ECLI:NL:RBDHA:2014:3837

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 maart 2014
Publicatiedatum
31 maart 2014
Zaaknummer
09/837037-13; 09/852046-13; 09/837253-13; 09/852246-13
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting door zich voor te doen als bonafide ondernemer en bedrieglijke bankbreuk

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 26 maart 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich meerdere malen als zakelijke klant heeft ingeschreven bij verschillende winkels voor bouwmaterialen onder verschillende bedrijfsnamen. De verdachte heeft goederen op rekening afgenomen, terwijl hij wist dat hij niet in staat was om deze later te betalen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als een bonafide ondernemer en geen deugdelijke administratie heeft gevoerd voor zijn bedrijven. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 8 oktober 2009 tot en met 14 februari 2012 bij meerdere winkels en groothandels goederen op rekening heeft afgenomen, die grotendeels onbetaald zijn gebleven. De verdachte heeft zich daarbij voorgedaan als een legitieme ondernemer, terwijl hij in werkelijkheid in ernstige financiële problemen verkeerde. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan oplichting en bedrieglijke bankbreuk, en heeft de vordering van de officier van justitie tot een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf toegewezen. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die voortvloeien uit de onbetaalde goederen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers 09/837037-13 en 09/852046-13; 09/837253-13; 09/852246-13 (ter berechting gevoegd)
Datum uitspraak: 26 maart 2014
Verstek
(Promis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1983 te [geboorteplaats] ,
[postadres] ,
thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ten lande.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 12 maart 2014.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. I. Streefland.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 09/837037-13 (hierna: feit 1)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 oktober 2009
tot en met 14 februari 2012 te Den Haag en/of Alphen aan den Rijn en/of
Rotterdam en/of Capelle aan den IJssel en/of Hilversum en/of Breda en/of Ede,
althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer filia(a)l(en) van de
Technische Unie B.V. heeft bewogen tot de afgifte van goederen, te weten onder
meer klus- en/of bouwmateria(a)l(en) waaronder onder andere (een) cv-ketel(s)
en/of gereedschap(pen) en/of ijzerwa(a)r(en), in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk
weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid
- ( telkens) zich voorgedaan als bonafide klant en/of
- ( telkens) bij de Kamer van Koophandel een nieuwe bedrijf ingeschreven en op
naam van dat bedrijf (een) goed(eren) afgenomen bij de Technische Unie B.V.
en/of
- ( telkens) tegen het personeel van de Technische Unie B.V. gezegd dat hij
dat/die goed(eren) met spoed nodig had in verband met een haastklus en hij
dat/die goed(eren) derhalve meteen mee wilde nemen,
waardoor de Technische Unie B.V. (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte;
art 326 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 oktober 2009
tot en met 14 februari 2012 op na te noemen plaatsen, in elk geval in
Nederland, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen
met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de
beschikking over die goederen te verzekeren, hebbende verdachte, telkens met
voormeld oogmerk, de navolgende goederen - op tijd en plaats daarbij vermeld –
gekocht, te weten:
- [ zaaksdossier 1] in of omstreeks de periode van 8 oktober 2009 tot en met 20
januari 2010 te Den Haag en/of Alphen aan den Rijn en/of Rotterdam
gereedschap(pen) en/of (een) cv-ketel(s) en/of een portofoon en/of
- [ zaaksdossier 2] in of omstreeks de periode van 30 november 2010 tot en met
16 december 2010 te Den Haag en/of Rotterdam (een) cv-ketel(s) en/of meerdere
soorten rookgasafvoeren en/of
- [ zaaksdossier 3] in of omstreeks de periode van 3 november 2011 tot en met
21 november 2011 te Den Haag en/of Capelle aan den IJssel en/of Hilversum
(een) cv-ketel(s) en/of
- [ zaaksdossier 4] op 14 februari 2012 te Ede (een) cv-ketel(s);

art 326a Wetboek van Strafrecht

Parketnummer 09/852046-13 (hierna: feit 2):
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 december 2010
tot en met 03 mei 2012 te Zaanstad en/of Noordwijk en/of Leiderdorp en/of
Papendrecht en/of Sassenheim, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk
om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door
het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door
een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, Sikkens (Verkoop) BV en/of De Verfspecialist en/of HUBO De
Timmerman en/of Probin Van Dijk (meermalen) heeft bewogen tot de afgifte van
diverse stuks gereedschap en/of verfartikelen en/of tuinartikelen (waaronder
elektrische cirkelzagen, schuurmachines, stofzuigers, kwasten, verfemmers,
soldeerbouten, tijdschakelaars, elektrische kachel, werklampen, tegels,
schuttingen), in elk geval (telkens) van enig goed, hebbende verdachte en/of
zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk
weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of
in strijd met de waarheid zich voorgedaan als bonafide ondernemer, aldus zich
bij die voornoemde bedrijven ingeschreven/aangemeld als ondernemer en/of klant
en/of die voornoemde bedrijven (ter overtuiging) een uittreksel van de Kamer
van Koophandel verstrekt (om aan te tonen dat hij eigenaar is van een bedrijf)
en/of (terwijl) de (aangetoonde) ondernemingen van verdachte reeds failliet
en/of opgeheven waren en/of (vervolgens) op rekening die goederen
aangeschaft/gekocht, wetende dat hij niet kan en/of niet wil betalen, waardoor
voornoemde bedrijven (telkens) werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 47 lid 1 ahf/sub 1Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 09/837253-13 (hierna: feit 3):
