In deze zaak heeft de kinderrechter op 19 maart 2014 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoekschrift van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, tot ondertoezichtstelling van een minderjarige. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], verblijft bij de moeder, die het ouderlijk gezag alleen uitoefent. De vader is erkend, maar woont op een ander adres. De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, en de zaak is behandeld met gesloten deuren.
Tijdens de zitting zijn de Raad, Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland, de moeder met haar advocaat mr. N.A. Koole, en de vader verschenen. De Raad heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling ingediend omdat er een reëel risico is op een bedreigde ontwikkeling van de minderjarige. Dit risico is vooral te wijten aan de kwetsbare situatie van de moeder, die onder druk van instanties hulpverlening heeft aanvaard. Ondanks dat de veiligheid van de minderjarige momenteel gewaarborgd lijkt, wil de Raad zekerheid voor de lange termijn.
De advocaat van de moeder heeft het verzoek afgewezen en betoogd dat er geen aanwijzingen zijn dat de moeder niet bereid is om vrijwillige hulpverlening te accepteren. De moeder verblijft in een moeder-kindhuis en heeft haar leven verbeterd door te stoppen met drugs en in schuldsanering te gaan. De vader steunt de moeder en samen willen zij een goede toekomst voor de minderjarige opbouwen.
De kinderrechter heeft overwogen dat, hoewel de ouders persoonlijke problematiek hebben, zij bereid zijn om vrijwillige hulpverlening te accepteren. De kinderrechter heeft besloten om het verzoek aan te houden, zodat de ouders de kans krijgen om de nodige hulpverlening te aanvaarden. De Raad moet twee weken voor de volgende zitting een rapportage over de huidige stand van zaken overleggen. De beschikking is gegeven door mr. A.J.J.M. Weijnen en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 19 maart 2014.