Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
09/857326-13
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
telijk brandheeft gesticht in zijn/een woning ( [a-straat] 16), immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk benzine, althans een brandbare vloeistof, in aanraking gebracht met een lucifer en/of aansteker, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met benzine, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan ( de inboedel van) voornoemde woning geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor de inboedel(s) van voornoemde woning en/of een of meer omliggende woning(en), in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer
3.Bewijsoverwegingen
4.De strafbaarheid van de feiten
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
18 (achttien) MAANDEN;
6 (zes) MAANDEN,niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
€ 500,--alsmede aan [slachtoffer A.] een bedrag van
€ 500,;
10 dagen en 10 dagen;