ECLI:NL:RBDHA:2014:16657
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- I.D. Bellaart
- T.F. Hesselink
- J.Th. van Walderveen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in kort geding over ontruiming
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 3 december 2014 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die gedaagde is in een kort geding tegen de besloten vennootschap Groene Haege BV, stelde dat de kantonrechter, mr. A. Emmens, op eigen initiatief argumenten had geponeerd die in het voordeel van de tegenpartij waren. Dit zou volgens verzoeker de schijn van vooringenomenheid hebben gewekt en zou in strijd zijn met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Tijdens de zitting op 14 november 2014, waar de vordering tot ontruiming werd behandeld, bleek dat de kantonrechter niet beschikte over alle relevante stukken, wat leidde tot de wraking. De gemachtigde van verzoeker voerde aan dat de kantonrechter onterecht over brandgevaar en vervuiling in de woning had gesproken, zaken die niet in de inleidende dagvaarding waren opgenomen.
De kantonrechter heeft in haar schriftelijke reactie betwist dat zij het brandgevaar aan de orde heeft gesteld en verklaarde dat de belangen van partijen niet geschaad zijn. De wrakingskamer oordeelde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten. De wrakingskamer concludeerde dat het proces-verbaal van de zitting een zakelijke weergave is en dat de omstandigheid dat het niet volledig is, geen grond voor wraking oplevert. Het beroep op het huisrecht, zoals beschreven in artikel 8 EVRM, werd eveneens afgewezen. De wrakingskamer besloot het verzoek tot wraking af te wijzen en het proces in de hoofdzaak voort te zetten.