ECLI:NL:RBDHA:2014:16655
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in administratieve sanctiezaak
In deze zaak heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen kantonrechter mr. E. Weiss, naar aanleiding van een administratieve sanctie opgelegd door de officier van justitie. Verzoeker stelde dat de vertegenwoordiger van de officier van justitie al in de zittingszaal aanwezig was voordat zijn zaak werd behandeld, wat volgens hem een schending van de onpartijdigheid van de rechter inhield. De wrakingskamer heeft op 20 oktober 2014 het verzoek tot wraking behandeld, waarbij verzoeker zijn standpunt heeft toegelicht en de kantonrechter schriftelijk verweer heeft gevoerd. De wrakingskamer oordeelde dat de aanwezigheid van de vertegenwoordiger van de officier van justitie in de zittingszaal niet automatisch leidt tot een vermoeden van vooringenomenheid van de kantonrechter. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. In dit geval was er geen bewijs dat de kantonrechter in zijn onpartijdigheid tekortschiet. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat de hoofdzaak voortgezet kan worden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 3 november 2014.