ECLI:NL:RBDHA:2014:2761

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 maart 2014
Publicatiedatum
5 maart 2014
Zaaknummer
C/09/459091 / KG ZA 14-88
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing bezwaren van BAM tegen aanbestedingsprocedures gemeente Leiden voor ondergrondse parkeergarages

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag op 6 maart 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen BAM Civiel B.V. en de Gemeente Leiden, met betrekking tot de aanbestedingsprocedures voor de bouw van twee ondergrondse parkeergarages aan de Lammermarkt en de Garenmarkt. BAM, als eiseres, had bezwaar gemaakt tegen de gunningsbeslissing van de Gemeente, die de opdracht voor de parkeergarage aan de Lammermarkt had gegund aan de combinatie Dura Vermeer-Besix. BAM stelde dat de Gemeente fouten had gemaakt in de aanbestedingsprocedure en dat haar inschrijving onterecht was afgewezen.

De rechtbank heeft de bezwaren van BAM afgewezen en geoordeeld dat de Gemeente de aanbestedingsprocedure correct had uitgevoerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat BAM niet had aangetoond dat de beoordeling van haar inschrijving onjuist was en dat de Gemeente voldoende ruimte had gelaten voor creativiteit en innovatie in de inschrijvingen. De rechtbank benadrukte dat de beoordeling van inschrijvingen inherent subjectief is, maar dat de Gemeente de beoordelingscriteria duidelijk had gecommuniceerd en dat de inschrijvingen op een objectieve manier waren beoordeeld.

Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de Gemeente de aanbestedingsprocedure voor de parkeergarage aan de Garenmarkt mocht voortzetten, ondanks de bezwaren van BAM. De rechtbank concludeerde dat BAM niet-ontvankelijk was in haar vorderingen met betrekking tot de Garenmarkt, omdat zij niet had ingeschreven op die opdracht. De vorderingen van BAM werden afgewezen, en BAM werd veroordeeld in de proceskosten.

Deze uitspraak bevestigt de noodzaak voor transparantie en gelijkheid in aanbestedingsprocedures, en onderstreept het belang van een zorgvuldige en objectieve beoordeling van inschrijvingen door aanbestedende diensten.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/459091 / KG ZA 14-88
Vonnis in kort geding van 6 maart 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAM CIVIEL B.V.,
gevestigd te Gouda,
eiseres,
advocaat mr. P.F.C. Heemskerk te Utrecht,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE LEIDEN,
zetelend te Leiden,
gedaagde,
advocaat mr. J.C. Verlinden-Bijlsma te Rotterdam,
waarin zijn tussengekomen:
1. de naamloze vennootschap
DURA VERMEER GROEP N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de naamloze vennootschap naar Belgisch recht
N.V. BESIX S.A.,
gevestigd te Sint-Lambrechts-Woluwe, België,
advocaat mr. B.H.J. Blaisse-Verkooyen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als 'BAM' (eiseres), 'de Gemeente' (gedaagde) en 'de Combinatie' (interveniënten).

1.Het incident tot tussenkomst, subsidiair voeging

De Combinatie heeft gevorderd te mogen tussenkomen in de procedure tussen BAM en de Gemeente, dan wel zich te mogen voegen aan de zijde van de Gemeente. Ter zitting van 25 februari 2014 hebben BAM en de Gemeente verklaard geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van de incidentele vordering. De Combinatie is vervolgens toegelaten als tussenkomende partij, aangezien zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij daarbij voldoende belang heeft. Voorts is niet gebleken dat de tussenkomst in de weg staat aan de vereiste spoed bij dit kort geding en de goede procesorde in het algemeen.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 25 februari 2014 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
De Gemeente heeft twee - afzonderlijke - Europese niet-openbare aanbestedingsprocedures georganiseerd ten behoeve van het ontwerp, de realisatie en het meerjarig onderhoud betreffende twee ondergrondse parkeergarages. De ene procedure heeft betrekking op een parkeergarage aan de Lammermarkt te Leiden (hierna 'Parkeergarage Lammermarkt') en de andere op een parkeergarage aan de Garenmarkt te Leiden (hierna 'Parkeergarage Garenmarkt').
2.2.
Na de selectiefase heeft de Gemeente in beide procedures aan vijf dezelfde partijen - onder wie BAM en de Combinatie - verzocht een inschrijving in te dienen.
Met betrekking tot Parkeergarage Lammermarkt
2.3.
Voor zover hier van belang vermeldt de Inschrijvingsleidraad van 3 oktober 2013:
"2.4 Gewenste kwaliteit parkeerproduct
Deze gewenste kwaliteit van het parkeerproduct, de beleving van de parkeervoorziening, is zoveel mogelijk vertaald in eisen (Vraagspecificatie). Deze eisen vormen de ondergrens van de gewenste kwaliteit. Echter de gewenste kwaliteit dient richtinggevend te blijven bij het ontwerp, de bouw en het onderhoud van de parkeervoorziening. De gewenste kwaliteit wordt daarom hieronder nader geïllustreerd.
(…)
2.5
Kritische succes factoren
Afgeleid van de analyse van Spark/Ecorys (2012) en op basis van andere publieke belangen van de gemeente Leiden zoals geformuleerd in het Kaderbesluit (2012), zijn voor het project "Parkeergarages Lammermarkt en Garenmarkt" de volgende Kritische succesfactoren vastgesteld, in volgorde van prioriteit:
De kwaliteit van het parkeerproduct en de toegang tot de Binnenstad zijn hoogwaardig;
De kosten en risico’s van het parkeerproduct voor de gemeentelijke parkeerexploitatie zijn minimaal;
De hinder voor en schade aan de omgeving zijn gedurende de realisatiefase van het Project minimaal;
De ontzorging en ontlasting van de Opdrachtgever tijdens alle Projectfasen is maximaal.
Voor wat betreft het realiseren van deze Kritische succesfactoren wil de Aanbesteder creativiteit en deskundigheid vanuit de markt mobiliseren.
Bovenstaande Kritische Succesfactoren en de prioritering daarvan zijn vertaald naar Sub(sub)gunningcriteria en eisen aan de Inschrijving.
(…)
3.4
Uitwerkingsniveau van de Vraagspecificatie
De Vraagspecificatie is uitgewerkt als een zo veel mogelijk functioneel gespecificeerd Programma van Eisen, overeenkomstig de methodiek van Systems Engineering. Daarin wordt beschreven van de doelen, gewenste prestaties, randvoorwaarden en minimumeisen zijn, zonder deze te beperken tot één ontwerpoplossing. De Aanbesteder heeft op deze wijze de kwaliteit van het eindresultaat zeker gesteld en biedt Inschrijvers de ruimte om zich te onderscheiden met inventieve oplossingen.
(…)
4.1
Planning Inschrijvingsfase
(…)
Activiteit
Datum en tijdstip
Gunningfase
Verzenden uitnodiging tot Inschrijving
2 oktober 2013
(…)
(…)
Indienen Inschrijving (uiterlijk)
11 december 2013 | 13:00 uur
Beoordeling Inschrijvingen
11 – 24 december 2013
Bekendmaking voornemen tot gunning (uiterlijk)
8 januari 2014
Vervaltermijn bezwaar gunningsvoornemen
28 januari 2014
Definitieve gunning
28 januari 2014
(…)
(…)
(…)
4.4
Communicatie
Tijdens de Inschrijvingsfase gelden de volgende communicatie-uitgangspunten:
(…)
3. Geselecteerde Gegadigden en/of Inschrijvers dienen een proactieve houding aan te nemen, op straffe van verval van rechten. In dit kader wordt in het bijzonder verwezen naar paragraaf 6.3 (Nadere inlichtingen).

