twijfels had aan de integriteit van verzoeker. Dit leidde tot de conclusie dat de vrees van verzoeker voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd was. Daarom werd het wrakingsverzoek toegewezen, en werd bepaald dat de behandeling van de vordering tot wedertewerkstelling en het ontbindingsverzoek opnieuw moest worden aangevangen met een andere kantonrechter.