Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Het incident tot tussenkomst c.q. voeging
2.De feiten
De borging van doorstroming en bereikbaarheid van de Gemeente Oud-Beijerland, de bedrijventerreinen en de woonkern Nieuw Beijerland;
De verkeersveiligheid op basis van een inventarisatie van de conflictpunten en de voorgestelde oplossing om deze conflictpunten op te lossen of te vermijden;
De intensiteit van het bouwverkeer op de N217 tijdens spitsuren en het aanliggend lokale wegennet (omleidingsroutes).
aanpassing rotonde de Bossche meegenomen;
heldere faseringsplaatsjes;
toepassen geluidsarm materieel;
veel zorg besteed aan de kwaliteit van wegverbreding m.b.t. restzetting;
proactieve aanpak voor het omgaan met verontreinigde grond;
toepassing van 100% gerecycled asfalt;
goed nagedacht over CO2 reductie, hergebruik materialen en gebruik van
toe te passen asfaltbewapening is freesbaar;
duidelijke WBS met koppeling naar producten.
onduidelijk hoe wordt omgegaan met vrijkomende materialen en het transport;
geen onderbouwing dat veel minder CO2 wordt uitgestoten;
alleen inlog voor PZH in Relatics is geen goede onderbouwing m.b.t. ontzorgen.
duidelijke procesbeschrijving risicomanagement;
risicobesef bij medewerkers (WAVE).
veel risico’s die hoog scoren.
omgevingsmanagement en communicatie goed doordacht en heel uitgebreid;
goed nagedacht over bereikbaarheid omliggende bedrijven, creëert draagvlak;
informatiemaatregelen goed omschreven, waaronder informatieochtenden op
nachtrustgarantie woningen binnen 40m afstand.
toepassing rijplaten bij ½-rijbaanafsluiting is niet gewenst;
onduidelijk of rekening is gehouden met werkzaamheden Kabels en Leidingen;
bij de opgave van verkeersmaatregelen (bijlage 3) is weinig meerwaarde behaald,
duidelijke planning;
ruimte voor toetsmomenten PZH opgenomen;
buffers opgenomen.
ondanks dat de planning uitgebreid is, is de leesbaarheid redelijk.”
3.Het geschil
primairaan dat de gunningsbeslissing transparantie ten aanzien van de uitgevoerde beoordeling en de daarop gebaseerde beslissing dient te geven. Concreet betekent dit dat een zodanige uitgewerkte en onderbouwde motivering wordt gegeven dat een inschrijver in staat is te toetsen of de beoordeling van zijn inschrijving en die van de winnaar op correcte wijze heeft plaatsgevonden. De gunningsbeslissing dient in ieder geval de bekendmaking van de scores per (sub)criterium te behelzen van zowel de afgewezen inschrijvers als van de winnende inschrijver en een motivering waarom de winnende inschrijver in vergelijking met de afgewezen inschrijvers een betere inschrijving heeft ingediend. Daarnaast dienen de scores van de afgewezen inschrijver op specifieke kenmerken bekend te worden gemaakt alsmede de reden waarom op specifieke kenmerken niet de maximale score is behaald. Voorts dient de toepassing van de gehanteerde gunningscriteria te worden verduidelijkt. Ten slotte is de aanbestedende dienst gehouden de inschrijvingen te beoordelen overeenkomstig de vooraf gestelde eisen en mogen in het licht van het transparantie- en gelijkheidsbeginsel geen afwegingsregels of sub-criteria worden toegepast die niet vooraf ter kennis van de inschrijvers zijn gebracht.