hij in of omstreeks de periode van 17 oktober 2011 tot en met 23 november 2012
te Leiderdorp en/of Hoek van Holland en/of 's-Gravenhage, althans in
Nederland, terwijl verdachte (als natuurlijk persoon handelend onder de naam
Haagse In- en afbouwservice) bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te
's-Gravenhage op 15 mei 2012, in staat van faillissement is verklaard,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeiser(s) van Haagse
In- en afbouwservice, twee althans een of meer personenauto('s) (merk
Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 1] en/of Alfa Romeo met kenteken [kenteken 2] ),
althans enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag, aan de boedel heeft onttrokken
en/doen onttrekken door deze personenauto('s) buiten het beheer van de curator
te (doen) stellen, immers heeft hij, verdachte, voornoemde personenauto's
en/of verkregen inkomsten uit de verkoop van voornoemde personenauto('s) niet
gemeld bij de curator en/of voornoemde personenauto('s) over laten schrijven
op naam van (een) derde(n) en/of voornoemde personenauto('s) gebruikt voor
niet zakelijke doeleinden
en/of
ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeiser(s),
niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het
voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het
Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken
en/of bescheiden en/of gegevensdragers in dat artikel bedoeld;
art 341 ahf/ond a ahf/sub 1 en 4 Wetboek van Strafrecht
art 341 ahf/ond a ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 17 oktober 2011 tot en met 23 november 2012
te Leiderdorp en/of Hoek van Holland en/of 's-Gravenhage, althans in
Nederland, terwijl verdachte (als natuurlijk persoon handelend onder de naam
Haagse In- en afbouwservice) bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te
's-Gravenhage op 15 mei 2012, in staat van faillissement is verklaard, de
boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers, waarmee volgens de artikelen
10 boek twee en/of artikel 15i boek 3 administratie is gevoerd en die hij
ingevolge dat artikel bewaard heeft, niet in ongeschonden staat tevoorschijn
heeft gebracht;
art 340 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 09/852246-13 (hierna: feit 4)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 december 2011
tot en met 16 januari 2012 te Twello, gemeente Voorst, in elk geval in
Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam
en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Advieskantoor Berends & Slump
heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal ongeveer
4.599,77 euro, in elk geval (telkens) van enig geldbedrag, hebbende verdachte
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
(telkens/meermalen) een doorlopende machtiging opgemaakt/ingevuld met een
rekeningnummer van een ander dan verdachte (te weten van Advieskantoor Berends
& Slump) en/of (vervolgens) (telkens/meermalen) goederen bij bedrijven gekocht
met gebruikmaking van deze doorlopende machtiging(en) en/of rekeningnummer van
een ander dan verdachte, waardoor Advieskantoor Berends & Slump (telkens) werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding [1]
De volgende feiten kunnen op grond van de gebruikte bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de bewijsvraag.
Verdachte heeft in de periode van 12 oktober 2009 tot en met 3 mei 2012 bij meerdere winkels en groothandels goederen op rekening afgenomen. Deze rekeningen zijn (grotendeels) onbetaald gebleven. Verdachte heeft deze goederen afgenomen onder verschillende bedrijfsnamen (klus- c.q. onderhoudsbedrijven), waarvoor hij al dan niet aan de verkopers uittreksels van de Kamer van Koophandel heeft overgelegd en in sommige gevallen een machtigingsformulier automatische incasso heeft ingevuld. In een aantal gevallen heeft verdachte gebruikt gemaakt van (niet bestaande) bankrekeningnummers van rekeningen waarover hij niet zelf de beschikking had en/of van onjuiste telefoonnummers.
Uit de verklaringen van verdachte leidt de rechtbank af dat hij vanaf mei 2010 in
ernstige financiële problemen verkeerde. Verdachte had aanzienlijke schulden en maakte aanspraak op de toepassing van de Wet Schuldsaneringsregeling Natuurlijke Personen (hierna: WSNP). Blijkens een vonnis van rechtbank Rotterdam van 11 maart 2011 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling, die bij vonnis 29 oktober 2010 is uitgesproken, op 11 maart 2011 voortijdig beëindigd zonder toekenning van de zogenoemde schone lei, wegens het niet voldoen aan de uit de WSNP voortvloeiende verplichtingen. Bij vonnis van deze rechtbank van 15 mei 2012 is verdachte in staat van faillissement verklaard.
Gelet op de eigen verklaringen van verdachte gaat de rechtbank bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten 1, 2 en 4 uit van de omstandigheid dat verdachte vanaf mei 2010 geen financiële middelen meer ter beschikking had om aan zijn betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Aan de orde is de vraag of verdachte zich aan oplichting (feit 1 primair, 2 en 4) dan wel flessentrekkerij (feit 1 subsidiair) heeft schuldig gemaakt. Verder dient de rechtbank te beoordelen of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan benadeling van zijn schuldeisers door goederen uit de boedel te onttrekken terwijl hij in staat van faillissement verkeerde en/of doordat hij heeft nagelaten een deugdelijke administratie te voeren en te tonen (feit 3 primair cumulatief alternatief), dan wel of hij heeft nagelaten zijn administratie aan de curator over te leggen terwijl hij in staat van faillissement verkeerde (feit 3 subsidiair).
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld ter zake van de onder 1 primair, 2, 3 primair eerste en tweede cumulatief/alternatief en 4 ten laste gelegde feiten.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging
Ten aanzien van feit 1
3.3.1.
