Uitspraak
Verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
Beschikking op het op 5 februari 2014 ingekomen verzoekschrift van:
Procedure
Feiten
Verzoek en verweer
Beoordeling
Bevoegdheid
Verordening (EG) nr. 2201/2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1347/2000is bevoegd de rechter van de lidstaat op het grondgebied waarvan een kind zijn gewone verblijfplaats heeft ten tijde van de indiening van het verzoekschrift. De kinderrechter stelt vast dat de gewone verblijfplaats van de minderjarige op dit moment nog op zijn oude adres bij de moeder kan worden vastgesteld. Immers, een uithuisplaatsing heeft in beginsel een tijdelijk karakter en er is nog geen overeenstemming tussen ouders dan wel een rechterlijke beslissing waarbij de hoofdverblijfplaats van de minderjarige is gewijzigd.
Beslissing
drie maandenna de dag van de uitspraak door indiening van een beroepschrift bij de griffie van het Gerechtshof Den Haag.