5.De Inschrijving

5.1
Onderdelen
De Inschrijving dient te bestaan uit de volgende onderdelen:
Het volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende inschrijvingsformulier, conform het in Bijlage 1 (Inschrijvingsformulier) opgenomen model;
In te dienen inschrijvingsdocumenten:
2.1.
Aanbodscopedocument (KSF # 1 en 3);
2.2.
Prijsdocument (KSF #2);
2.3.
Planning op hoofdlijnen (KSF #2 en 4);
2.4.
Risicobeheersings- en toegevoegde waardeplan (KSF #1, 2, 3 en 4);
2.5.
Visie op samenwerking met de Opdrachtgever (KSF #4);
2.6.
Optioneel exploitatieaanbod (KSF #2).
Voor elk van de inschrijvingsdocumenten is door middel van de toevoeging 'KSF # (nummer)' aangeduid met welke van de Kritische succesfactoren een directe relatie aanwezig is.
(…)
5.2.
Aanbodscopedocument (KSF #1 en 3)
In het Aanbodscopedocument dient de Inschrijver uit te werken welke oplossingen aangeboden worden (Aanbodscope) als antwoord op de Vraagspecificatie (Vraagscope). Het Aanbodscopedocument dient te bestaan uit twee onderdelen:
Aanbiedingsontwerp (Kritische succesfactor #1);
Plan van Aanpak voor de realisatiefase (Kritische succesfactor #3);
(…)
6.5.3
Beoordeling Inschrijvingen
(…)
Zoals kort toegelicht in paragraaf 6.5.2 wordt na het verstrijken van de uiterste datum en tijdstip van aanbesteding door de voorzitter van de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase het deel ‘KWALITATIEF’ geopend en ter beoordeling aan de individuele leden van de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase verstrekt. De Inschrijvingen worden eerst door elk van de leden van de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase afzonderlijk beoordeeld. Vervolgens worden de afzonderlijke beoordelingsresultaten plenair door de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase besproken, bediscussieerd en wordt door de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase een gemeenschappelijke definitieve beoordeling (consensus) vastgesteld.
(…)
6.6
Beoordelingspunten deel 'KWALITATIEF'
Het deel ‘KWALITATIEF’ van de Inschrijvingen omvat de volgende onderdelen die worden beoordeeld:
Aanbodscopedocument;
Planning op hoofdlijnen;
Risicobeheersings- en toegevoegde waardeplan;
Visie op samenwerking met de Opdrachtgever.
6.6.1
Aanbodscopedocument (KSF # 1 en 3)
Het Scopedocument omvat een tweetal onderdelen:
Aanbiedingsontwerp;
Plan van Aanpak voor de realisatiefase;
De onderdelen worden als afzonderlijke documenten beoordeeld, waarvoor Inschrijvers twee scores kunnen behalen.
(…)
6.7
Scoremethodiek
Bij de beoordeling van het deel ‘kwalitatief’ van de Inschrijving alsmede de interviews met sleutelfunctionarissen wordt een beoordelingscijfer gegeven. Bij de beoordeling van de verschillende criteria wordt een beoordelingscijfer gegeven. De reeks beoordelingscijfers loopt van 10 tot en met 2. De reeks beoordelingscijfers is als volgt:
Score
Kwalificatie
Kwaliteitswaarde
10
Uitmuntend (maximale meerwaarde)
100% aftrek
8
Goed (aanzienlijke meerwaarde)
50% aftrek
6
Neutraal (geen meerwaarde)
0% (geen aftrek, geen bijtelling)
4
Onvoldoende
50% bijtelling
2
Slecht
100% bijtelling
Tabel 7 -Overzicht scoremethodiek
De maximale score wordt toegekend als dit onderdeel overtuigende informatie bevat dat de genoemde doelstellingen van de Aanbesteder bereikt worden. De mate waarin bepaalt de score. De score 6 betekent dat er geen sprake is van meerwaarde, maar ook geen sprake van een negatief effect. De cijfers 8 en 10 leveren een fictieve aftrek op. Indien het cijfer 4 of 2 wordt gescoord, betekent dit een fictieve bijtelling.
Inschrijvingen (en interviews) worden bij de beoordeling onderling vergeleken. De Inschrijving die na onderlinge vergelijking het beste scoort, krijgt de hoogste beoordeling. Het is mogelijk dat twee Inschrijvers voor een bepaald onderdeel hetzelfde cijfer scoren. Dat is het geval indien de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase van mening is dat de ene Inschrijver ten aanzien van dit onderdeel niet duidelijk beter of slechter is dan die andere Inschrijver.
Een door de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase toegekend beoordelingscijfer betreft telkens een teamresultaat in consensus en geen gemiddelde van individuele beoordelingscijfers.
6.8
Economisch Meest Voordelige Inschrijving
Gunning vindt plaats aan de Inschrijver met de, uit het oogpunt van Aanbesteder, Economisch Meest Voordelige Inschrijving. Welke Inschrijver de Economisch Meest Voordelige Inschrijving heeft gedaan, wordt aan de hand van Sub(sub)gunningcriteria bepaald.
De toegekende scores bij de beoordeling van het onderdeel ‘KWALITATIEF’ van de Inschrijving worden gemonetariseerd door middel van de methode van ‘Gunnen op Waarde’. De scores leiden tot een kwaliteitswaarde, die wordt vertaald naar een fictieve aftrek of bijtelling op Prijs van de Inschrijver. In de onderstaande tabel staat de maximale gemonetariseerde fictieve aftrek of bijtelling vermeld.
De maximale totale te behalen kwaliteitswaarde betreft € 10 mln. Dat komt overeen met ca. 30% van de Plafondprijs.
De mate waarin de verschillende Sub(sub)gunningcriteria bijdragen aan de maximale te behalen kwaliteitswaarde is onderstaande tabel weergegeven.
#
Onderdeel
% van maximale
kwaliteitswaarde
Maximale
Kwaliteitswaarde in €
1
Aanbodscopedocument
60%
€3.500.000,-
1.1
Aanbiedingsontwerp
35%
1.2
Plan van Aanpak voor de realisatiefase
25%
€2.500.000,-
1.2.1
Waarborgen bereikbaarheid en toegankelijkheid
10%
1.2.2
Voorkomen van schades en verstoringen
15%
2
Planning op hoofdlijnen
10%
€1.000,000-
3
Risicobeheersings- en toegevoegde waardeplan
20%
€2.000,000-
4
Visie op samenwerking met de Opdrachtgever
10%
€1.000,000-
Totaal:
100%
€10.000.000,-
Tabel 8– Overzicht Sub(sub)gunningcriteria en maximale te behalen kwaliteitswaarde
(…)
6.9
Afronden beoordeling
Ter afronding van de beoordeling wordt door de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase de door de Inschrijvers behaalde fictieve Prijs bepaald en een ranglijst opgesteld, waaruit de Economisch Meest Voordelige Inschrijving blijkt. De Inschrijving met de laagste fictieve Prijs is de Economisch Voordelige Inschrijving."
2.4.
Bij de Inschrijvingsleidraad behoren onder andere (i) een "Vraagspecificatie", waarin de Gemeente beschrijft aan welke doelen, prestaties, randvoorwaarden en minimumeisen de parkeergarage moet voldoen, (ii) een "Beeldkwaliteitsplan", waarin wordt aangegeven welke uitstraling de garage moet hebben en welke ontwerpelementen gewenst zijn om een hoge kwalitatieve uitstraling te bereiken, (iii) een document van 17 september 2013 met als onderwerp "Aanvulling cilindervormige garages", waarin de aanvullende eisen met betrekking tot cilindervormige garages ten opzichte van rechthoekige garages worden beschreven en (iv) de "Randvoorwaarden VDHC parkeergarage Lammermarkt", waarin de randvoorwaarden voor veiligheid, doorstroming, hinder en communicatie zijn opgenomen.
2.5.
De Gemeente heeft vier algemene nota's van inlichtingen en twee specifiek op BAM gerichte nota's van inlichtingen opgesteld.
2.6.
De (bouw)werkzaamheden mogen niet eerder aanvangen dan 6 oktober 2014.
2.7.
BAM heeft - samen met vier andere partijen, onder wie de Combinatie - tijdig een inschrijving ingediend. BAM heeft ingeschreven met een rechthoekige parkeergarage en de Combinatie met een cilindervormige.
2.8.
Bij brief van 8 januari 2014 heeft de Gemeente - onder meer - het volgende bericht aan BAM:
"In het kader van de Europese niet-openbare aanbestedingsprocedure van de Opdracht "PD-DBM Parkeergarage Lammermarkt Gemeente Leiden", maakt de gemeente u hierbij het voornemen tot gunning bekend: de Aanbesteder heeft op advies van de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase besloten tot gunning van de Opdracht aan Combinatie Dura Vermeer – BESIX te Rotterdam.
(…)

2.Motivatie beoordelingsresultaat

Het kwalitatieve deel van de Inschrijving bestaat uit vier onderdelen:

Aanbodscopedocument;
Planning op hoofdlijnen;
Risicobeheersings- en toegevoegde waardeplan;
Visie op samenwerking met de Opdrachtgever.
Hieronder worden de toegekende scores voor het kwalitatieve deel van uw Inschrijving, zoals ook weergegeven in bijlage 2, gemotiveerd.
2.1
Aanbodscopedocument
Het Aanbodscopedocument bestaat uit twee onderdelen:
Aanbiedingsontwerp:
Plan van aanpak voor de realisatiefase.
2.1.1
Aanbiedingsontwerp
Over alle elementen van de parkeergarage is zichtbaar nagedacht, tot aan de belijning, bredere rijbanen, kolommen en wandafwerking aan toe. De daglichttoetreding wordt gemaximaliseerd tot op de laagste parkeervloer. Grote vide, de vorm zet zich door in de garage. De parkeergarage is helder en overzichtelijk. Er is voorzien in een extra inrit, er wordt geen wisselstrook ingepast. De beheerderruimte is op een overzichtelijke locatie gepositioneerd. De vindbaarheid van de verdiepingen is goed ontworpen door duidelijke kleuren. De kolommen zijn strak vormgegeven, de wandafwerking en de paddestoelvorm zijn aansprekend. Er zitten geen balken in de vlakke vloer. De kabelgoot met armatuur, als deze daadwerkelijk wordt vormgegeven als in de visuele weergave, wordt als positief beoordeeld.
Het Aanbiedingsontwerp is de score 4 toegekend, omdat de informatie onvoldoende is in de overtuiging dat de doelstellingen van de Aanbesteder bereikt worden. Het komt onvoldoende tegemoet aan de gewenste kwaliteit (gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde) van het parkeerproduct. De maximale score kon niet worden toegekend, met als motivatie:

Een heldere integrale visie is niet aangetroffen. De onderdelen van de parkeergarage komen over als zijnde een optelsom van separate oplossingen;

De wens van linksom draaiend verkeer is niet geheel ingelost. Er is deels rechtsom draaiend verkeer;

Er zijn veel conflictpunten tussen verkeersstromen, zowel tussen autoverkeer onderling als tussen autoverkeer met voetgangers;

Niet alle parkeerplekken zijn bereikbaar met looppaden, inefficiëntie;

De functionaliteit is beperkt, hij veroorzaakt zoekverkeer en een langere route naar een parkeerplek;

De entree voor voetgangers en de beheerderruimte staan los van elkaar, en er is geen voetgangersroutering aanwezig;

Op de lagere verdieping is geen voetgangersontsluiting;

De wortelstructuur tussen de verschillende verdiepingen wordt nauwelijks ervaren door gebruikers. De uitwerking hierin is cruciaal;

Het afwerkingsniveau van de vloer en plafond (beton) is laag;

Het noodtrappenhuis beperkt de parkeervakken;

Aandacht voor interactie tussen sprinkler en ventilatiesysteem blijft noodzakelijk;

Onaantrekkelijke vluchtroutes, lange afstanden.
Het onderscheidend vermogen is onvoldoende ten opzichte van de andere Inschrijvingen.
De Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) van Combinatie Dura Vermeer – BESIX te Rotterdam is de score 8 toegekend voor het Aanbiedingsontwerp. In essentie biedt dit ontwerp op zowel gebruikswaarde, belevingswaarde als toekomstwaarde een aantrekkelijk concept voor bezoekers en beheerder. Het betreft een ruim, overzichtelijk en functioneel en zakelijk ontwerp met een hoogwaardige kwaliteit en afwerkingsniveau. Aantrekkelijk voor bezoekers en beheerder.
2.1.2
Plan van aanpak voor de realisatiefase
Het Plan van aanpak voor de realisatiefase bestaat uit twee onderdelen:

Waarborgen bereikbaarheid en toegankelijkheid:

Voorkomen van schades en verstoringen.
2.1.2.1Waarborgen bereikbaarheid en toegankelijkheid
Aansprekend zijn de gedetailleerde bouwplaatsinrichting. Goede busverbindingen blijven mogelijk. Er wordt extra parkeergelegenheid geboden. Goed nagedacht over de bereikbaarheid. De viskar is een plaats gegeven. Just in time logistiek. Afvoer van grond via water is een omgevingsvriendelijke oplossing
Het Plan van aanpak is voor het onderdeel 'waarborgen bereikbaarheid en toegankelijkheid' de score 6 toegekend, omdat de informatie neutraal is in de overtuiging dat de doelstellingen van de Aanbesteder bereikt worden. Er wordt geen meerwaarde geboden in het waarborgen van de bereikbaarheid en toegankelijkheid. De maximale score kon niet worden toegekend, met als motivatie:

Er zijn twee fysieke bouwfasen voorzien;

De busrouting wordt als krap beschouwd;

De fietsroute is van onvoldoende kwaliteit;

De aanzet voor de bouwlogistiek is niet uitgewerkt;

Beperkte mogelijkheden inpassing jaarlijkse festiviteiten op 3 oktober;

Geen rekening gehouden met andere bouwprojecten;

Te veel verstoring bij kruispunt nabij InCasa door in- en uitritten;

Geen communicatiemedewerker beschikbaar voor het project;

Onveilig op- en afrijden van diverse parkeerplaatsen langs de Molenwerf;

Nabij Beestenmarkt onveilige situatie voor fietsers.
Het onderscheidend vermogen is neutraal ten opzichte van de andere Inschrijvingen.
De Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) van Combinatie Dura Vermeer – BESIX te Rotterdam is de score 10 toegekend voor het onderdeel 'waarborgen bereikbaarheid en toegankelijkheid'. De aanpak omvat in essentie een heldere en vloeiende fasering met minimale impact op bestaande verbindingen die wordt gecombineerd met een relatief korte bouwtijd met minimale hinder en overlast.
2.1.2.2Voorkomen van schades en verstoringen
De aanpak is ondanks de traditionele bouwmethode acceptabel wat betreft de absolute vervorming van panden, de opgelegde rotatie op pandniveau, de uitvoeringsmethode en afstand tot gevels, de bouwmethode in relatie tot de omgeving, de kans op beïnvloeding van de grondwaterstand en geluid.
Het Plan van aanpak is voor het onderdeel 'voorkomen schades en verstoringen' de score 6 toegekend, omdat de informatie neutraal is in de overtuiging dat de doelstellingen van de Aanbesteder bereikt worden. Er wordt geen meerwaarde geboden in het voorkomen van schades en verstoringen. De maximale score kon niet worden toegekend, met als motivatie:

