ECLI:NL:RBDHA:2014:2499
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige verklaringen en ontbreken van documenten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2014 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Eritrese vrouw, had op 24 januari 2014 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 3 februari 2014 door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie werd afgewezen. Eiseres stelde dat zij in 1999 met haar familie van Ethiopië naar Eritrea was gedeporteerd en dat zij sindsdien in Eritrea had gewoond. Tijdens de zitting op 20 februari 2014 heeft eiseres haar situatie toegelicht, bijgestaan door haar gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiseres niet in staat was om voldoende bewijs te leveren voor haar identiteit en nationaliteit, en dat zij geen documenten had overgelegd die haar asielrelaas konden ondersteunen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het ontbreken van deze documenten toerekenbaar was aan eiseres, aangezien zij verantwoordelijk was voor het zorgvuldig bewaren van haar identiteitsdocumenten. Bovendien vond de voorzieningenrechter de verklaringen van eiseres over haar reis en de omstandigheden in Eritrea ongeloofwaardig. De voorzieningenrechter concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat haar asielaanvraag gegrond was op omstandigheden die een rechtsgrond voor verlening van de verblijfsvergunning vormden. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 25 februari 2014.