ECLI:NL:RBDHA:2014:4123
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis
In deze zaak heeft eiseres, een Somalische vrouw geboren op [geboortedag] 1992, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis werd afgewezen. Eiseres heeft een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aangevraagd om bij haar moeder en zus in Nederland te kunnen verblijven. De rechtbank heeft op 31 maart 2014 de behandeling van het beroep gehouden, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. J.C.A. Koen, en de staatssecretaris door mr. A.M.H.W. van Heerebeek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres eerder, samen met haar broer, een aanvraag voor een mvv heeft ingediend, die door de minister van Buitenlandse Zaken was afgewezen. Dit besluit werd bevestigd door de rechtbank in ’s-Hertogenbosch en later door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat het bestreden besluit onbevoegd is genomen en dat er nieuwe feiten zijn die haar aanvraag ondersteunen, waaronder de mogelijkheid dat haar broer een verblijfsvergunning zal krijgen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris onbevoegd was om het besluit van 14 augustus 2013 te nemen, omdat de verantwoordelijkheden met betrekking tot mvv-aanvragen per 1 juli 2013 waren overgedragen aan de minister van Veiligheid en Justitie. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd wegens schending van artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat de motivering ondeugdelijk was. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 974, en het griffierecht van € 160 zal aan haar worden vergoed. De rechtbank heeft verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen.