ECLI:NL:RBDHA:2014:16831
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het wrakingsverzoek in een strafzaak wegens corruptie en witwassen
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 23 december 2014 het verzoek tot wraking van de rechters afgewezen. De verzoeker, die verdachte is in een strafzaak met betrekking tot corruptie en witwassen, had de rechters gewraakt op basis van vermeende vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelde dat de afwijzing van een eerder aanhoudingsverzoek door de rechtbank niet onbegrijpelijk was en dat de verdediging had moeten anticiperen op de mogelijkheid dat de strafzaak op 17 december 2014 zou worden voortgezet. De rechtbank had de zitting op die datum al gepland en de verdediging was op de hoogte van deze datum. De wrakingskamer concludeerde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechters en dat de verzoeker misbruik had gemaakt van het wrakingsinstrument. De wrakingskamer besloot dat een volgend verzoek om wraking, dat betrekking heeft op de onderliggende hoofdprocedure, niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd genomen in raadkamer door de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar uitgesproken.