Vertrouwen in haalbaarheid (volledig) drukken damwanden is op basis van ervaring kritisch;

Het risico voor de omgeving blijft, totdat het tegendeel in het werk blijkt;

Effecten van terugvaloptie op omgeving (fluïderen) zijn aanwezig maar niet onderkend;
Het onderscheidend vermogen is neutraal ten opzichte van de andere Inschrijvingen.
De Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) van Combinatie Dura Vermeer – BESIX te Rotterdam is de score 10 toegekend voor het onderdeel 'voorkomen schades en verstoringen'. In essentie betreft het een zorgvuldige aanpak die resulteert in een minimaal risicoprofiel voor de bebouwde omgeving, door op alle fronten te voorzien in overtuigende predicties van de invloed die van de bouwwerkzaamheden uitgaat.
2.2
Planning op hoofdlijnen
Aansprekend is dat er 85% trefzekerheid is ten aanzien van de mijlpaal op 31 oktober 2016. Er is een risicobuffer van 6 weken voorzien. Het is mogelijk om vier maanden eerder op te leveren dan de contractuele eisen voorschrijven. De festiviteiten rond 3 oktober 2016 kunnen mogelijk plaatsvinden.
De Planning op hoofdlijnen is de score 8 toegekend, omdat de informatie goed is in de overtuiging dat de doelstellingen van de Aanbesteder bereikt worden. Er wordt aanzienlijke meerwaarde geboden in het tegemoetkomen aan de gewenste robuustheid en zekerheid dat de mijlpalen worden gehaald met minimale uitvoeringstijd. De maximale score kon niet worden toegekend, met als motivatie:

De festiviteiten rond 3 oktober kunnen mogelijk slechts eenmaal plaatsvinden (2016);

Voor wat betreft het Meerjarig Onderhoud is slechts een globaal plan verstrekt .
Het onderscheidend vermogen is goed ten opzichte van de andere Inschrijvingen.
De Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) van Combinatie Dura Vermeer – BESIX te Rotterdam is de score 8 toegekend voor de Planning op hoofdlijnen. In essentie wordt een relatief korte bouwtijd gecombineerd met voldoende risicobuffers en een hoge mate van trefzekerheid. Het kritische pad biedt een hoge mate van comfort.
(…)
2.4
Visie op samenwerking met de Opdrachtgever
Aansprekende elementen zijn de simulatie 'samen bouwen aan succes', de mix van harde en zachte factoren, investeren in contact met de omgeving en het integraal BIM-model.
De visie op samenwerking met de Opdrachtgever is de score 6 toegekend, omdat de informatie neutraal is in de overtuiging dat de doelstellingen van de Aanbesteder bereikt worden. De maximale score kon niet worden toegekend, met als motivatie:

Er wordt geen toelichting gegeven op succes- en faalfactoren voor samenwerking en ontzorging;

Gezamenlijke optimalisatie-pot is feitelijk een sigaar uit eigen doos;

Voorbeelden worden gegeven, maar geen specifieke aanpak voor Leiden;

De tekst is op een aantal plaatsen generiek en onvoldoende project- en locatiespecifiek;

In de organisatiestructuur is geen omgevingsmanager voorzien.
Het onderscheidend vermogen is neutraal ten opzichte van de andere Inschrijvingen.
De Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) van Combinatie Dura Vermeer – BESIX te Rotterdam is de score 8 toegekend voor de visie op samenwerking met de Opdrachtgever. In essentie is deze logisch en doordacht, omvat de inzet van een degelijk projectteam, en heeft succes- en faalfactoren ten aanzien van de samenwerking nauwkeurig in beeld gebracht."
2.9.
Het - op 24 december 2013 opgemaakte - proces-verbaal van aanbesteding van 10 december 2013 vermeldt onder andere:
"Bij de aanbesteding overeenkomstig de Europese niet openbare procedure, overeenkomstig het gestelde in de Inschrijvingsleidraad en de bepalingen van de Aanbestedingswet 2012, is na beoordeling van de ingekomen Inschrijvingen door de Aanbestedingscommissie Inschrijvingsfase, de onderstaande staat opgemaakt.
Ranking
Inschrijver
fictieve Prijs (excl. BTW)
1
Combinatie Dura Vermeer - BESIX te Rotterdam
€ 22.650.000,-
2
Mobilis B.V. te Apeldoorn
€ 26.035.000,-
3
BAM Civiel B.V. te Gouda
€ 26.250.000,-
4
Strukton Civiel Projecten B.V. te Maarssen
€ 32.541.018,-
5
Ballast Nedam Infra B.V. te Nieuwegein
€ 35.548.000,-
"
2.10.
Op 13 januari 2014 heeft tussen BAM en de Gemeente een evaluatiegesprek plaatsgevonden, waarbij de Gemeente de gunningsbeslissing nader heeft toegelicht. Op twee vragen van BAM heeft de Gemeente bij brief van 24 januari 2014 gereageerd.
2.11.
Bij brief van 24 januari 2014 heeft BAM de Gemeente bericht zich niet te kunnen verenigen met de gunningsbeslissing en verzocht om een herbeoordeling van haar inschrijving. Tevens vroeg BAM de zogenaamde 'Alcateltermijn' op te schorten. De Gemeente heeft aan die verzoeken van BAM niet voldaan. Wel heeft op 28 januari 2014 nog een - toelichtend - gesprek plaatsgevonden tussen BAM en de Gemeente.
Met betrekking tot Parkeergarage Garenmarkt
2.12.
Voor zover hier van belang vermeldt de Inschrijvingsleidraad van 8 november 2013:
"
3.4 Uitwerkingsniveau van de Vraagspecificatie
De Vraagspecificatie is uitgewerkt als een zo veel mogelijk functioneel gespecificeerd Programma van Eisen, overeenkomstig de methodiek van Systems Engineering. Daarin wordt beschreven van de doelen, gewenste prestaties, randvoorwaarden en minimumeisen zijn, zonder deze te beperken tot één ontwerpoplossing. De Aanbesteder heeft op deze wijze de kwaliteit van het eindresultaat zeker gesteld en biedt Inschrijvers de ruimte om zich te onderscheiden met inventieve oplossingen.
(…)
4.1
Planning Inschrijvingsfase
(…)
Activiteit
Datum en tijdstip
Gunningfase
(…)
(…)
Verzenden uitnodiging tot Inschrijving
8 november 2013
(…)
(…)
Indienen Inschrijving (uiterlijk)
31 januari 2014 | 13:00 uur
Beoordeling Inschrijvingen
3 - 12 februari 2014
Bekendmaking voornemen tot gunning (uiterlijk)
19 februari 2014
Vervaltermijn bezwaar gunningsvoornemen
12 maart 2014
Definitieve gunning
12 maart 2014
(…)
(…)
(…)
4.4
Communicatie
Tijdens de Inschrijvingsfase gelden de volgende communicatie-uitgangspunten:
(…)
3. Geselecteerde Gegadigden en/of Inschrijvers dienen een proactieve houding aan te nemen, op straffe van verval van rechten. In dit kader wordt in het bijzonder verwezen naar paragraaf 6.3 (Nadere Inlichtingen)."
2.13.
De Gemeente heeft twee algemene nota's van inlichtingen en één specifiek op BAM gerichte nota van inlichtingen opgesteld.
2.14.
Bij brief van 17 januari 2014 heeft BAM aan de Gemeente verzocht de Inschrijvingsleidraad zodanig aan te passen dat de gunningscriteria volledig objectief en transparant zijn en de datum voor het indienen van een inschrijving uit te stellen. Op 22 januari 2014 heeft de Gemeente aan BAM bericht dat die verzoeken worden afgewezen.
2.15.
Op 24 januari 2014 heeft BAM nogmaals aan de Gemeente verzocht de Inschrijvingsleidraad aan te passen en de inschrijvingstermijn met acht weken te verlengen. Ook die verzoeken zijn niet ingewilligd.
2.16.
Twee partijen - onder wie de Combinatie - hebben tijdig een inschrijving ingediend. BAM heeft daarvan afgezien.
2.17.
In het bestek van de onderhavige procedure heeft BAM - na het uitbrengen van de dagvaarding van 28 januari 2014 - op 30 januari 2014 aan de voorzieningenrechter verzocht om aan de Gemeente de instructie te geven de aanbestedingsprocedure betreffende Parkeergarage Garenmarkt op te schorten totdat is beslist in het onderhavige kort geding. Na gemotiveerd bezwaar van de Gemeente heeft de voorzieningenrechter dat verzoek afgewezen, hetgeen bij faxbericht van 31 januari 2014 aan BAM en de Gemeente is bericht.

