Uitspraak
Alimentatie
Beschikking op het op 4 september 2013 ingekomen verzoek van:
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- het f-formulier d.d. 27 december 2013 van de zijde van de man.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot nihilstelling van kinderalimentatie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A. Kamphuis, verzocht de rechtbank om de kinderalimentatie met terugwerkende kracht op nihil te stellen, omdat de eerdere beschikking van 1 juni 2010 niet aan de wettelijke maatstaven zou hebben voldaan. De man stelde dat zijn inkomsten uit onderneming sinds 2009 aanzienlijk waren gedaald, en dat de rechtbank bij de eerdere bepaling van de alimentatie was uitgegaan van onjuiste of onvolledige gegevens. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E.M. Beijersbergen, voerde verweer en betwistte de stellingen van de man. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de financiële situatie van de man en de eerdere alimentatiebeschikking. De rechtbank concludeerde dat de man vanaf 2009 geen draagkracht had om de vastgestelde kinderalimentatie te voldoen, en dat de eerdere beschikking van 1 juni 2010 niet aan de wettelijke maatstaven had voldaan. De rechtbank heeft daarom de kinderalimentatie met ingang van 20 juli 2009 op nihil gesteld en bepaald dat de vrouw niet gehouden is tot terugbetaling van eerder betaalde alimentatie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.