Technische Unie BV, periode van 8 oktober 2009 tot en met 20 januari 2010
Uit de aangifte van [naam aangever 1] namens de Technische Unie B.V. (hierna: TU) blijkt dat verdachte zich met het bedrijf Express Totaal Onderhoud/Transport op 8 oktober 2009 als klant heeft ingeschreven bij het filiaal van de TU te Rotterdam. Vervolgens heeft verdachte in de periode van 12 oktober 2009 tot en met 20 januari 2010 goederen op rekening besteld en bij diverse filialen van de TU afgehaald. Verdachte heeft de rekeningen niet betaald. [2]
Uit het verhoor van verdachte op 13 november 2012 maakt de rechtbank op dat verdachte in elk geval tot mei 2010, toen het volgens verdachte mis ging omdat hij teveel schulden kreeg, als zelfstandig ondernemer/installateur heeft gewerkt en de door hem bij TU bestelde goederen heeft geïnstalleerd bij klanten, waarbij hij met de van zijn klanten ontvangen bedragen heeft getracht zijn schuldeisers te betalen. Het dossier bevat geen bewijsmiddelen die dit weerspreken, zodat de rechtbank hiervan uitgaat.
De rechtbank leidt uit het vorenstaande af dat verdachte in elk geval tot mei 2010 niet alleen in naam maar ook feitelijk een onderneming dreef en ten behoeve van zijn onderneming goederen heeft afgenomen van de TU. Voorts valt op te maken dat deze onderneming kampte met betalingsproblemen. Dit is echter naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om vast te stellen dat verdachte zich in de periode van 8 oktober 2009 tot en met mei 2010 in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als bonafide klant van de TU, zoals ten laste is gelegd. Hiervoor zijn aanvullende omstandigheden vereist waarvan in het dossier niet is gebleken.
Het voorgaande leidt ertoe dat verdachte partieel zal worden vrijgesproken van de tenlastegelegde oplichting, voor zover dit ziet op de periode van 8 oktober 2009 tot en met 20 januari 2010.
3.3.2.
Technische Unie BV, periode van 18 november 2010 tot en met 16 december 2010
Uit de aangifte ter zake oplichting van [naam aangever 1] namens de TU blijkt dat aangifte wordt gedaan tegen [naam gevolmachtige] , gevolmachtigde van het bedrijf Home Super Vision. Dit bedrijf is op 18 november 2010 ingeschreven als klant bij de TU. In de periode van 30 november 2010 tot en met 16 december 2010 zijn op naam van dit bedrijf bij meerdere filialen van de TU goederen op rekening afgehaald, waarvoor niet is betaald. [3] In de bijlagen van de aangifte bevinden zich onder meer een uittreksel van de Kamer van Koophandel, een inschrijfformulier van de TU en een kopie van een paspoort ten name van [naam gevolmachtige] . [4]
Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat Home Super Vision op 11 augustus 2010 is ingeschreven door Ysboro Ltd, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. De handtekening op het inschrijfformulier van de TU komt niet overeen met de handtekening van verdachte en de kopie van het paspoort betreft het paspoort van [naam gevolmachtige] . Verder is alle correspondentie van de TU gericht aan [naam gevolmachtige] . [naam gevolmachtige] is door de politie niet gehoord.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij in loondienst bij Home Super Vision heeft gewerkt en dat hij tekenbevoegd was. [5] Uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat verdachte met ingang van 12 december 2011 – derhalve na voornoemde periode - als gevolmachtigde bij Home Super Vision is ingeschreven. [6]
Gelet op het vorenstaande heeft de rechtbank onvoldoende aanwijzingen dat verdachte de persoon is geweest die Home Super Vision heeft ingeschreven bij de Kamer van Koophandel noch dat verdachte dat bedrijf als klant heeft ingeschreven bij de TU. Mede gelet op het feit dat verdachte eerst vanaf 12 december 2011 als gevolmachtigde bij Home Super Vision stond ingeschreven zijn er naar het oordeel van de rechtbank tevens onvoldoende aanwijzingen dat verdachte in de periode van 30 november 2010 tot en met 16 december 2010 op naam van Home Super Vision bij meerdere filialen van de TU goederen heeft afgehaald. De rechtbank acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 30 november 2010 tot en met 16 december 2010 schuldig heeft gemaakt aan de oplichting zoals tenlastegelegd.
3.3.3.
Technische Unie BV, periode van 17 oktober 2011 tot en met 14 februari 2012
De rechtbank stelt vast dat bij vonnis van de rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2010 de toepassing van de schuldsaneringsregeling is uitgesproken ten aanzien van verdachte en dat bij vonnis van de rechtbank Rotterdam van 11 maart 2011 de toepassing van de schuldsaneringsregeling is beëindigd, zonder toekenning van de zogenoemde schone lei. [7]
Verdachte heeft verklaard dat het in mei 2010 fout ging en dat hij teveel schulden had. Hij wist op een gegeven moment dat hij bij de ene vestiging van de TU geen producten meer kon krijgen en ging daarom naar een andere vestiging om daar opnieuw te kunnen bestellen, waarbij hij zijn bedrijfsnaam veranderde. Hij heeft aldus onder verschillende bedrijfsnamen, waaronder de Haagse In- en Afbouwservice en CV Totaal Breda, goederen afgenomen bij verschillende filialen van de TU, waaronder de filialen in Den Haag en Breda. [8]
Op 17 oktober 2011 heeft verdachte de handelsnaam Haagse In- en afbouwservice ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Den Haag en op 6 februari 2012 heeft verdachte de handelsnaam CV Totaal Breda ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Zuidwest-Nederland. [9]
Op 6 juni 2012 heeft [naam aangever 1] namens de TU tweemaal aangifte gedaan van oplichting door verdachte. Deze aangiftes vermelden het volgende.