3.Het geschil

3.1.
BAM vordert, zakelijk weergegeven:
Met betrekking tot Parkeergarage Lammermarkt
primair
I. de Gemeente te gebieden het gunningsbesluit van 8 januari 2014 in te trekken;
II. de aanbestedingsprocedure te staken en gestaakt te houden;
III. de opdracht opnieuw aan de besteden;
subsidiair
IV. de Gemeente te gebieden de inschrijving van BAM opnieuw te laten beoordelen door een nieuwe beoordelingscommissie;
V. de Gemeente te gebieden op basis van de uitgevoerde herbeoordeling de gewijzigde score van BAM vast te stellen en - voor zover zulks leidt tot een gewijzigde rangorde - het huidige gunningsvoornemen in te trekken en aan de inschrijvende partijen een nieuw gunningsvoornemen bekend te maken, onder vermelding van een nieuwe rechtsbeschermingstermijn van twintig dagen;
VI. voor zover de herbeoordeling niet leidt tot een gewijzigde rangorde, de Gemeente te gebieden dat gemotiveerd aan BAM te berichten, waarbij inzage wordt gegeven in de eind- en subscores van BAM en de voorlopige winnaar en BAM daarbij een nieuwe termijn van twintig dagen te gunnen om daartegen op te komen;
VII. de Gemeente te verbieden om hangende de onder IV, V en VI vermelde verrichtingen uitvoering te geven aan het huidige gunningsvoornemen;
meer subsidiair
VIII. de Gemeente te gebieden de inschrijving van BAM opnieuw te laten beoordelen door de beoordelingscommissie;
IX. de Gemeente te gebieden op basis van de uitgevoerde herbeoordeling de gewijzigde score van BAM vast te stellen en - voor zover zulks leidt tot een gewijzigde rangorde - het huidige gunningsvoornemen in te trekken en aan de inschrijvende partijen een nieuw gunningsvoornemen bekend te maken, onder vermelding van een nieuwe rechtsbeschermingstermijn van twintig dagen;
X. voor zover de herbeoordeling niet leidt tot een gewijzigde rangorde, de Gemeente te gebieden dat gemotiveerd aan BAM te berichten, waarbij inzage wordt gegeven in de eind- en subscores van BAM en de voorlopige winnaar en BAM daarbij een nieuwe termijn van twintig dagen te gunnen om daartegen op te komen;
XI. de Gemeente te verbieden om hangende de onder VIII, IX en X vermelde verrichtingen uitvoering te geven aan het huidige gunningsvoornemen;
in alle gevallen
XII. alles op straffe van een aan BAM te verbeuren dwangsom van € 100.000,-- voor iedere dag dat de Gemeente geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft;
XIII. de Gemeente te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
Met betrekking tot Parkeergarage Garenmarkt
primair,indien de Gemeente hangende de onderhavige procedure geen voorlopig gunningsvoornemen heeft geuit
XIV. de Gemeente te gebieden de gunningssystematiek en gunningscriteria te verduidelijken en kenbaar te maken aan alle gegadigden, waarbij wordt geconcretiseerd welke elementen tot een positieve dan wel negatieve beoordeling zullen leiden;
XV. de Gemeente te gebieden alle gegadigden een termijn van acht weken te bieden, na het verstrekken van de onder XIV vermelde informatie, voor het indienen van een inschrijving;
subsidiair, indien de Gemeente hangende de onderhavige procedure is overgegaan tot het uiten van een voorlopig gunningsvoornemen
XVI. de Gemeente te gebieden het gunningsvoornemen in te trekken;
XVII. de Gemeente te gebieden de gunningssystematiek en gunningscriteria te verduidelijken en kenbaar te maken aan alle gegadigden, waarbij wordt geconcretiseerd welke elementen tot een positieve dan wel negatieve beoordeling zullen leiden;
XVIII. de Gemeente te gebieden alle gegadigden een termijn van acht weken te bieden, na het verstrekken van de onder XVII vermelde informatie, voor het indienen van een inschrijving;
in alle gevallen
XIX. alles op straffe van een aan BAM te verbeuren dwangsom van € 100.000,-- voor iedere dag dat de Gemeente geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft;
XX. de Gemeente te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Samengevat stelt zij daartoe het volgende.
Met betrekking tot Parkeergarage Lammermarkt
De inschrijving van BAM is als derde geëindigd. Bij de beoordeling daarvan zijn echter substantiële fouten gemaakt, waardoor de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht zijn geschonden. Als gevolg daarvan zijn de aan de inschrijving van BAM toegekende scores voor wat betreft een groot aantal (sub-)(sub-)subgunningscriteria veel te laag uitgevallen. De beoordeling, althans de motivering daarvan in de gunningsbeslissing van 8 januari 2014 (i) is feitelijk onjuist, (ii) gaat het vooraf bekendgemaakte toetsingskader te buiten en (iii) kan niet redengevend zijn voor het puntenverschil tussen de Combinatie en BAM. Bovendien - zo heeft BAM op de zitting aangevoerd - is de inschrijving van de Combinatie ongeldig, zodat deze terzijde moet worden gelegd.
Met betrekking tot Parkeergarage Garenmarkt
De aanbestedingsprocedures met betrekking tot Parkeergarage Lammermarkt en Parkeergarage Garenmarkt vonden vrijwel gelijktijdig plaats. Zowel qua vorm als inhoud komen beide aanbestedingen nagenoeg overeen. In beide procedures zijn ook dezelfde (vijf) partijen uitgenodigd door de Gemeente tot het doen van een inschrijving. De gunningsbeslissing voor wat betreft Parkeergarage Lammermarkt is op 8 januari 2014 bekendgemaakt. De inschrijvingen ter zake van Parkeergarage Garenmarkt dienden daarna - uiterlijk op 31 januari 2014 - te worden ingediend. Aangenomen moet worden dat de geselecteerde partijen nog snel hun voordeel hebben willen doen met de motivering van de gunningsbeslissing inzake Parkeergarage Lammermarkt, door hun inschrijvingen ter zake van Parkeergarage Garenmarkt aan te passen op de punten die blijkens die motivering hebben geleid tot een lage score voor wat betreft hun inschrijving inzake Parkeergarage Lammermarkt. Dat levert een onrechtmatige situatie op, aangezien de geselecteerde gegadigden beschikken over verschillende informatie ten aanzien van elementen die de Gemeente wenselijk dan wel onwenselijk acht in het kader van de aanbestedingsprocedure betreffende Parkeergarage Garenmarkt. Daarmee is een situatie gecreëerd die strijd oplevert met het vereiste level playing field en het toepasselijke gelijkheids- en transparantiebeginsel in aanbestedingszaken.
3.3.
De Gemeente en de Combinatie hebbend de vorderingen van BAM gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig zal hun verweer hierna worden besproken.
3.4.
De Combinatie vordert de Gemeente te gebieden de opdracht betreffende Parkeergarage Lammermarkt aan geen ander te gunnen dan aan haar en BAM te veroordelen om te gehengen en gedogen dat die opdracht definitief aan haar wordt gegund, met veroordeling van BAM in de proceskosten.
3.5.
Verkort weergegeven stelt de Combinatie daartoe dat de Gemeente op goede gronden voornemens is de opdracht betreffende Parkeergarage Lammermarkt aan haar te gunnen.
3.6.
Voor zover nodig zullen de standpunten van BAM en de Gemeente met betrekking tot de vordering van de Combinatie hierna worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

