ECLI:NL:RBDHA:2014:16660
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- I.D. Bellaart
- T.F. Hesselink
- J.Th. van Walderveen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen bestuursrechter wegens vermeende vooringenomenheid
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 11 december 2014 een verzoek tot wraking afgewezen. Het wrakingsverzoek was ingediend door verzoekster, die in een procedure tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) betrokken was. De gemachtigde van verzoekster had het verzoek tot wraking ingediend op basis van de stelling dat de bestuursrechter, mr. L. Koper, blijk had gegeven van vooringenomenheid door haar reactie op een aanhoudingsverzoek. De wrakingskamer oordeelde echter dat een dergelijke processuele beslissing geen zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid oplevert. De bestuursrechter had de gemachtigde de gelegenheid gegeven om zijn standpunt naar voren te brengen en had niet op de inhoudelijke beoordeling van de zaak vooruitgelopen.
De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 1 december 2014, waarbij de gemachtigde van verzoekster niet aanwezig was. De bestuursrechter had haar standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval was er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen andere feiten of omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleverden. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en aan de betrokken partijen toegezonden.