Op 3 november 2011 heeft verdachte zijn bedrijf de Haagse In- en Afbouwservice als klant ingeschreven bij de TU, filiaal te Den Haag, met een uittreksel van de Kamer van Koophandel en (later) een machtigingsformulier automatische incasso. Verdachte heeft in de periode van 3 november 2011 tot en met 22 november 2011 goederen op rekening afgenomen (waaronder CV-ketels, gereedschap en bouwmaterialen) bij de filialen van de TU te Den Haag, Capelle aan den IJssel en Hilversum. Het openstaande saldo is opgelopen tot een bedrag van € 16.897,09. Verdachte heeft uiteindelijk niet betaald en is na 12 december 2011 onbereikbaar gebleven. [10]
Op 14 februari 2012 heeft verdachte zijn bedrijf CV Totaal Breda als klant ingeschreven bij de TU, filiaal te Breda, met een uittreksel van de Kamer van Koophandel en een machtigingsformulier automatische incasso. Verdachte heeft op 14 februari 2012 twee CV-ketels ter waarde van € 2.046,80 afgenomen bij het filiaal van de TU te Ede. In de middag wilde verdachte wederom twee CV-ketels afnemen, maar uit wantrouwen is aan verdachte niets meer geleverd. Hierna is niets meer van verdachte vernomen en de rekening is niet betaald. [11]
Naar het oordeel van de rechtbank kan uit het voorgaande worden opgemaakt dat verdachte in de betreffende periode, terwijl hij wist dat hij geen financiële middelen had om aan zijn betalingsverplichtingen te kunnen voldoen en dat een vestiging van de TU niet meer aan hem wenste te leveren (de rechtbank begrijpt: vanwege zijn betalingsachterstand), zich doelbewust en in strijd met de waarheid bij (andere) vestigingen van de TU heeft voorgedaan als nieuwe klant, telkens door zich te bedienen van een daartoe kort tevoren bij de Kamer van Koophandel ingeschreven andere handelsnaam. Verdachte heeft daarmee doelbewust misbruik gemaakt van de bij een groothandel als de TU gebruikelijke mogelijkheid voor een onderneming om goederen op rekening af te nemen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich in de periode van 17 oktober 2011 tot en met 14 februari 2012 in strijd met de waarheid jegens de TU heeft voorgedaan als bonafide klant om zo de TU te bewegen goederen te leveren en dat verdachte zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan oplichting.
De rechtbank heeft onvoldoende aanknopingspunten in het dossier gevonden dat verdachte telkens heeft gezegd dat hij de goederen met spoed nodig had in verband met een haastklus en de goederen om die reden meteen mee wilde nemen. De rechtbank zal verdachte daarom van dit deel van de tenlastelegging vrijspreken.
Ten aanzien van feit 2
3.4.1
Sikkens Verkoop BV, periode van 16 december 2010 tot en met 27 februari 2012
Op 28 februari 2012 heeft [naam aangever 2] namens Sikkens BV aangifte gedaan van oplichting door verdachte. Daarin heeft aangever onder meer het volgende verklaard.
Op 16 december 2010 heeft verdachte zich met zijn bedrijf de Remeha Specialist als klant ingeschreven bij Sikkens Verkoop BV te Zaanstad en heeft hij aldaar voor ongeveer € 4.500,- aan goederen op rekening afgenomen (kwasten, verfemmers en andere verfmaterialen [12] ). Op 3 november 2011 is ontdekt dat verdachte wederom klant was geworden met zijn bedrijf de Haagse In- en Afbouwservice. Hij heeft onder die naam goederen ter waarde van € 3.000,- op rekening besteld, die hij bij de filialen in de omgeving van Zoetermeer en Den Haag heeft afgehaald. Alle rekeningen zijn onbetaald gebleven. [13]
Verdachte heeft verklaard dat hij bij Sikkens is geweest en dat hij daar goederen heeft afgenomen onder zijn bedrijfsnaam de Remeha Specialist. Half januari 2011 ontving verdachte een factuur van € 4.500,- die hij niet kon betalen. Voorts heeft verdachte erkend dat hij omstreeks 3 november 2011 wederom bij Sikkens goederen op rekening heeft besteld, ter waarde van € 2.700,- en dat hij deze goederen in Den Haag en Zoetermeer heeft afgehaald. [14]
3.4.2
Probin Van Dijk, periode van 6 maart 2012 tot en met 16 maart 2012
Op 30 maart 2012 heeft [naam aangever 3] namens Probin Van Dijk aangifte gedaan van oplichting door verdachte. Daarin heeft aangever onder meer het volgende verklaard.
Verdachte heeft zich op 6 maart 2012 met een uittreksel van de Kamer van Koophandel van zijn bedrijf de Leidse Warmtetechniek als klant ingeschreven bij Probin te Sassenheim. Op 13 maart 2012 heeft verdachte bij Probin, filialen Papendrecht en Sassenheim, goederen ter waarde van € 2.775,- op rekening afgenomen (waaronder stofzuigers, handcirkelzagen, tijdschakelaars, een elektrische kachel en werklampen [15] ). De goederen zijn uiteindelijk onbetaald gebleven. [16]
Verdachte heeft bij de politie het volgende verklaard. Verdachte heeft bij het filiaal te Papendrecht en het filiaal te Sassenheim goederen op rekening afgenomen ter waarde van ongeveer € 2.600,-, terwijl hij deze goederen niet kon betalen. Verdachte heeft de goederen vervolgens op Marktplaats verkocht. [17]
3.4.3
De Verfspecialist, periode van 26 maart 2012 tot en met 27 maart 2012
Op 21 april 2012 heeft [naam aangever 4] namens De Verfspecialist aangifte gedaan van oplichting door verdachte. Daarin heeft aangever onder meer het volgende verklaard.