De vorderingen van BAM
Met betrekking tot Parkeergarage Lammermarkt
Vooraf
4.1.
Centraal in het geschil betreffende Parkeergarage Lammermarkt staat de (motivering van de) kwalitatieve beoordeling van de inschrijving van BAM. Volgens BAM heeft de Commissie daarbij een groot aantal (22) steken laten vallen met betrekking tot de subgunningscriteria (i) Aanbodscopedocument [voor wat betreft alle daaronder vallende (sub-)sub-subgunningscriteria], (ii) Planning op hoofdlijnen en (iii) Visie op samenwerking met de Opdrachtgever. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 februari 2014 heeft BAM daaraan nog toegevoegd een tweetal omstandigheden die volgens haar meebrengen dat de inschrijving van de Combinatie ongeldig is en dus terzijde moet worden gelegd. Al die kwesties zullen hierna - steeds afzonderlijk - worden besproken. Alvorens daartoe over te gaan wordt met betrekking tot de (motivering van de) beoordeling van de inschrijving van BAM nog het volgende vooropgesteld.
4.2.
Enige mate van subjectiviteit is inherent aan de beoordeling van een kwalitatief criterium. Weliswaar staat dat (enigszins) op gespannen voet met de objectieve beoordelingssystematiek van het aanbestedingsrecht en de daarop toepasselijke beginselen van transparantie en gelijke behandeling, maar dat behoeft - op zichzelf - nog niet mee te brengen dat ook daadwerkelijk sprake is van strijd met dat recht c.q. die beginselen. Van belang is dat (i) het voor een kandidaat-inschrijver volstrekt duidelijk is wat van hem wordt verwacht, (ii) de inschrijvingen aan de hand van en overeenkomstig een zo objectief mogelijk systeem worden beoordeeld, en (iii) de gunningsbeslissing zodanig inzichtelijk wordt gemotiveerd dat het voor de afgewezen inschrijvers mogelijk is om de wijze waarop de beoordeling heeft plaatsgevonden te toetsen. Voor het overige komt de rechter slechts een beperkte toetsingsvrijheid toe wanneer het aankomt op de beoordeling van een kwalitatief criterium. Aan de aangewezen - deskundige - beoordelaars moet dienaangaande de nodige vrijheid worden gegund. Dat klemt te meer nu van de rechter niet kan worden verlangd dat hij specifieke deskundigheid bezit op het gebied van het onderwerp van de opdracht. Slechts indien sprake is van - procedurele dan wel inhoudelijke - onjuistheden c.q. onduidelijkheden die zouden kunnen meebrengen dat de (voorlopige) gunningsbeslissing niet deugt, is plaats voor ingrijpen door de rechter (zie onder meer LJN: BW9894, r.o. 3.5).
4.3.
Daar komt bij dat van een inschrijver wordt verwacht dat hij in eigen bewoordingen aangeeft op welke wijze hij de verlangde 'kwaliteit' gaat leveren. Daarmee wordt hij in de gelegenheid gesteld zich te onderscheiden van de andere inschrijvers en aldus zijn 'meerwaarde' aan te tonen. Mede gelet hierop mag van de aanbestedende dienst dan ook niet worden verwacht dat deze aangeeft wat nodig is om een maximale score voor wat betreft het criterium 'kwaliteit' te behalen. Alsdan zou iedere innovatie, creativiteit of ieder zelfstandig denkproces bij de inschrijvers worden geëcarteerd. Aan een gunningssystematiek - zoals hier aan de orde - is derhalve inherent dat een inschrijvende partij de ruimte wordt geboden om op eigen wijze aan te geven hoe hij de gewenste kwaliteit invult. Daardoor wordt hij optimaal gestimuleerd om inventief in te schrijven en kenbaar te maken begrip en inzicht te hebben voor c.q. in die aspecten van de opdracht die volgens hem relevant zijn voor de aanbestedende dienst (zie bijvoorbeeld LJN: BQ0351, r.o. 3.4). In de Inschrijvingsleidraad geeft de Gemeente ook uitdrukkelijk aan dat van de gegadigden de nodige creativiteit wordt verwacht bij hun inschrijvingen.
4.4.
Niet gesteld of gebleken is dat de beoordelingsprocedure, zoals beschreven in de Inschrijvingsleidraad, niet voldoet aan hetgeen daarover onder 4.2 is overwogen, noch dat die procedure niet is gevolgd. In dat verband heeft de Gemeente onweersproken gesteld dat in totaal 27 deskundigen zijn betrokken bij de beoordeling van de inschrijvingen. Voorts staat vast dat de Gemeente de gunningsbeslissing nader heeft toegelicht in twee gesprekken met BAM.
4.5.
BAM heeft met betrekking tot de (motivering van de) beoordeling van elk van de onder 4.1 sub (i), (ii) en (iii) vermelde criteria verschillende bezwaren aangevoerd. Ter zake van bepaalde kwesties betoogt zij, althans lijkt zij te betogen, dat de gegrondheid van (slechts) één bezwaar reeds dient te leiden tot een hogere score op het betreffende criterium. Daarin kan zij echter niet worden gevolgd. Zoals de Gemeente terecht heeft gesteld, hebben de algemene opmerkingen en de vermelde specifieke punten tezamen geleid tot de toegekende score op een bepaald criterium. Het niet (volledig) tegemoetkomen aan een bepaalde eis/wens heeft dus niet geleid tot de (eind)score, maar het samenspel van alle punten in het licht van het betreffende criterium, in relatie tot de andere inschrijvingen. Dat heeft BAM ook moeten (kunnen) begrijpen.
De (motivering van de) beoordeling
a. Linksom draaiend verkeer
4.6.
De Vraagspecificatie vermeldt:
"Conform NEN 2443 heeft linksomdraaiend eenrichtingsverkeer de voorkeur". BAM erkent op zichzelf dat in haar inschrijving die wens niet geheel wordt vervuld, nu - volgens haar - in circa 10% van de gevallen sprake is van rechtsomdraaiend verkeer. In die zin is de opmerking in de gunningsbrief dan ook correct. Naar de mening van BAM heeft de Gemeente bij de beoordeling van de inschrijving van de Combinatie echter ten onrechte geen rekening gehouden met de omstandigheid dat in het aanbod van de Combinatie nagenoeg alle bochten rechtsdraaiend zijn. Dat is - zo stelt zij - namelijk inherent aan een cilindervormige parkeergarage, zoals aangeboden door de Combinatie. De Gemeente en de Combinatie hebben dat niet weersproken. De stellingen van de Gemeente komen inconsistent voor. Enerzijds lijkt zij namelijk te stellen dat rechtsdraaiende bochten ("wokkels"), als interne hellingbaan in een cilindervormige parkeergarage, niet worden aangemerkt als een rechtsomdraaiende bocht, terwijl zij anderzijds aanvoert dat die "wokkels" in een cilindervormige parkeergarage wel degelijk als een negatief aspect zijn aangemerkt, zij het in mindere mate dan in een rechthoekige parkeergarage omdat rechtsomdraaiende bochten in een cilindervormige parkeergarage minder gevaarlijk zijn. Bij die stand van zaken kan in het bestek van dit kort geding niet goed worden beoordeeld of de (motivering van de) gunningsbeslissing op dat punt correct is.
b. Conflictpunten verkeersstromen
4.7.
De Vraagspecificatie vermeldt:
"Het is bij voorkeur niet toegestaan om binnen de garage elkaar kruisende verkeersstromen te hebben. Met uitzondering van: 1: haakse aansluiting van twee parkeerwegen en 2: S-bochten ter plaatse van hellingbanen en slagbomen. Op zichzelf betwist BAM niet dat in haar inschrijving verschillende conflictpunten tussen autoverkeer met voetgangers voorkomen. In dat opzicht is de gunningsbeslissing dus juist. Volgens BAM is haar inschrijving - anders dan de brief van de Gemeente van 8 januari 2014 vermeldt - wel geheel in overeenstemming met voormelde wens voor zover het om kruisende verkeersstromen tussen auto's onderling gaat. Deze ontmoeten elkaar slechts ter hoogte van haakse aansluitingen, zo stelt zij. De Gemeente heeft dat gemotiveerd bestreden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter volgt uit de door beide partijen in het geding gebrachte pagina's 11 en 12 van het Aanbiedingsontwerp van BAM dat er wel degelijk (ook) verscheidene kruisende verkeerstromen tussen auto's - anders dan haakse aansluitingen tussen twee parkeerwegen - voorkomen in de inschrijving van BAM. In dat verband wordt - onder andere - gewezen op (i) de eerste bocht na binnenkomst van de parkeergarage, (ii) het invoegende verkeer bij het verlaten van de garage op parkeerlaag -1 tussen auto's afkomstig van parkeerlaag -1 en parkeerlaag -2 en (iii) het invoegende verkeer op de parkeerlagen -2 en -3 van de 'stijgende' en 'dalende' auto's. Gelet hierop kan de juistheid van voormelde stelling van BAM niet worden aangenomen. Bovendien heeft de Combinatie gemotiveerd aangegeven dat een cilindervormige parkeergarage kruisende verkeersbewegingen voorkomt en dat het aantal kruisende verkeersbewegingen waarvan BAM uitgaat ten aanzien van de inschrijving van de Combinatie niet klopt.
c. Onbereikbaarheid parkeerplekken
4.8.
In de gunningsbeslissing merkt de Gemeente op dat in de inschrijving van BAM niet alle parkeerplekken bereikbaar zijn. BAM heeft niet weerspoken dat dat het geval is, zodat de gunningsbeslissing dienaangaande - op zichzelf - correct is. BAM stelt zich op het standpunt - althans zo begrijpt de voorzieningenrechter - dat de hier toepasselijke NEN-norm 2443:2014 voorschrijft dat de looproute in een parkeergarage aan één zijde moet worden gepositioneerd. Mede omdat in de Parkeergarage Lammermarkt veel voetgangers worden verwacht, heeft BAM daaraan voldaan, terwijl de inschrijving van de Combinatie tweezijdige looproutes kent. Voor zover hier van belang vermeldt voormelde NEN-norm:
"Langs parkeerwegen waar veel voetgangers worden verwacht, is het te overwegen om aan één zijde van de parkeerweg een gedeelte van de weg te markeren als voetgangersvoorziening (de benodigde wegbreedte neemt hierdoor dus niet toe). Deze voetgangersvoorziening behoort een minimale breedte te hebben van 0.90 m, zich te bevinden op hetzelfde niveau als de parkeerwegen en overrijdbaar te zijn. Dit geldt ook voor het hellende vak."Anders dan BAM stelt, is die norm niet dwingend en volgt daaruit geenszins dat looproutes in - drukke - parkeergarages aan één zijde van de parkeerweg moeten zijn gelegen. In die situatie stond het de Gemeente vrij om een inschrijving met tweezijdige looproutes hoger te waarderen dan een inschrijving met een eenzijdige looproute. Te meer indien dat een meerwaarde meebrengt. De stelling van BAM dat tweezijdige looproutes de rijweg versmallen waardoor de verkeersveiligheid afneemt, kan in dit geschil reeds niet worden gevolgd, nu de Combinatie onbetwist heeft gesteld dat de parkeerweg in haar inschrijving (circa) één meter breder is uitgevoerd dan voorgeschreven in voormelde NEN-norm.
d. Beperkte functionaliteit/zoekverkeer/langere route
4.9.
Volgens BAM stelt de Gemeente zich ten onrechte op het standpunt dat de functionaliteit van haar Aanbiedingsontwerp beperkt is, omdat het zoekverkeer veroorzaakt en leidt tot een langere route naar een parkeerplek. Volgens haar heeft zij juist gekozen voor een rechthoekige parkeergarage, omdat het verkeer alleen in die vorm vroeg kan worden verdeeld, terwijl - als gevolg van het door de Gemeente aan te brengen systeem van matrixborden en individueel signaleringssysteem waarop per verdieping en parkeergang het aantal vrije plaatsen is aangegeven - het verkeer niet hoeft te zoeken naar een plek en de kortste route is gewaarborgd. Het Beeldkwaliteitsplan vermeldt dienaangaande:
"Het verkeer in de garage is vroeg verdeeld om doorstroming te bevorderen. Daarnaast is een dynamisch verwijssysteem aanwezig om het zoekverkeer kort en doelmatig te houden. Zo wordt de automobilist vanaf de toegangscontrole direct verwezen naar de beschikbare parkeerplaatsen. Specifieke doelgroepen worden tevens door middel van bewegwijzering naar hun bestemming geleid. Vanuit de parkeervloer zijn de overige bestemmingen herkenbaar, zodat automobilist duidelijke oriëntatie heeft van waar hij moet parkeren."Op grond daarvan kan niet worden aangenomen dat de systemen, waarvan BAM uitgaat, ook daadwerkelijk zullen worden gerealiseerd. Dat volgt ook niet uit het door BAM op de zitting overgelegde stuk "Bijlage 1 Parkeermanagementsysteem", dat informatief door de Gemeente aan de gegadigden is verstrekt. Dat stuk vermeldt:
