ECLI:NL:RBDHA:2014:16625
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in civiele procedure inzake octrooiaanvragen
In deze zaak heeft verzoeker, woonachtig in België, een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters P.G.J. de Heij, F.M. Bus en D. van Oostveen van de Rechtbank Den Haag. Dit verzoek volgde op een beslissing van de rechtbank om geen aanhouding te verlenen van een pleidooi in een civiele procedure waarin het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) verzoeker had gedagvaard. Verzoeker was van mening dat de afwijzing van zijn verzoek om aanhouding een grond vormde voor wraking, omdat hij zonder advocaat aanwezig was en niet in staat was om zich van juridische bijstand te voorzien. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking behandeld op 28 april 2014, waarbij verzoeker aanwezig was, maar zijn verzoek om aanhouding van de behandeling werd afgewezen. Verzoeker verliet daarop de zittingszaal, wat leidde tot de conclusie van de wrakingskamer dat het verzoek tot wraking kennelijk misbruik van het rechtsmiddel was. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing om geen aanhouding te verlenen een procedurele beslissing is en in het algemeen geen grond voor wraking oplevert. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat een eventueel volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 12 mei 2014.