Op 26 maart 2012 heeft verdachte zich met een uittreksel van de Kamer van Koophandel van zijn bedrijf de Leidse Warmtetechniek, gevestigd te Oude Rijn 33 te Leiden, als klant ingeschreven bij De Verfspecialist te Noordwijk, zodat hij op rekening goederen kon afnemen. Verdachte is op 27 maart 2012 teruggegaan naar de winkel en heeft aldaar goederen op rekening afgenomen, waaronder twee schuurmachines, een stofzuiger, verf, kwasten en aanverwante artikelen. Verdachte heeft de goederen niet betaald. [18]
Ten aanzien van de aangifte van de Verfspecialist heeft verdachte verklaard dat hij zich eind maart 2012 als klant heeft ingeschreven met een uittreksel van de Kamer van Koophandel, zodat hij op rekening goederen kon afnemen. Verdachte was van plan om de goederen te verkopen. Verdachte heeft voor ongeveer € 1.250,- aan goederen afgenomen en doorverkocht. [19]
3.4.4
HUBO de Timmerman, periode van 11 april 2012 tot en met 3 mei 2012
Op 26 juni 2012 heeft [naam aangever 5] , handelend onder de naam HUBO de Timmerman, aangifte gedaan van oplichting door verdachte. Daarin heeft aangever onder meer het volgende verklaard.
Verdachte heeft in de periode van 11 april 2012 tot en met 3 mei 2012 op naam van zijn bedrijf de Leidse Warmtetechniek meermalen goederen op rekening afgenomen bij HUBO de Timmerman te Leiderdorp ter waarde van in totaal € 4.662,58. Toen verdachte op 5 mei 2012 wederom naar de winkel kwam, heeft de verkoper levering geweigerd omdat verdachte nog openstaande rekeningen had. De afgenomen goederen zijn uiteindelijk niet betaald. [20]
Ten aanzien van de aangifte van HUBO de Timmerman heeft verdachte verklaard dat hij daar inderdaad in totaal drie of vier keer is geweest, dat hij daar heeft gevraagd om goederen op rekening te kunnen kopen en dat hij dit vervolgens heeft gedaan voor een totaalbedrag van rond de € 4.000,00. [21]
3.4.5
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de vraag of verdachte zich in de periode van 16 december 2010 tot en met 3 mei 2012 schuldig heeft gemaakt aan de oplichting van Sikkens, Probin van Dijk, De Verfspecialist en HUBO de Timmerman overweegt de rechtbank als volgt. Op grond van de hiervoor onder 3.3.3 reeds genoemde verklaring van verdachte, het aldaar genoemde vonnis van de rechtbank betreffende de schuldsanering van verdachte en de hiervoor genoemde verklaringen van verdachte, kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat verdachte in deze periode niet beschikte over de financiële middelen om zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Desondanks heeft verdachte zich in deze periode als klant ingeschreven bij diverse winkeliers, al dan niet onder overlegging van een uittreksel van de Kamer van Koophandel op naam van een bedrijf van verdachte. Verdachte presenteerde zich aldus als zakelijke klant, zodat hij de goederen op rekening kon afnemen. Door op deze wijze op te treden in de wetenschap dat hij niet kon betalen en daarbij misbruik te maken van de bij dit soort winkels gebruikelijke mogelijkheid om als zakelijke klant pas te betalen na de levering, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 16 december 2010 tot en met 3 mei 2012 in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als bonafide ondernemer om de verkopers te bewegen goederen te leveren en dat verdachte zich derhalve schuldig heeft gemaakt aan oplichting.
De rechtbank heeft in het dossier onvoldoende aanknopingspunten gevonden dat verdachte de feiten met een ander heeft gepleegd. Hoewel uit het dossier blijkt dat de broer van verdachte meerdere malen met verdachte mee is geweest, is onvoldoende komen vast te staan dat de broer het opzet had op het medeplegen van oplichting en daaraan in nauwe en bewuste samenwerking met verdachte een bijdrage heeft geleverd.
Ten aanzien van feit 3
Verdachte is op 17 oktober 2011 gestart met zijn eenmanszaak de Haagse In- en Afbouwservice. Vervolgens is verdachte, voorheen handelend onder de naam Haagse In- en Afbouwservice, op 15 mei 2012 failliet verklaard. [22] De vragen die de rechtbank voorliggen, is of verdachte ter bedrieglijke verkorting van zijn schuldeisers twee auto’s aan de boedel heeft onttrokken en/of verdachte heeft nagelaten een deugdelijke administratie te voeren.
3.5.1
Onttrekking aan de boedel
Alvorens kan worden beoordeeld of verdachte goederen aan de boedel heeft onttrokken, dient de rechtbank vast te stellen of verdachte ten tijde van het veranderen van de tenaamstelling van de auto’s, zijnde een Volkswagen Golf gekentekend [kenteken 1] en een Alfa Romeo gekentekend [kenteken 2] , reeds daarvan eigenaar was. Uit het dossier is niet gebleken dat de Alfa Romeo aan verdachte in eigendom toebehoorde, nu verdachte bij de politie heeft verklaard dat de auto van zijn broertje was en hiernaar door de politie geen verder onderzoek is gedaan. Ten aanzien van de Volkswagen Golf stelt de rechtbank vast dat deze vanaf 23 maart 2012 op naam stond van verdachte en dat sprake was van een huurkoopconstructie. De auto is op 14 april 2012 overgeschreven op de naam van [slachtoffer] en op 18 juni 2012 volledig afbetaald. Echter, nu de huurkoopovereenkomst in het dossier ontbreekt, kan de rechtbank niet vaststellen of verdachte reeds ten tijde van het veranderen van de tenaamstelling eigenaar van de auto was, zodat niet valt vast te stellen of verdachte deze auto aan de boedel heeft onttrokken.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank het onder feit 3 primair eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal verdachte daarvan vrijspreken.