"18. Er moeten etagetellers worden toegepast die kunnen bijhouden hoeveel auto's op een bepaalde parkeerlaag zijn geparkeerd. 19. Onderdeel van het PMS is een intern verwijssysteem dat aangeeft hoeveel parkeerplaatsen per etage vrij zijn en boven de parkeerplaatsen met rood/groen licht aangeeft of een parkeerplaats bezet of vrij is."Het voorgaande geldt te minder nu de Gemeente onbetwist heeft gesteld dat met betrekking tot het aan te schaffen systeem nog een aanbestedingsprocedure loopt. Een en ander betekent dat het Aanbiedingsontwerp van BAM op het onderhavige punt tekortschiet. Bovendien heeft de Gemeente gemotiveerd gesteld dat het door BAM aangeboden ontwerp de automobilist diverse keuzes biedt om zijn route te vervolgen, hetgeen zoekverkeer op een parkeerlaag veroorzaakt. Deze stelling vindt bevestiging in de hiervoor reeds aan de orde gestelde pagina's 11 en 12 van het Aanbiedingsontwerp van BAM. Voorts moet worden aangenomen dat een cilindervormige parkeergarage slechts één rijrichting kent, zodat de automobilist altijd rechtstreeks naar de eerst beschikbare parkeerplaats rijdt. Daarmee is de noodzaak van een vroege verdeling van het verkeer in zo'n garage niet aanwezig en is van zoekverkeer geen sprake.
e. Beheerderruimte los van entree voetgangers
4.10.
Met betrekking tot de Beheerderruimte vermeldt de Vraagspecificatie:
"De hoofdruimte dient te voorzien in: - een schuifloket (…) - een balie te worden aangebracht op een positie waarvan men zittend achter de balie zicht heeft op de garage, de ingang/uitgang en de serviceruimte (als onderdeel van de hoofdvoetgangersentree)."In het Beeldkwaliteitsplan is dienaangaande opgenomen:
"Vlakbij de ingang bevindt zich de beheerderruimte. Deze ruimte is makkelijk te benaderen vanuit de parkeervloer omdat het transparant is uitgevoerd. Tevens is deze ruimte het herkenningspunt voor de automobilist bij het binnenrijden om een sociaal veilig gevoel voor de bezoekers te waarborgen. De beheerder heeft direct zicht op de parkeervloer. In de garage is de beheerder het aanspreekpunt voor bezoekers om informatie te verstrekken en overige service te verlenen."Noch in het één, noch in het ander valt te lezen de eis dat de entree voor de voetgangers en de beheerderruimte los van elkaar moeten staan. Een dergelijke voorwaarde valt evenmin af te leiden uit de foto's op pagina 14 van het Beeldkwaliteitsplan. Blijkens het onderschrift daarbij zijn die foto's enkel opgenomen met het oog op de zichtbaarheid van de beheerderruimte en het overzicht vanuit die ruimte op de in- en uitrit van de parkeergarage. Voorts is van belang dat - als erkend - vaststaat dat vanuit de voetgangersroutering een zebrapad naar de beheerderruimte ontbreekt. Tegen die achtergrond gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat de Gemeente met de opmerking in de gunningsbrief
"De entree voor voetgangers en de beheerderruimte staan los van elkaar, en er is geen voetgangersroutering aanwezig"bedoelt dat ten behoeve van de voetganger geen doorlopende, veilige voetgangersverbinding met de beheerderruimte aanwezig is. Blijkens pagina 11 van het Aanbiedingsontwerp van BAM is dat een terechte constatering.
f. Geen voetgangersontsluiting lagere verdiepingen
4.11.
De Gemeente heeft erkend dat de opmerking in de gunningsbeslissing dat op de lagere verdieping geen voetgangersontsluiting aanwezig is, op zichzelf niet klopt. Volgens haar heeft zij bedoeld aan te geven dat de kwaliteit en de efficiëntie ervan te wensen overlaten. De aanwezige looproutes zijn namelijk relatief lang en nodigen uit tot het doorsteken van parkeervakken om sneller bij de bestemming te komen, hetgeen tot gevaarlijke situaties leidt, niet comfortabel is en een negatief effect heeft op de doorstroming in de parkeergarage, aldus de Gemeente. Zij heeft verder aangegeven dat BAM op de hoogte is van voormelde visie, aangezien zij haar standpunt ook aldus heeft toegelicht tijdens de twee evaluatiegesprekken met BAM. BAM heeft die stellingen niet (voldoende gemotiveerd) weersproken, zodat van de juistheid ervan moet worden uitgegaan. Gelet hierop en nu deze nadere toelichting van de motivering toelaatbaar is, treft het onderhavige bezwaar van BAM geen doel.
g. Laag niveau afwerking vloeren en plafonds
4.12.
BAM heeft ingeschreven met een transparante coating van het betonnen plafond en de betonnen wanden, kolommen en vloer. Een hoger afwerkingsniveau is volgens haar niet mogelijk. Zelfs indien ervan wordt uitgegaan dat BAM - kwalitatief gezien - de beste (transparante) coating heeft gebruikt, dan nog kan zij niet worden gevolgd in haar bezwaar tegen de opmerking van de Gemeente dat het afwerkingsniveau van de vloer en plafond laag is. Het afwerkingsniveau wordt immers niet alleen bepaald door de technische kwaliteit van de coating, maar ook door de uitstraling en de gebruikswaarde van de garage. De Inschrijvingsleidraad vermeldt immers ook als specifiek beoordelingspunt:
"De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de minimumeisen in de Vraagspecificatie tegemoetkomt aan de gewenste kwaliteit (gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde) van het parkeerproduct (…) zoals o.a. de mate waarin: (…) de belevingswaarde van de grond(water)kerende constructie wordt verhoogd, bijvoorbeeld door middel van wandafwerking en/of verlichting.Daar komt bij dat de Gemeente heeft gesteld dat zij vanwege de donkere kleur van beton en de inherente visuele oneffenheden geen meerwaarde ziet qua beleving in de afwerking van de vloeren, wanden, plafonds en kolommen door BAM, alsmede dat andere inschrijvers met hun Aanbiedingsontwerp hebben aangetoond dat een kwalitatief hoogwaardiger belevingswaarde kan worden bereikt, onder andere door middel van een gekleurde afwerking van vloeren, wanden, plafonds en kolommen en dat de uitstraling van een grijze betonnen vloer veelal niet als positief wordt ervaren. Gelet hierop, alsmede op hetgeen hiervoor onder 4.2 is overwogen, past het de voorzieningenrechter niet te treden in het oordeel van de Gemeente dat het afwerkingsniveau van de vloer en het plafond laag is.
h. Onaantrekkelijke vluchtroutes, lange afstand
4.13.
Met betrekking tot de vluchtwegen is in de Vraagspecificatie opgenomen:
"Vluchtwegen dienen dusdanig te worden vormgegeven dat hun functie duidelijk is bij calamiteiten en in het dagelijks gebruik"en
"Noodtrappenhuizen en eventuele andere vluchtwegen dienen goed herkenbaar zijn, maar mogen niet transparant zijn". Het door de Gemeente aangegeven aspect dat de vluchtroutes lang zijn, heeft BAM niet weersproken. Verder is van belang dat de Gemeente gemotiveerd heeft gesteld dat de bereikbaarheid vanaf met name de uiterste punten van de vluchtroutes vrij slecht is, in het bijzonder omdat het risico bestaat dat vluchtende voetgangers vanaf de zuidelijke rijbaan door de parkeervakken heen hun weg moeten zoeken naar het noodtrappenhuis, alsmede dat de kolommen tussen de parkeervakken het zicht op het noodtrappenhuis ontnemen. BAM heeft dit niet voldoende gemotiveerd weerlegd. Bovendien vindt de juistheid van voormelde stellingen van de Gemeente steun in het in het geding gebrachte deel van het Aanbiedingsontwerp van BAM (pagina's 13 en 15). Een en ander heeft de Gemeente negatief mogen meewegen bij de beoordeling van de inschrijving van BAM.
i. Noodtrappenhuis beperkt de parkeervakken
4.14.
Tegen de motivering van de gunningsbeslissing, inhoudend dat het noodtrappenhuis de parkeervakken beperkt, heeft BAM in haar dagvaarding enkel aangevoerd dat de parkeervakken die direct naast het noodtrappenhuis zijn gelegen extra ruimte hebben tussen het noodtrappenhuis en het parkeervak. De Gemeente heeft op de zitting gemotiveerd gesteld dat zij de positie van het noodtrappenhuis, zoals door BAM aangeboden, als beperkend voor de parkeervakken er omheen ervaart, alsmede dat het noodtrappenhuis het vrije zicht op bepaalde delen van de parkeervloer ontneemt en het zicht op de voetgangersentree belemmert. Volgens de Gemeente heeft zij een en ander ook nader toegelicht tijdens de gesprekken met BAM naar aanleiding van de gunningsbeslissing. BAM heeft dat niet weersproken. In feite heeft zij de onderhavige kwestie in het geheel niet aan de orde gesteld tijdens de mondelinge behandeling. Daarmee wordt het bezwaar van BAM als onvoldoende onderbouwd verworpen.
j. Aandacht voor interactie tussen sprinkler en ventilatiesysteem
4.15.
Vooropgesteld wordt dat de voorzieningenrechter ervan uitgaat dat BAM heeft ingeschreven met een watermistsysteem en een ventilatiesysteem, zoals uit pagina 15 van haar Aanbiedingsontwerp blijkt (beide partijen spreken in hun stukken afwisselend van een sprinklersysteem en een watermistsysteem, in combinatie met een ventilatiesysteem). BAM stelt dat zij de door haar aangeboden systemen heeft besproken met de brandweer. Zij verzuimt echter - onderbouwd - aan te geven hoe de brandweer aankijkt tegen de interactie tussen de door BAM aangeboden systemen. De Gemeente heeft aangevoerd dat uit niets blijkt dat het ventilatiesysteem (dat de rook afvoert) bij brand ook het water uit het watermistsysteem afvoert, in verband waarmee zij aan BAM een verduidelijkingsvraag heeft gesteld. Daarop heeft BAM geantwoord
"Een watermistsysteem heeft als grote voordeel dat er sprake is van een kleine druppel en deze kleine druppel laat zich vrijwel niet vangen door een luchtsnelheid."Volgens de Gemeente blijkt echter uit de beoordeling door een externe brandveiligheidsexpert dat een kleine, lichte druppel (nevel) meer invloed ondervindt van luchtbeweging dan een grote, zware druppel. Die expert acht het geconstateerde probleem op zichzelf oplosbaar, maar vindt dat blijvende aandacht dienaangaande noodzakelijk is. Op grond van het voorgaande is de opmerking van de Gemeente in de gunningsbeslissing dat aandacht voor interactie tussen de systemen noodzakelijk blijft terecht.
k. De busrouting wordt als krap beschouwd
4.16.
Met betrekking tot de specifieke beoordelingspunten betreffende het Plan van Aanpak voor de realisatiefase vermeldt de Inschrijvingsleidraad:
"De mate waarin de bereikbaarheid en toegankelijk wordt gewaarborgd, zoals o.a. de mate waarin (…) alle verkeersstromen en rijrichtingen op de Lammermarkt (…) in stand worden gehouden, bij voorkeur met zoveel mogelijk gelijkblijvend wegprofiel (inclusief gescheiden structuur voor gemotoriseerd verkeer en langzaamverkeer". Als erkend staat vast dat BAM de busrouting enigszins heeft aangepast en krapper heeft gemaakt. De route in haar plan is ook smaller dan in de huidige situatie doordat een fietsroute erbij komt. Gelet hierop valt niet in te zien waarom de Gemeente de door BAM aangeboden busrouting niet als krap zou kunnen (mogen) beschouwen. In ieder geval kan niet worden aangenomen dat het plan van BAM op dat punt meerwaarde heeft. Dat de busroutes van BAM voldoen aan de zogenaamde 'CROW-normen' doet daaraan niet af.
l. Fietsroute is van onvoldoende kwaliteit
4.17.
Met betrekking tot de fietsroutes is eveneens van belang het onder 4.16 weergegeven citaat uit de Inschrijvingsleidraad. BAM heeft in haar aanbieding gekozen voor een omgeleide fietsroute, achter zogenaamde 'barriers'. De Gemeente heeft aangevoerd dat zij de omgeleide fietsroute op zichzelf aanvaardbaar vindt. Volgens haar staat de door BAM gekozen oplossing er echter niet aan in de weg dat - ondanks de barriers - fietsbewegingen over de rijbaan plaatsvinden, doordat fietsers kiezen voor de directe weg over de rijbaan in plaats van de omgeleide fietsroute. BAM heeft dat niet (voldoende gemotiveerd) betwist, zodat van de juistheid van die stelling van de Gemeente moet worden uitgegaan. Daarmee heeft de Gemeente op juiste gronden geconcludeerd dat de door BAM aangeboden fietsroute kwalitatief onvoldoende is. In ieder geval valt niet in te zien dat deze een meerwaarde heeft.
