Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres],
[eiseres]en
[eiseres 1 en 2], geboren op [geboortedag eiseres 1] 2003 en [geboortedag eiseres 2] 2005, van Bulgaarse nationaliteit
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres is bij besluit van 28 september 2011 een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000 verstrekt, waaruit het rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt.
3. Verweerder heeft in het bestreden besluit, zoals toegelicht in het verweerschrift, onder meer geconcludeerd dat eiseres nimmer rechtmatig verblijf heeft gehad als gemeenschapsonderdaan. Volgens verweerder is niet gebleken dat eiseres hier te lande reële en daadwerkelijke arbeid als zelfstandige heeft verricht met haar ondernemingen. Ten aanzien van de onderneming ‘[naam onderneming]’ is overwogen dat deze blijkens de uittreksels uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel op 31 mei 2008 is gevestigd en per 27 januari 2009 met haar werkzaamheden is gestaakt. Verder blijkt uit de stukken van de Belastingdienst, de stukken met betrekking tot de zakelijke rekening en het overzicht van de gewerkte uren niet dat eiseres winst heeft gemaakt met de onderneming. Ook uit de stukken die eiseres ten aanzien van de onderneming ‘[naam onderneming 2]’ heeft overgelegd blijkt niet dat zij winst heeft gemaakt met deze onderneming. Ten aanzien van de door haar gestelde schoonmaakwerkzaamheden die zij niet als zelfstandige zou hebben verricht, heeft verweerder overwogen dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij hierover inkomstenbelasting heeft betaald en dat er een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van haar is afgegeven. Deze arbeid is door verweerder derhalve niet betrokken bij de beoordeling of eiseres rechtmatig verblijf heeft gehad als gemeenschapsonderdaan. Verder is niet gebleken dat eiseres rechtmatig verblijf heeft als werkzoekende, nu niet is aangetoond dat zij op zoek is naar werk en een reële kans heeft op werk.
- de inkomsten uit arbeid meer bedragen dan 50% van de toepasselijke bijstandsnorm; of
- de burger van de Unie ten minste 40% van de gebruikelijke volledige arbeidstijd werkt.