3.5.2
Deugdelijke administratie
De curator D.A. Beck heeft op 23 november 2012 aangifte gedaan van – kort gezegd – faillissementsfraude door verdachte. Hij heeft verklaard dat hij verdachte naar aanleiding van het faillissement vanaf 29 mei 2012 meerdere malen heeft verzocht zijn volledige administratie over te leggen. Verdachte heeft hieraan geen gehoor gegeven. [23]
Verdachte heeft hierover bij de politie verklaard dat hij van zijn bedrijf de Haagse In- en Afbouwservice nagenoeg geen boekhouding heeft bijgehouden en dat hij ervoor heeft gekozen om de curator helemaal geen stukken aan te leveren. [24] Gelet hierop acht de rechtbank het onder feit 3 primair tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, namelijk dat verdachte ter bedrieglijke verkorting van zijn schuldeisers heeft nagelaten een deugdelijke administratie te voeren, te bewaren en te tonen.
Ten aanzien van feit 4
Op 25 januari 2012 heeft [naam aangever 6] , namens [adviesbureau] , een onderneming te Twello, aangifte gedaan van oplichting door verdachte. Aangeefster heeft hierin onder meer het volgende verklaard.
Op 10 januari 2012 ontdekte aangeefster dat op 29 december 2011 tweemaal via een automatische incasso een bedrag van de rekening van [adviesbureau] was afgeschreven door het bedrijf Populus Paint Products. Ook op 9 januari 2012 was een bedrag door Populus Paint Products afgeschreven. Aangeefster werd telefonisch door Populus Paint Products medegedeeld dat zij van het bedrijf Haagse In- en Afbouwservice een machtiging tot doorlopende incasso hadden gekregen. Op 23 januari 2012 ontdekte aangeefster dat op 16 januari 2012 een bedrag via automatische incasso was afgeschreven door Keller’s IJzerhandel. Op 25 januari 2012 is nogmaals een bedrag door Keller’s IJzerhandel afgeschreven. In totaal is een bedrag van € 6.584,76 afgeschreven, waarvan een deel is gestorneerd. Voor deze automatische afschrijvingen is door aangeefster noch door [adviesbureau] toestemming gegeven. [25] De doorlopende machtiging van Keller’s IJzerhandel staat op naam van het bedrijf Flexi In- en Afbouw en is ondertekend door [naam] . [26]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij bij Keller’s IJzerhandel voor € 1.380,17 aan goederen (een schuurmachine en een cirkelzaag) op rekening heeft afgenomen. Hij heeft deze goederen vervolgens verkocht op Marktplaats. Verdachte denkt dat het kan kloppen dat hij bij Keller’s IJzerhandel een doorlopende machtiging heeft ingevuld en ondertekend. Ten aanzien van Populus Paint Products heeft verdachte verklaard dat het klopt dat hij voor
€ 4.450,37 aan goederen op rekening heeft afgenomen, dat hij ook deze spullen heeft verkocht via Marktplaats en dat hij een doorlopende machtiging heeft ingevuld en ondertekend. Verdachte heeft de laatste cijfers van zijn bankrekening omgedraaid, omdat hij wist dat hij de goederen niet kon betalen. [27]
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting door bij Populus Paint Products en bij Keller’s IJzerhandel telkens goederen op rekening af te nemen en ten behoeve van de betaling machtigingsformulieren automatische incasso in te vullen met een bankrekeningnummer dat toebehoorde aan een ander dan verdachte, namelijk aan [adviesbureau] . Op deze wijze heeft verdachte [adviesbureau] meerdere malen bewogen tot afgifte van geldbedragen ter voldoening van zijn schulden aan genoemde leveranciers.
3.6
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte:
1.
op tijdstippen in de periode van 17 oktober 2011 tot en met 14 februari 2012 te Den Haag en/of Capelle aan den IJssel en/of Hilversum en/of Breda en/of Ede, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen, filialen van de Technische Unie B.V. heeft bewogen tot de afgifte van goederen, te weten onder meer klus- en/of bouwmaterialen waaronder onder andere cv-ketel(s) en/of gereedschap(pen) en/of ijzerwa(a)r(en), hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of in strijd met de waarheid
- telkens zich voorgedaan als bonafide klant en
- telkens bij de Kamer van Koophandel een nieuwe bedrijf ingeschreven en op naam van dat bedrijf goederen afgenomen bij de Technische Unie B.V.
waardoor de Technische Unie B.V. telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
op tijdstippen in de periode van 16 december 2010 tot en met 03 mei 2012 te Zaanstad en/of Noordwijk en/of Leiderdorp en/of Papendrecht en/of Sassenheim telkens met het oogmerk
om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) Sikkens Verkoop BV en/of De Verfspecialist en/of HUBO De Timmerman en/of Probin Van Dijk (meermalen) heeft bewogen tot de afgifte van
diverse stuks gereedschap en/of verfartikelen (waaronder elektrische cirkelzagen, schuurmachines, stofzuigers, kwasten, verfemmers, soldeerbouten, tijdschakelaars, elektrische kachel, werklampen), hebbende verdachte toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als bonafide ondernemer, aldus zich bij die voornoemde bedrijven ingeschreven/aangemeld als ondernemer en/of klant en/of die voornoemde bedrijven ter overtuiging een uittreksel van de Kamer van Koophandel verstrekt om aan te tonen dat hij eigenaar is van een bedrijf en/of vervolgens op rekening die goederen aangeschaft/gekocht, wetende dat hij niet kan betalen, waardoor voornoemde bedrijven telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
in de periode van 17 oktober 2011 tot en met 23 november 2012 in Nederland, terwijl verdachte als natuurlijk persoon handelend onder de naam Haagse In- en afbouwservice bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage op 15 mei 2012 in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeiser(s), niet heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken
en/of bescheiden en/of gegevensdragers in dat artikel bedoeld;
4.
op tijdstippen in de periode van 29 december 2011 tot en met 16 januari 2012 in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen, Advieskantoor Berends & Slump heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van in totaal ongeveer 4.599,77 euro, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of in strijd met de waarheid telkens/meermalen een doorlopende machtiging opgemaakt/ingevuld met een rekeningnummer van een ander dan verdachte (te weten van Advieskantoor Berends & Slump) en/of vervolgens telkens/meermalen goederen bij bedrijven gekocht met gebruikmaking van deze doorlopende machtiging(en) en/of rekeningnummer van een ander dan verdachte, waardoor advieskantoor Berends & Slump telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.