m. Aanzet voor de bouwlogistiek is niet uitgewerkt
4.18.
Ten aanzien van de algemene beoordelingspunten betreffende het Plan van Aanpak voor de realisatiefase vermeldt de Inschrijvingsleidraad;
"De mate waarin: • het PvA(voorzieningenrechter: 'Plan van Aanpak'
) passend is binnen de doelstellingen en randvoorwaarden (kaders) van de Aanbesteder; • de Inschrijver visie toont op de Opdracht en deze vertaald naar de uitvoering daarvan; (…) • het PvA SMART(voorzieningenrechter: 'Specifiek, Meetbaar, Ambitieus, Realistisch en Tijdsgebonden)
is omschreven". BAM stelt dat zij in haar inschrijving is ingegaan op verkeersstromen, verkeersomleggingen, bereikbaarheid, parkeerplaatsen en reductie overlast door bouwverkeer. Daartegenover heeft de Gemeente aangevoerd dat BAM de bouwlogistiek weliswaar heeft uitgewerkt, maar onvoldoende. In het bijzonder wijst zij er op dat BAM heeft aangegeven dat de afvoer van grond over water plaatsvindt en het bouwterrein van een tussenopslag (een depot voor bouwmaterialen) wordt voorzien, maar dat zij dat niet concreet en SMART heeft uitgewerkt, zodat daaraan onvoldoende meerwaarde kan worden ontleend. BAM is op de onderhavige kwestie niet meer teruggekomen in de tweede termijn op de zitting, zodat die stelling voor juist moet worden gehouden. Bovendien blijkt die juistheid uit hetgeen haar inschrijving dienaangaande - op pagina 21 - vermeldt.
n. Geen rekening gehouden met andere bouwprojecten
4.19.
Volgens BAM heeft zij - anders dan de Gemeente beweert - wel degelijk rekening gehouden met andere bouwprojecten. De Gemeente stelt dat BAM in haar inschrijving weliswaar rekening heeft gehouden met een aantal bouwprojecten in de nabije omgeving van de Lammermarkt, zoals Museum Lakenhal, maar dat zij enkele grote bouwprojecten op enige afstand van de Lammermarkt, zoals het Rijnsburgerblok en het Stationsgebied, onbesproken heeft gelaten, terwijl uit de aanbestedingsstukken volgt dat BAM die projecten ook had moeten betrekken in haar inschrijving. BAM heeft dat niet weersproken.
o. Geen communicatiemedewerker beschikbaar voor het project
4.20.
De Vraagspecificatie (deel 2) vermeldt in paragraaf 3.2:
"Het doel van het communiceren met derden is het verkrijgen en behouden van een goede relatie met doel- en publieksgroepen. Dit geldt in het bijzonder voor de omwonenden en andere belanghebbenden in de directe omgeving waarin het Werk gerealiseerd wordt. De nadruk van de communicatie ligt op het verstrekken van informatie. Waar mogelijk worden doelgroepen actief betrokken bij de realisatie van het Werk. De verantwoordelijkheid voor de communicatie over de parkeergarages alsmede de afstemming hierover liggen bij de Opdrachtgever. Vanaf start realisatie wordt een deel van deze verantwoordelijkheden gedelegeerd aan de opdrachtnemer (zie hierna)."BAM stelt zich - in de dagvaarding - op het standpunt dat zij in haar inschrijving heeft toegelicht dat zij de communicatie op uiteenlopende manieren verzorgt. Volgens de Gemeente heeft BAM slechts globaal enkele voorstellen opgesomd die onvoldoende SMART zijn uitgewerkt. Zo kan uit het het Plan van Aanpak niet worden afgeleid dat er een voor het project beschikbare medewerker met de genoemde communicatietaken wordt ingezet, terwijl een communicatiemedewerker op locatie aanzienlijke meerwaarde biedt, gelet op de impact van het project op het verkeerssysteem en het benodigde omgevingsmanagement. BAM heeft de onderhavige kwestie geheel onbesproken gelaten op de zitting. Bij die stand van zaken moet worden geconcludeerd dat BAM haar stellingen/bezwaar onvoldoende heeft onderbouwd. Bovendien komt de voorkeur van de Gemeente voor een vaste communicatiemedewerker redelijk voor.
p. Haalbaarheid drukken damwand
4.21.
De Inschrijvingsleidraad vermeldt ter zake van de specifieke beoordelingspunten ter zake van het Plan van Aanpak voor de realisatiefase:
"De mate waarin schades en verstoringen voorkomen worden, op basis van beoordelingspunten zoals: • de absolute vervorming panden; (…) • de uitvoeringsmethode en afstand tot gevels; • de bouwmethode in relatie tot de omgeving;"en ter zake van de algemene beoordelingspunten met betrekking tot het Plan van Aanpak voor de realisatiefase:
"De mate waarin: (…) • de Inschrijver zijn projectbekwaamheid onderbouwt met claims inclusief verifieerbare en gedocumenteerde performance informatie;"BAM heeft aangeboden een damwand te 'drukken'. Volgens haar stelt de Gemeente zich ten onrechte op het standpunt dat een dergelijke aanpak kritisch is, waarbij zij verwijst naar een in haar inschrijving beschreven referentieproject. De Gemeente stelt dat BAM heeft aangegeven eerst een drukproef te willen uitvoeren voordat zij tot het drukken van de damwand overgaat, dat het door BAM beschreven referentieproject zich slechts in geringe mate laat vergelijken met Parkeergarage Lammermarkt en dat - van de Aanbestedingscommissie deel uitmakende - theorie- en praktijkexperts het resultaat van de drukproef onzeker hebben bevonden. Op zichzelf achten de experts het drukken van een damwand mogelijk, maar volgens hen vergt een dergelijke methode beheersmaatregelen (zoals voorboren en fluïdatie), die qua effecten op de omgeving door BAM onvoldoende zijn onderkend en uitgewerkt, waardoor een hoger risicoprofiel ontstaat voor schade en hinder ten aanzien van het op diepte komen van de damwand. Het standpunt van de Gemeente vindt steun in de door de Combinatie in het geding gebrachte evaluatie van Arcadis, ook al heeft deze betrekking op het drukken van een damwand met het oog op een dijkversterking. In die omstandigheden heeft BAM haar stellingen onvoldoende onderbouwd en heeft de Gemeente het vertrouwen in de haalbaarheid van de door BAM aangeboden werkwijze als kritisch mogen ervaren. Dat BAM de door haar gekozen oplossing voorafgaand aan haar inschrijving heeft gesimuleerd doet daaraan niet af. Te minder nu een dergelijke simulatie van iedere inschrijver werd verlangd.
q. Risico omgeving
4.22.
Met het oog op het criterium
"Voorkomen van schades en verstoringen"vermeldt de gunningsbeslissing
"Het risico voor de omgeving blijft, totdat het tegendeel in het werk blijkt".In feite volgt de juistheid van die opmerking al uit de inschrijving van BAM, waar daarin op pagina 25 wordt aangegeven
"De predictie valt in de schadeklasse very slight"en
"Ondanks alle preventieve maatregelen, kunnen alsnog onverwachte calamiteiten optreden". Daar komt bij dat de Gemeente haar bezwaar nader heeft toegelicht op de zitting, terwijl BAM het onderhavige punt bij die gelegenheid in het geheel niet aan de orde heeft gesteld. Voorts volgen de risico's uit de hiervoor al aangehaalde evaluatie van Arcadis.
r. Effecten van terugvaloptie op omgeving
4.23.
Naar de mening van BAM stelt de Gemeente zich ten onrechte op het standpunt dat effecten op de omgeving van de terugvaloptie (fluïderen) aanwezig zijn, maar niet zijn onderkend (dagvaarding, sub 3.51). Allereerst wordt in dat verband verwezen naar hetgeen hiervoor onder 4.21 is overwogen. Verder heeft de Gemeente aangevoerd dat zij dienaangaande aan BAM een verduidelijkingsvraag heeft gesteld en dat uit het antwoord daarop (dagvaarding, productie 11) blijkt dat BAM de effecten van de terugvaloptie(s) op de omgeving onvoldoende heeft onderkend en uitgewerkt, zodat aan het plan van BAM geen meerwaarde kan worden toegekend. De reactie van BAM op de verduidelijkingsvraag moet inderdaad als summier worden beschouwd. Gelet hierop heeft de Gemeente op goede gronden voormelde conclusie kunnen trekken. Daar komt bij dat BAM op de zitting niet is teruggekomen op het hier besproken punt.
s. De festiviteiten rond 3 oktober kunnen mogelijk slechts eenmaal plaatsvinden (2016)
4.24.
BAM stelt dat de Gemeente in de gunningsbeslissing ten onrechte heeft aangegeven dat de 3 oktoberfestiviteiten gedurende de realisatie van de parkeergarage slechts eenmaal - in 2016 - kunnen plaatsvinden op en in de omgeving van de Lammermarkt, aangezien de festiviteiten daar ook in 2014 kunnen worden georganiseerd. Dat bezwaar strandt reeds op het feit dat de bouwwerkzaamheden pas na 3 oktober 2014 een aanvang mogen nemen. Gelet hierop moet worden aangenomen dat de 3 oktoberviering in 2014 niet is betrokken bij de beoordeling van de inschrijving. Volgens de Gemeente is dat ook uitgebreid besproken met BAM na de gunningsbeslissing, hetgeen BAM niet heeft betwist. Anders dan BAM heeft aangevoerd valt in het antwoord op vraag 7 in de - aan BAM verstrekte - individuele Nota van Inlichtingen van 15 november 2013 niet te lezen dat de onderhavige kwestie alleen mag worden meegewogen ter zake van het criterium
"Plan van Aanpak voor de realisatiefase"en niet ook inzake het criterium
"Planning op hoofdlijnen". Bovendien heeft de Combinatie - onbetwist - gesteld dat zij er in haar inschrijving rekening mee heeft gehouden dat de 3 oktoberfestiviteiten zowel in 2015 als in 2016 doorgang kunnen vinden, hetgeen een evidente meerwaarde meebrengt.
t. Globaal plan meerjarig onderhoud
4.25.
Voor wat betreft het aspect
"Werkzaamheden in het kader van Meerjarig onderhoud"vermeldt de Inschrijvingsleidraad als algemeen beoordelingspunt:
"De mate waarin: • de Inschrijver inzicht en overzicht biedt van de belangrijkste activiteiten en de fasering; • de Inschrijver de belangrijkste mijlpalen en streefdata identificeert; • de Inschrijver de kritieke aspecten en kritieke pad identificeert; • de Planning op hoofdlijnen consistent is met de Aanbodscope en het risico- en toegevoegde waardeplan.". Daarvan uitgaande kan - volgens BAM - bij de beoordeling van haar inschrijving niet als negatief aspect meewegen dat zij slechts een globaal plan voor het meerjarig onderhoud heeft verstrekt. De Gemeente is van mening dat de door BAM ingediende planning te weinig informatie en inzicht geeft in de activiteiten die zullen worden verricht om de maximale score van tien punten te behalen. Mede gelet op hetgeen hiervoor onder 4.2 tot en met 4.5 is overwogen, kan in het bestek van dit kort geding niet worden aangenomen dat de Gemeente niet tot dat oordeel heeft mogen/kunnen komen. In ieder geval kan op grond de thans voorhanden zijnde stukken en informatie niet worden vastgesteld dat BAM een tien had moeten scoren voor wat betreft het criterium
"Planning op hoofdlijnen"in plaats van een acht.
u. Succes- en faalfactoren voor samenwerking en ontzorging
4.26.
BAM stelt dat het bezwaar van de Gemeente dat BAM geen toelichting geeft op succes- en faalfactoren voor samenwerking en ontzorging onterecht is, aangezien BAM heeft aangegeven dat zij gebruik maakt van twee maandelijkse follow-ups om het gecreëerde vertrouwen gedurende het project te behouden. De Gemeente stelt dat zij een drietal succesfactoren onderscheidt, te weten (i) wederzijds vertrouwen, (ii) begrip voor elkaars belangen en doelen en (iii) transparantie en communicatie. Volgens de Gemeente heeft BAM haar inschrijving in dat opzicht niet (nader) gemotiveerd en onvoldoende SMART uitgewerkt, hetgeen zij in het evaluatiegesprek met BAM op 28 januari 2014 ook al heeft aangegeven. BAM heeft de onderhavige kwestie op de zitting geheel onbesproken gelaten, zodat voormeld standpunt van de Gemeente voor juist moet worden gehouden.
