ECLI:NL:RBDHA:2014:1724
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- E. Timmermans
- J.J. Peters
- D.E. Alink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van wederrechtelijke toeëigening en binnendringen in besloten lokaal
In de zaak voor de Rechtbank Den Haag, met parketnummer 09/837242-13, heeft de rechtbank op 14 februari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van wederrechtelijke toeëigening van vertrouwelijke stukken uit een fractiekamer en van wederrechtelijk binnendringen in een besloten lokaal. De tenlastelegging was dat de verdachte op 15 januari 2013, samen met een medeverdachte, een vertrouwelijk concept raadsvoorstel had weggenomen uit de fractiekamer van de medeverdachte, door gebruik te maken van diens toegangspas. De officier van justitie vorderde een veroordeling tot een geldboete van € 1.000,-, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Tijdens de zitting op 31 januari 2014 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat zijn cliënt vrijgesproken diende te worden, omdat hij meende dat hij toestemming had van de medeverdachte om het document op te halen. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte in overweging genomen, evenals de omstandigheden waaronder de verdachte het document heeft verkregen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening handelde, omdat hij ervan uitging dat hij toestemming had om het document te nemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat de verdachte wederrechtelijk het niet voor het publiek toegankelijke deel van het stadhuis was binnengedrongen, aangezien hij toestemming had van de medeverdachte om diens toegangspas te gebruiken. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank besloten om de verdachte zowel van het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit vrij te spreken. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.