Projectmanagement: Duurzaamheid: onderbouwing lagere CO2-uitstoot:De Provincie constateert in de voorlopige gunningsbeslissing dat geen onderbouwing is gegeven voor de lagere CO2-uitstoot. KWS stelt onder verwijzing naar haar Plan van Aanpak dat zij deze onderbouwing wel heeft gegeven door de afzonderlijk te treffen maatregelen op te sommen en voor wat betreft het effect van deze maatregelen op de CO2-reductie te verwijzen naar bijlage G. In deze bijlage is een vergelijking gemaakt tussen de besparing die met de methode van KWS wordt gegeneerd en de besparing die met de conventionele methode wordt bereikt. Gelet hierop, had aan KWS ten aanzien van het beoordelingsaspect Duurzaamheid tien in plaats van acht moeten worden toegekend.
Projectmanagement: Systems Engineering: ontzorgen:Het oordeel van de Provincie dat het geven van een inlog in Relatics geen goede onderbouwing is met betrekking tot ontzorgen is onbegrijpelijk. KWS maakt geen gebruik van Relatics maar van haar eigen softwareprogramma ViSE. Uit het Plan van Aanpak volgt dat KWS de Provincie ontzorgt door projectteamleden verantwoordelijk te maken voor werkpakketten. Werkpakketten zijn een samenstel van objecten of activiteiten waar eisen aan zijn gekoppeld. Per werkpakket worden verificatieplannen en –rapporten gedefinieerd om te zorgen dat aan de eisen wordt voldaan. Hierbij wordt een ervaren Systems Engineer ingezet, terwijl daarnaast gedurende het gehele project audits worden uitgevoerd. De Provincie heeft toegang tot ViSE, zodat zij te allen tijde volledig inzicht heeft in de voortgang van het project en permanent kan vaststellen dat KWS aan de eisen voldoet. KWS had gelet hierop ten aanzien van het beoordelingsaspect Systems Engineering tien in plaats acht punten moeten krijgen.
Risicomanagement: Risicodossier:De Provincie heeft de inschrijving van KWS onjuist beoordeeld daar waar zij concludeert dat er veel risico’s zijn die hoog scoren. De Provincie heeft immers ook onderkend dat de restrisico’s na toepassing van de beheersmaatregelen uiteindelijk laag uitvielen en dat is waar het uiteindelijk om gaat. KWS had aldus op dit onderdeel minimaal zes en eigenlijk tien punten moeten scoren.
Overallplanning:De Provincie heeft door de planning van KWS vanwege een mindere opmaak met zes punten te waarderen een evidente fout gemaakt. De opmaak van de planning valt immers buiten de scope van het desbetreffende gunningscriterium. De doorwrochte planning van KWS, die door zijn inzichtelijkheid en volledigheid vertrouwen geeft, heeft zeer veel althans veel meerwaarde, zodat in ieder geval acht punten hadden moeten worden toegekend.
4.De beoordeling van het geschil
‘onduidelijk hoe wordt omgegaan met vrijkomende materialen en het transport’. Ter zitting heeft de Provincie gesteld dat van inschrijvers werd verlangd de aanpak van bodemvervuiling inzichtelijk te maken en dat hieronder mede werd begrepen (het transport van) vrijkomende materialen, bijvoorbeeld bij het slopen van kunstwerken, het verleggen van wegen of het afvoeren bomen. Volgens KWS betreft dit een niet toelaatbare beoordeling door de Provincie op een vooraf niet bekend beoordelingsaspect. In dit standpunt kan KWS naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet worden gevolgd. Uit de in de Inschrijvingsleidraad geformuleerde vereisten een beschrijving te geven van het slopen en aanbrengen van kunstwerken, het kappen en afvoeren van bomen en de aanpak van bodemverontreiniging, in onderlinge samenhang bezien, volgt genoegzaam dat de inschrijvers mede inzichtelijk dienden te maken hoe zij beogen om te gaan met bij die activiteiten vrijkomende materialen, waarbij onvoldoende aanknopingspunten bestaan om – zoals KWS heeft betoogd – te veronderstellen dat in de Inschrijvingsleidraad uitsluitend is gedoeld op reeds bestaande bodemverontreiniging en niet mede op bodemverontreiniging als gevolg van voormelde activiteiten. KWS heeft ter zitting tevens betoogd dat zij in haar Plan van Aanpak wel degelijk inzichtelijk heeft gemaakt hoe zij omgaat met (het transport van) vrijkomende materialen. De Provincie heeft op haar beurt als zodanig niet weersproken dat KWS hier in haar Plan van Aanpak daadwerkelijk aandacht aan heeft besteed. Uit de door de Provincie in haar voorlopige gunningsbeslissing gegeven motivering kan niet worden afgeleid of zij in het kader van de toetsing van de Technische Projectaanpak al dan niet rekening heeft gehouden met het/de desbetreffende onderdeel/onderdelen van het Plan van Aanpak. De hiervoor geciteerde zinsnede laat immers ruimte voor zowel de conclusie dat in het Plan van Aanpak in het geheel niet inzichtelijk is gemaakt hoe wordt omgegaan met (het transport van) vrijkomende materialen, hetgeen als zodanig aldus feitelijk onjuist is, als de conclusie dat hetgeen KWS hieromtrent in haar Plan van Aanpak heeft opgenomen dermate onduidelijk is dat niet dan wel onvoldoende kan worden afgeleid hoe KWS ter zake beoogt te handelen. In zoverre is op dit punt in ieder geval sprake van een onvolledige motivering alsmede wellicht tevens van een onvolledige beoordeling.
‘geen onderbouwing dat veel minder CO2 wordt uitgestoten’. KWS heeft gemotiveerd betoogd dat zij deze onderbouwing wel degelijk in haar Plan van Aanpak heeft opgenomen. De Provincie heeft ter zitting betoogd dat KWS de door haar beoogde CO2-reductie onvoldoende heeft onderbouwd. Volgens de Provincie heeft KWS uitsluitend de op basis van haar uitvoeringsmethode verwachte CO2-emissie in een tabel toegelicht en heeft zij nagelaten de emissie op basis van de conventionele uitvoeringsmethode aan de hand van een soortgelijke tabel toe te lichten. KWS heeft als zodanig niet weersproken dat zij de desbetreffende tabel niet bij haar plan van aanpak heeft gevoegd. Volgens haar betreft dit een nieuw argument dat niet eerder aan de orde is gekomen en rustte op de Provincie de verplichting om deze tabel bij haar op te vragen, hetgeen de Provincie op haar beurt heeft betwist. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dient hetgeen de Provincie ter zake ter zitting heeft gesteld te worden beschouwd als een toelaatbare nadere toelichting op de in de voorlopige gunningsbeslissing opgenomen motivering. Van een geheel nieuw argument dat eerst ter zitting is aangevoerd is, anders dan KWS betoogt, dan ook geen sprake. Niet kan worden aangenomen dat op de Provincie de verplichting rustte om de ontbrekende tabel alsnog bij KWS op te vragen. Daartoe is van belang dat in de Inschrijvingsleidraad slechts in algemene zin is omschreven dat het beoordelingsaspect Duurzaamheid onder meer het streven naar CO2-neutraliteit omvat. Van de inschrijvers werd met een dergelijk ongeclausuleerd kwalitatief criterium verwacht dat zij zelf in eigen bewoordingen gemotiveerd aangeven op wijze zij dit streven naar CO2-neutraliteit vormgeven. Daarmee werden zij in de gelegenheid gesteld zich te onderscheiden van de andere inschrijvers en aldus hun ‘meerwaarde’ op dit punt aan te tonen. Mede gelet hierop kon van de Provincie niet worden verlangd dat zij zich actief bemoeide met de wijze waarop de inschrijvers hun plan van aanplak ter zake inhoudelijk vorm gaven. Alsdan zou iedere innovatie, creativiteit of zelfstandig denkproces immers worden geëcarteerd. Aldus heeft de Provincie redelijkerwijs kunnen komen tot de ten aanzien van het beoordelingsaspect Duurzaamheid toegekende score.