4.De strafbaarheid van de feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een werkstraf wordt opgelegd voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder neemt de rechtbank het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich gedurende een lange periode stelselmatig schuldig gemaakt aan oplichting. Door zich onder verschillende bedrijfsnamen voor te doen als bonafide betalende klant/ondernemer, heeft verdachte meerdere winkels en een groothandel bewogen tot de afgifte van goederen, terwijl verdachte niet tot betaling is overgegaan. Voorts heeft verdachte door het invullen en ondertekenen van een doorlopende machtiging tot incasso met een rekeningnummer van een ander dan verdachte die ander bewogen tot afgifte van geldbedragen. Tot slot heeft verdachte nagelaten voorafgaande aan zijn faillissement met zijn bedrijf de Haagse In- en Afbouwservice een deugdelijke administratie te voeren.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij het vertrouwen van ondernemers in het voldoen van rekeningen en het vertrouwen in de juistheid van de door hem overgelegde (financiële) gegevens, heeft geschaad. Dergelijk vertrouwen is van essentieel belang in een goed verloop van het (zakelijke) handelsverkeer. Verdachte heeft met zijn handelen enkel oog gehad voor zijn eigen belang en schade en overlast veroorzaakt bij verschillende ondernemers. Voorts rekent de rechtbank het verdachte aan dat hij heeft nagelaten een deugdelijke administratie te voeren, waardoor de schuldeisers van verdachte ernstig zijn benadeeld. Immers heeft verdachte op deze wijze het de curator onmogelijk gemaakt om het faillissement op juiste wijze af te wikkelen en zijn schuldeisers (voor zover mogelijk) schadeloos te stellen.
Blijkens de justitiële documentatie van verdachte d.d. 7 februari 2014 is verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld en heeft verdachte niet eerder een vrijheidsbenemende straf ondergaan.
Over de persoonlijke omstandigheden van verdachte is bij de rechtbank weinig meer bekend geworden dan dat hij reeds lange tijd in financiële problemen verkeert. Uit een brief van verdachte d.d. 24 februari 2014, gericht aan de rechtbank, blijkt dat verdachte een zoon heeft, geen relatie (meer) heeft met de moeder van zijn zoon en dat hij een baan heeft waarmee hij € 1.450,- netto per maand verdient. Verdachte geeft verder aan dat hij spijt heeft, dat hij de ernst van zijn handelen inziet en dat hij bereid is de veroorzaakte schade te vergoeden.
Nu verdachte kennelijk een baan heeft en hij de door hem veroorzaakte schade zal moeten vergoeden en mede gelet op het tijdsverloop in deze zaak in combinatie met de justitiële documentatie van verdachte, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in verdachtes geval niet opportuun.
Hoewel de rechtbank minder bewezen heeft verklaard dan de officier van justitie heeft gevorderd, acht zij, gelet op het vorenstaande en met inachtneming van de strafmaat in vergelijkbare gevallen, de werkstraf en de voorwaardelijke gevangenisstraf zoals deze door de officier van justitie is geëist, passend en geboden. De voorwaardelijke gevangenisstraf is naar het oordeel van de rechtbank noodzakelijk gelet op de ernst van de feiten en ter voorkoming dat verdachte zich in de toekomst weer schuldig maakt aan het plegen van strafbare feiten.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

In verband met het onder 1 ten laste gelegde feit is door [naam aangever 1] namens de Technische Unie B.V. een vordering tot schadevergoeding van € 28.077,58 ingediend. [naam aangever 4] (van De Verfspecialist te Noordwijk) heeft in verband met het onder 2 ten laste gelegde feit een vordering tot schadevergoeding van € 1.410,36 ingediend. Tevens is in verband met het onder 2 ten laste gelegde feit een vordering tot schadevergoeding van
€ 4.590,45 ingediend door [naam aangever 5] (van HUBO de Timmerman te Leiderdorp). Alle gevorderde schade heeft betrekking op de verkoopwaarde van de onbetaalde goederen.
7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering tot schadevergoeding van [naam aangever 1] namens de Technische Unie B.V. gedeeltelijk wordt toegewezen tot een bedrag van
€ 26.230,13 met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van de vorderingen tot schadevergoeding van [naam aangever 4] en [naam aangever 5] heeft zij de rechtbank verzocht deze vorderingen geheel toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van [naam aangever 1] namens de Technische Unie B.V.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van (€ 13.758,39 + € 2.046,80 = € 15.805,19 - € 3.002,99 =) €
12.802,20(bijlagen 2 en 4), met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, nu deze schade voldoende is onderbouwd en ter zitting vast is komen te staan dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit. Hierbij overweegt de rechtbank dat zij de verkoopprijs als uitgangspunt heeft genomen minus 19% BTW, omdat de BTW verrekenbaar is met de fiscus en derhalve niet als geleden schade heeft te gelden.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering aangezien niet is komen vast te staan dat deze schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit. De rechtbank overweegt in dit kader dat de onbetaalde rekeningen in bijlagen 1, 3 en 5 op naam staan van Home Super Vision, respectievelijk Express Totaal Onderhoud en Klusbedrijf Eenzeeuwse en dat door de rechtbank niet bewezen is verklaard dat verdachte zich met deze bedrijven schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 bewezenverklaarde strafbare feit.