v. In de organisatiestructuur ontbreekt een omgevingsmanager
4.27.
BAM stelt dat uit haar inschrijving (pag. 47) blijkt dat zij - anders dan de Gemeente opmerkt in de gunningsbeslissing - wel degelijk een omgevingsmanager aanstelt. Met de Gemeente moet worden vastgesteld dat uit de inschrijving van BAM (pag. 46) blijkt dat geen specifieke omgevingsmanager wordt aangeboden, maar dat het omgevingsmanagement één van de zeven taken van de projectleider - de heer W. Boekhold - is. De betreffende motivering in de gunningsbeslissing kan daarom niet als onjuist worden beschouwd. Bovendien stelt de Combinatie dat zij - in verband met het belang van de functie - er voor heeft gekozen de omgevingsmanager een zeer hoge plek in de organisatie te geven, zodat deze over vergaande bevoegdheden beschikt.
Tussenconclusie
4.28.
Alles bijeengenomen moet worden vastgesteld dat alleen met betrekking tot het aspect 'linksom draaiend verkeer' niet kan worden vastgesteld dat de (motivering van de) beoordeling juist is. Gelet hierop alsmede op de grote hoeveelheid andere aspecten, ten aanzien waarvan moet worden aangenomen dat de (motivering van de) beoordeling deugt, en het grote verschil tussen de Combinatie en BAM ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor toewijzing van (één of meer van) de vorderingen van BAM wegens gebreken in de (motivering van de) beoordeling.
Ongeldige inschrijving van de Combinatie
4.29.
BAM heeft - in aanvulling op haar stellingen in de dagvaarding - aangevoerd dat de inschrijving van de Combinatie om een tweetal redenen ongeldig is.
4.30.
Allereerst wijst BAM in dat verband op de aan de Combinatie toegezonden gunningsbeslissing van 8 januari 2014 (prod. A van de Combinatie), waarin met betrekking tot het criterium
"Planning op hoofdlijnen"is opgenomen:
"Vergunning lijkt te worden aangevraagd op basis van een VO+(voorzieningenrechter: VO = Voorontwerp)
in plaats van een DO(voorzieningenrechter: Definitief Ontwerp)
, afwijking VS(voorzieningenrechter: Vraagspecificatie)
".Daarmee voldoet de Combinatie niet aan een in de Vraagspecificatie opgenomen minimumeis, aldus BAM. BAM kan daarin echter niet worden gevolgd. Als iets ergens op
lijktstaat het immers nog niet vast dat het ook zo
is. Bovendien heeft de Combinatie bestreden dat zij de vergunning aanvraagt op basis van een Voorontwerp, terwijl de Gemeente heeft gesteld dat zij aan de Combinatie dienaangaande om een nadere toelichting heeft verzocht en dat de Combinatie vervolgens de in de gunningsbeslissing opgenomen veronderstelling heeft weerlegd.
4.31.
Daarnaast heeft BAM aangevoerd dat uit de aan de pleitnota van de Combinatie gehechte illustratie blijkt dat de nummering van de parkeervakken niet zichtbaar is indien de parkeerplaats is bezet. De voorzieningenrechter begrijpt dat BAM daarmee beoogt te stellen dat de inschrijving van de Combinatie niet voldoet aan de Inschrijvingsleidraad, voor zover deze ter zake van de specifieke beoordelingspunten met betrekking tot het criterium
"Aanbiedingsontwerp"vermeldt:
"De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de minimumeisen in de Vraagspecificatie tegemoetkomt aan de gewenste kwaliteit (gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde) van het parkeerproduct (paragraaf 2.4), zoals o.a. de mate waarin: (…) de wijze van het gebruik van kleuren, symbolen en nummering van parkeervallen(voorzieningenrechter: waarmee, naar moet worden aangenomen, 'parkeervakken' worden bedoeld)
in de garage eraan bijdraagt dat de vindbaarheid en oriëntatie worden geoptimaliseerd:". Ook daaraan wordt voorbijgegaan. In voormelde passage uit de Inschrijvingsleidraad kan geen minimumeis worden gelezen. Bovendien heeft de Combinatie de parkeervakken genummerd en kan enkel op basis van de betreffende illustratie geen conclusie worden getrokken over de zichtbaarheid van de nummering.
4.32.
Een en ander betekent dat evenmin kan worden aangenomen dat de inschrijving van de Combinatie ongeldig is.
Afronding
4.33.
Al het bovenstaande leidt tot de slotsom dat de vorderingen van BAM met betrekking tot Parkeergarage Lammermarkt zullen worden afgewezen.
Met betrekking tot Parkeergarage Garenmarkt
4.34.
Nu de Gemeente met betrekking tot Parkeergarage Garenmarkt nog geen gunningsvoornemen heeft geuit en - op grond van het verhandelde ter zitting - moet worden aangenomen dat zij dat ook niet zal doen voordat in de onderhavige procedure een vonnis is gewezen, behoeven alleen de primaire vorderingen van BAM betreffende die garage verdere bespreking.
4.35.
De Gemeente en de Combinatie hebben aangevoerd dat BAM niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat zij niet heeft ingeschreven op de opdracht betreffende Parkeergarage Garenmarkt, zodat zij bij toewijzing daarvan (ook) geen belang heeft. BAM heeft dat gemotiveerd bestreden. De voorzieningenrechter laat in het midden wie op dit punt het gelijk aan zijn zijde heeft, aangezien uit hetgeen hierna wordt overwogen volgt dat de vorderingen van BAM om andere redenen niet voor toewijzing in aanmerking komen. Overigens kan uit de jurisprudentie, waarop BAM en de Gemeente zich beroepen, worden afgeleid dat niet valt uit te sluiten dat een partij die niet heeft ingeschreven op een aanbesteding onder omstandigheden toch ontvankelijk is in een vordering strekkende tot een voorziening die er toe leidt dat een lopende aanbestedingsprocedure niet kan worden voortgezet en dat - voor zover de aanbestedende dient de opdracht toch wil gunnen - moet worden overgegaan tot heraanbesteding.
4.36.
Volgens BAM is de aanbesteding betreffende Parkeergarage Garenmarkt vrijwel identiek aan de aanbesteding van Parkeergarage Lammermarkt, zodat de gegadigde partijen hun voordeel hebben kunnen doen met de - aan de uiterste inschrijfdatum inzake Parkeergarage Garenmarkt voorafgegane - gunningsbeslissing betreffende Parkeergarage Lammermarkt. Daarmee beschikken de gegadigden niet over dezelfde informatie met betrekking tot de wensen van de Gemeente, hetgeen in strijd is met het aanbestedingsrecht, zo stelt BAM.
4.37.
In het bestek van dit kort geding kan echter niet worden aangenomen dat beide aanbestedingen nagenoeg overeenkomen. Zowel de Gemeente als de Combinatie hebben dat gemotiveerd bestreden en hebben in dat verband gewezen op een groot aantal verschillen, zowel in procedureel als in inhoudelijk opzicht. Die verschillen heeft BAM in feite niet weersproken. Op zichzelf is juist dat beide aanbestedingen ook veel overeenkomsten vertonen, maar zoals de Gemeente terecht heeft gesteld, is dat logisch, omdat - vanzelfsprekend - wordt verlangd dat beide parkeergarages zoveel mogelijk tegemoet komen aan de eisen en wensen van de Gemeente ten aanzien van de minimumkwaliteit van de garages (zoals de gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde), de hinder voor en schade aan de omgeving als gevolg van de realisatie van de garages en de wijze van ontzorging van de Gemeente. Bovendien is van belang dat - zoals de Gemeente op de zitting terecht heeft opgemerkt - de eisen en wensen functioneel zijn gespecificeerd, teneinde de inschrijvers zoveel mogelijk ruimte te bieden creatief in te schrijven en zich van elkaar te onderscheiden. Daar komt bij dat sprake is van een aantal wezenlijke verschillen. Voorts vindt de juistheid van het voorgaande steun in de - onweersproken gebleven - stelling van de Combinatie dat haar inschrijving betreffende Parkeergarage Garenmarkt wezenlijk verschilt van haar inschrijving inzake Parkeergarage Lammermarkt, aangezien haar ontwerp ter zake van Parkeergarage Garenmarkt geen cilindervormige garage betreft en minder parkeerlagen kent.
4.38.
Bij die stand van zaken valt niet in te zien dat de gegadigden - als gevolg van de kennisneming van de gunningsbeslissing inzake Parkeergarage Lammermarkt - voor wat betreft Parkeergarage Garenmarkt over zodanige verschillende informatie beschikken dat als gevolg daarvan het aanbestedingsrecht wordt geschonden en de aanbestedingsprocedure met betrekking tot Parkeergarage Garenmarkt (tijdelijk) moet worden stilgelegd.
4.39.
Overigens vraagt de voorzieningenrechter zich af of BAM zich - anders dan voorgeschreven in de Inschrijvingsleidraad - voldoende pro-actief heeft opgesteld. Op grond van de aanbestedingsstukken ten aanzien van beide parkeergarages was het BAM bekend dat de gunningsbeslissing inzake Parkeergarage Lammermarkt kenbaar zou worden gemaakt voordat de inschrijvingstermijn ter zake van Parkeergarage Garenmarkt afliep. Dat het door haar geschetste probleem zich zou kunnen voordoen heeft BAM zich dan ook moeten (kunnen) realiseren. Gesteld noch gebleken is dat BAM de onderhavige kwestie reeds op een zodanig moment aan de Gemeente kenbaar heeft gemaakt, dat deze daarop tijdig heeft kunnen reageren, hetgeen van BAM wel had mogen worden verwacht.
Slotsom
4.40.
De slotsom is dat de vorderingen van BAM zullen worden afgewezen.
4.41.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal BAM in de procedure tegen de Gemeente worden veroordeeld in de proces- en nakosten, zoals verzocht te vermeerderen met de wettelijke rente.
De vorderingen van de Combinatie
4.42.
In de stellingen van de Gemeente ligt besloten dat zij nog steeds voornemens is de opdracht betreffende Parkeergarage Lammermarkt te gunnen aan de Combinatie. Bij die stand van zaken heeft de Combinatie geen belang (meer) bij toewijzing van haar vorderingen. Te minder nu - vooralsnog - niet valt in te zien hoe BAM de definitieve gunning aan de Combinatie nog zou kunnen tegenhouden.
4.43.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal de Combinatie in het kader van haar vordering worden veroordeeld in de kosten van de Gemeente. Deze kosten worden begroot op nihil, nu niet is gebleken dat de Gemeente als gevolg van die vordering extra kosten heeft moeten maken. Ondanks de afwijzing moet BAM in haar verhouding tot de Combinatie worden aangemerkt als de in het ongelijk gestelde partij. Het doel van de Combinatie was immers te bewerkstelligen van de gunningsbeslissing betreffende Parkeergarage Lammermarkt in stand blijft. Dat doel is bereikt. BAM zal dan ook - zoals gevorderd uitvoerbaar bij voorraad - worden veroordeeld in de proceskosten van de Combinatie.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst de vorderingen van BAM af;
- wijst de vorderingen van de Combinatie af;
- veroordeelt de Combinatie voor wat betreft de door haar ingestelde vordering jegens de Gemeente in de kosten van de Gemeente, tot op dit vonnis begroot op nihil;
- veroordeelt BAM in de overige proceskosten, die tot op dit vonnis aan de zijde van zowel de Gemeente als de Combinatie telkens worden begroot op € 1.424,--, waarvan
€ 816,-- aan salaris advocaat en € 608,-- aan griffierecht;
- veroordeelt BAM tevens in de nakosten aan de zijde van de Gemeente forfaitair begroot op € 131,-- aan salaris advocaat;
- bepaalt dat, indien niet binnen veertien dagen na het uitspreken van dit vonnis aan de kostenveroordelingen ten behoeve van de Gemeente is voldaan, daarover de wettelijke rente verschuldigd is;
- bepaalt dat, indien en voor zover BAM niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis heeft voldaan en het vonnis om die reden door de Gemeente aan BAM is betekend, de nakosten ten behoeve van de Gemeente worden vermeerderd met een bedrag van € 68,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na voormelde aanschrijving, alsmede met de explootkosten van de betekening van dit vonnis;
- verklaart voormelde kostenveroordeling ten behoeve van BAM uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H.I.J. Hage en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2014.
jvl