‘alleen inlog voor PZH in Relatics is geen goede onderbouwing m.b.t. ontzorgen’. Ter zitting heeft de Provincie in de eerste plaats onderkend dat in de voorlopige gunningsbeslissing een fout is geslopen en dat daar waar gesproken wordt van Relatics ViSE moet worden gelezen. Tevens heeft de Provincie haar stelling gehandhaafd dat KWS haar onvoldoende ontzorgt wat betreft het door haar voldoen aan de gestelde eisen. Volgens de Provincie kan enkel het inloggen in ViSE niet worden aangemerkt als ontzorgen, aangezien het na het inloggen nog steeds aan haar is om vast te stellen of KWS al dan niet aan de gestelde vereisten voldoet. KWS heeft ter zitting (nogmaals) betoogd dat zij de navolgende ontzorgingsinstrumenten in haar Plan van Aanpak heeft aangeboden:
‘veel risico’s die hoog scoren’.Ter zitting heeft de Provincie betoogd dat KWS geen reële inschatting van risico’s heeft gemaakt en meer in het bijzonder een groot aantal risico’s te hoog heeft ingeschat. Daar komt volgens de Provincie bij dat KWS in haar Risicodossier heeft nagelaten de integratie van beheersmaatregelen in andere documenten inzichtelijk te maken, hetgeen op grond van de Inschrijvingsleidraad eveneens was vereist. Met KWS is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat het op de weg van de Provincie lag om te motiveren waarom het door KWS vervaardigde Risicodossier geen reële inschatting van risico’s behelst. De enkele niet nader onderbouwde motivering dat veel risico’s hoog scoren is in dat verband volstrekt onvoldoende. De stelling van de Provincie dat de integratie van beheersmaatregelen in andere documenten niet inzichtelijk is gemaakt, kan haar in dit verband niet baten nu, zoals KWS terecht heeft opgemerkt – dit argument niet kan worden beschouwd als een nadere toelichting op de in de gunningsbeslissing opgenomen motivering maar – zoals de Provincie ter zitting ook heeft erkend – heeft te gelden als een nieuw en derhalve niet toelaatbaar te achten argument, dat om die reden in het kader van de thans aangevochten voorlopige gunningsbeslissing buiten beschouwing dient te blijven. Aldus is de conclusie dat de voorlopige gunningsbeslissing ook op dit punt ondeugdelijk is gemotiveerd.
‘ondanks dat de planning uitgebreid is, is de leesbaarheid redelijk’.Ter zitting heeft de Provincie betoogd dat de uitgebreidheid van de planning de overzichtelijkheid en helderheid al met al niet ten goede komt en de leesbaarheid aldus op zijn best redelijk is te noemen. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat nu in de Inschrijvingsleidraad de overzichtelijkheid en helderheid van de planning uitdrukkelijk als beoordelingsaspecten zijn vermeld, de voorlopige gunningsbeslissing op dit punt in zoverre voldoende inzichtelijk is gemotiveerd. De Provincie heeft daarnaast gesteld dat hoewel in de planning van KWS buffers en ruimte voor toetsingsmomenten door de Provincie zijn opgenomen, hierin niet zoals voorgeschreven effectieve en concrete beheersmaatregelen inzichtelijk zijn gemaakt om te waarborgen dat de planning zal worden gehaald. Zoals KWS terecht heeft opgemerkt en de Provincie ter zitting niet heeft weersproken, betreft dit een nieuw argument dat in de voorlopige gunningsbeslissing niet is genoemd en dat naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet kan worden beschouwd als een nadere toelichting op de in die beslissing op dit punt gegeven motivering. Dit brengt met zich dat dit argument in het kader van de thans bestreden voorlopige gunningsbeslissing buiten beschouwing dient te blijven. Dit laatste leidt er echter, gelet op het feit dat de waardering van de planning met zes punten reeds afdoende is gemotiveerd met hetgeen de Provincie met betrekking tot de leesbaarheid heeft overwogen, niet toe dat op het desbetreffende beoordelingsaspect een hogere score zou moeten worden toegekend.