De vordering van [naam aangever 4] (De Verfspecialist)
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van ( € 1042,23 + € 40,49 =)
€ 1.082,72met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, nu de schade voldoende is onderbouwd en rechtstreeks voortvloeit uit het onder 2 bewezenverklaarde feit. De rechtbank overweegt daartoe dat zij de verkoopprijs minus 21% BTW als uitgangspunt heeft genomen, omdat de BTW verrekenbaar is met de fiscus en derhalve niet als geleden schade heeft te gelden.
De vordering van [naam aangever 5] (HUBO De Timmerman)
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van (€ 725,50 + € 1331,53 + € 1800,79=)
€ 3.857,52met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, nu de schade voldoende onderbouwd is en rechtstreeks voortvloeit uit het onder 2 bewezenverklaarde feit. De rechtbank overweegt daartoe dat zij de verkoopprijs van de goederen minus 19% BTW als uitgangspunt heeft genomen, omdat de BTW verrekenbaar is met de fiscus en derhalve niet als geleden schade heeft te gelden.
Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met hun vorderingen hebben gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 326, 341 van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 primair, eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 primair tweede cumulatief/alternatief en 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 primair, feit 2 en feit 4:
oplichting (meermalen gepleegd);
ten aanzien van feit 3 primair, tweede cumulatief/alternatief:
bedrieglijke bankbreuk;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de tijd van
180 (HONDERDTACHTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
90 (NEGENTIG) DAGEN;
beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht zal geschieden op 2 uren per dag;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
4 (VIER) maanden;
bepaalt, dat die straf niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
[naam aangever 1] namens de Technische Unie B.V., een bedrag van €
12.802,20;
[naam aangever 4] , een bedrag van €
1.082,72;
[naam aangever 5] , een bedrag van
€ 3.857,52;
bepaalt dat de benadeelde partijen voor het overige niet-ontvankelijk zijn in de vorderingen tot schadevergoeding en dat zij dit gedeelte van de vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de staat van een bedrag groot:

12.802,20, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [naam aangever 1] namens de Technische Unie B.V.;
€ 1.082,72, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [naam aangever 4] ;
€ 3.857,52ten behoeve van het slachtoffer genaamd [naam aangever 5] ;
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van respectievelijk 99, 20 en 48 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen aan de Staat de betalingsverplichtingen aan de benadeelde partijen in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.C.M. Bouman, voorzitter,
mrs. M.A.J. van de Kar en S.M. de Bruijn, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.N. Huliselan, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 maart 2014.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1534 2012119208 (ZD1), van de regiopolitie Haaglanden, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1-239), het proces-verbaal met het nummer PL1610 2012174869 (ZD2), van de regiopolitie Hollands Midden, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1-199), het proces-verbaal met het nummer RF13-90228 (ZD3), van de regiopolitie Haaglanden, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1-124) en het proces-verbaal met nummer PL1513 2012162412 (ZD4), van de regiopolitie Haaglanden, met bijlagen (niet-doorgenummerd).
2.ZD1: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 1] d.d. 13 juni 2012, blz. 208-210.
3.ZD1: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 1] d.d.13 juni 2012, blz. 161-163.
4.ZD1: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 1] d.d. 13 juni 2012, blz. 164-167.
5.ZD1: proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 13 november 2012, blz. 10-11.
6.ZD1: geschrift, p. 195.
7.ZD2: Vonnis Rechtbank Rotterdam dd 11 maart 2011, blz 119.
8.ZD1: proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 13 november 2012, blz. 11.
9.ZD1: bijlagen bij het proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 1] d.d. 6 juni 2012, blz. 132; bijlagen bij het proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 1] d.d. 6 juni 2012, blz. 148.
10.ZD1: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 1] d.d. 6 juni 2012, blz. 90-93.
11.ZD1: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 1] d.d. 6 juni 2012, blz. 142-143.
12.ZD2: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 2] d.d. 28 februari 2012, blz. 55-56 en bijlagen blz. 62-65.
13.ZD2: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 2] d.d. 28 februari 2012, blz. 56 en bijlagen blz. 58-61 en blz. 66-68.
14.ZD2: proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 27 september 2012, blz. 136-137.
15.ZD2: bijlagen bij het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , blz. 164-169.
16.ZD2: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 3] d.d. 30 maart 2012, blz. 9-11.
17.ZD2: proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 26 september 2012, blz. 132; proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 27 september 2012, blz. 134-135.
18.ZD2: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 4] d.d. 21 april 2012, blz. 15-16.
19.ZD2: proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 27 september 2012, blz. 135.
20.ZD2: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 5] d.d. 26 juni 2012, blz. 22-24.
21.ZD2: proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 27 september 2012, blz. 136.
22.ZD3: Vonnis rechtbank ’s-Gravenhage dd 15 mei 2012, blz. 24-25.
23.ZD3: aangifte van faillissementsfraude van D.A.Beck d.d. 23 november 2012, blz. 27.
24.ZD3: proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 25 juni 2013, blz. 78-79.
25.ZD4: proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 6] d.d. 25 januari 2012.
26.ZD4: bijlage bij het proces-verbaal van aangifte van [naam aangever 6] d.d. 25 januari 2012.
27.ZD4: proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 25 mei 2013.