Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[verweerder],
MR. [curator]
[A],
1.De procedure
2.De beoordeling
- de handelwijze van [verweerder] voorafgaand aan en ten tijde van de erkenning en mededelingen van [verweerder] in dit verband;
- de observaties van de ambtenaar van de burgerlijke stand op 7 januari 2011;
- een verklaring van de sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij wie [verzoekster] in behandeling is;
- gebeurtenissen na de geboorte van [A].
Als extra zekerheid bouw ik voor mijzelf als ambtenaar voor de burgerlijke stand altijd de vraag in of betrokkenen het goed hebben begrepen en over willen gaan tot ondertekening van de akte. Na bevestiging hiervan door betrokkenen ben ik er als ambtenaar van de burgerlijke stand ervan overtuigd dat zij achter hun beslissing staan en wordt de akte ondertekend.” Op de vraag van de rechtbank of de ambtenaar iets is opgevallen aan de verhouding tussen [verzoekster] en [verweerder] heeft de ambtenaar geantwoord:
“Aan de verhouding op zich viel mij niets in het bijzonder op. Het enige wat mij opviel was de jonge leeftijd van betrokkenen. Om elke twijfel weg te nemen dat betrokkenen niet achter hun beslissing zouden staan, vraag ik in deze hoedanigheid aan jonge mensen of zij alles goed begrepen hebben.” De verklaring van de ambtenaar van de burgerlijke stand duidt er derhalve niet op dat sprake is geweest van bedreiging of misbruik van omstandigheden door [verweerder] waaronder de toestemming door [verzoekster] is verleend.