Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 augustus 2014 in de zaken tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
1. Eiser is buiten gemeenschap van goederen gehuwd. Eiser en zijn echtgenote hebben een zoon geboren in 1994.
(de woning). De aankoop en de verbouwing van de woning is gefinancierd met een hypotheek.
Op 6 oktober 2009 respectievelijk 6 juli 2010 heeft de (toenmalige) gemachtigde van eiser de aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2008 respectievelijk 2009 voor buitenlands belastingplichtigen ingediend (hierna gezamenlijk aan te duiden als: de aangiften). Eiser heeft in de aangiften het in rechtsoverweging 2 genoemde inkomen en een bedrag van € 9.990 als negatieve inkomsten uit eigen woning opgenomen. Het vakje ‘keuze voor binnenlandse belastingplicht J’ is daarbij niet aangevinkt.
Jur.2008, blz. I-7735 (het Renneberg-arrest). Eiser stelt dat hij geen ander inkomen heeft dan vermeld in de aangiften en dan genoemd in rechtsoverweging 2. Voorts neemt eiser het standpunt in dat voor 2008 voor de woning in het VK een bedrag van € 2.441, en in 2009 een bedrag van € 1.429 - zijnde 50% van de hypotheekrente minus 50% van het eigen woning forfait - als negatieve inkomsten uit eigen woning in aanmerking moeten worden genomen. Eiser concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vermindering van de aanslagen.
Ter zitting is komen vast te staan dat tussen partijen niet (meer) in geschil is dat eiser voor de toepassing van het verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk 1980 inwoner is van het VK en dat eiser conform de aangiften genoemd in rechtsoverweging 9 als buitenlands belastingplichtige wordt aangemerkt. De rechtbank zal zich hierbij aansluiten.
“-83. Bijgevolg verzet artikel 39 EG zich ertegen dat in een situatie van een niet-ingezeten belastingplichtige als Renneberg, die zijn belastbaar inkomen volledig of nagenoeg volledig in een lidstaat verwerft, de belastingadministratie van deze lidstaat weigert de negatieve inkomsten uit een in een andere lidstaat gelegen onroerend goed in aftrek te brengen.
mr. Niessen van 6 maart 2013, V-N 2013/21.9, ECLI:NL:HR:2013:BZ6237, rechtsoverwegingen 7.9 en 7.16). Eiser heeft naar het oordeel van de rechtbank niet aan de op hem rustende bewijsplicht voldaan. De enkele verklaring van eiser dat hij in de jaren 2008 en 2009 geen inkomen heeft genoten acht de rechtbank daarvoor onvoldoende. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verweerder onweersproken heeft gesteld dat eiser van 12 december 1996 tot en met 8 februari 2010 General Manager was van de in het VK gevestigde Harmony Education Consultants Limited. De rechtbank acht het om die reden ook niet aannemelijk dat eiser helemaal geen inkomen heeft genoten in het VK. De beroepen dienen dus ongegrond te worden verklaard.
Beslissing
mr. C. Dursun-Smid, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op