Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 2 april 2014 in de zaak tussen
[eiser], te [plaats], eiser
de minister van Defensie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Desgevraagd heeft de gemachtigde van verweerder er ter zitting op gewezen dat de casus waarop eiser een beroep doet niet gelijk is aan die van eiser. Met deze verklaring heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank in het licht van de onder 6 genoemde rechtspraak niet overtuigend gemotiveerd waarom de bij de parachutesprongoefening tijdens de vrije val opgelopen schouderblessure niet en de bij de landing opgelopen enkelblessure wel kwalificeert als dienstongeval. Omdat dit gebrek in beginsel kan worden hersteld, zal de rechtbank verweerder, met toepassing van artikel 8:51a van de Awb, in de gelegenheid stellen dit gebrek te herstellen.