Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam],
[naam 3],
[naam 3],
[naam 6],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Zo is [naam] aangetrokken voor de functie ‘[functie]’ bij [naam bedrijf] Op de mvv-adviesaanvraag van 20 november 2000, de overgelegde werkgeversverklaring van 4 december 2000 en de TWV-aanvraag van 8 december 2000 zijn echter afwijkende aanstellingen (ingangsdata en duur van het contract) en geboorteplaatsen voor hem ingevuld. Het salaris van[naam] laat in deze stukken opvallende stijgingen en dalingen zien. De stukken bij de verlengingsaanvragen van 13 november 2003, 18 januari 2005, 11 oktober 2005 en de aanvraag voor de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd van 23 juni 2006 laten weer andere data en bedragen zien, net als de stukken bij de mvv‑adviesaanvragen voor [naam 1] van 6 februari 2007 en 19 december 2007 en de mvv‑adviesaanvragen voor[naam] van 10 februari 2010 en 22 februari 2010. Van de arbeidsovereenkomst die getekend werd op 22 december 2003 zijn twee verschillende versies aanwezig.
[naam 3] is aangetrokken voor de functie ‘[functie]’ bij [naam bedrijf] Op de mvv-adviesaanvraag van 20 november 2000, de overgelegde werkgeversverklaring van 4 december 2000 en de TWV-aanvraag van 8 december 2000 zijn echter afwijkende aanstellingen (ingangsdata en duur van het contract) voor hem ingevuld. Het salaris van [naam 3] laat in deze stukken opvallende stijgingen en dalingen zien. De stukken bij de mvv-aanvraag van de echtgenote van [naam 3] van 24 september 2001 laten weer andere data en bedragen zien, net als de stukken bij de verlengingsaanvraag van [naam 3] van 30 oktober 2003, de verlengingsaanvragen van hem en zijn gezinsleden van 27 september 2004, 2 oktober 2005, de mvv-aanvraag van[naam 5] van 20 maart 2006 en de aanvragen voor de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd van [naam 4] en zijn gezinsleden van 12 juni 2008 en die van [naam 5] van 29 augustus 2011.
Op grond van artikel 45d lid 3, aanhef en onder b, Vw 2000 wordt de EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezeten ingetrokken indien de verblijfsvergunning op frauduleuze wijze is verkregen. Op grond van artikel 22, eerste lid onder b, van de Vw 2000 kan een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20 worden ingetrokken of gewijzigd indien de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt dan wel gegevens heeft achtergehouden terwijl die gegevens tot afwijzing van de aanvraag tot het verlenen, wijzigen of verlengen zouden hebben geleid. Op grond van artikel 19 in samenhang met artikel 18, eerste lid onder c, van de Vw 2000 kan een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd worden ingetrokken indien de vreemdeling onjuiste gegevens heeft verstrekt dan wel gegevens heeft achtergehouden terwijl die gegevens tot afwijzing van de oorspronkelijke aanvraag tot het verlenen of verlengen zouden hebben geleid.
Verweerder dient daarom gemotiveerd aan te geven op grond van welke feiten en omstandigheden aan die criteria is voldaan. Dat betekent dat verweerder bij intrekking van vergunningen voor onbepaalde tijd voor EU-langdurig ingezetenen in ieder geval dient te motiveren welke gegevens opzettelijk onjuist zijn verstrekt en waarom deze gegevens onjuist zijn. Verder dient verweerder bij alle intrekkingen te motiveren waarom geen verblijfsvergunning zou zijn verleend of de verleende vergunning niet zou zijn verlengd, indien de juiste gegevens waren overgelegd. Verweerder heeft dat niet gedaan, maar de intrekkingen louter gebaseerd op het Bugibba onderzoek en de onder 4.3 besproken omstandigheden, zonder te onderbouwen dat daarmee aan de criteria voor intrekking is voldaan.
Ten aanzien van de beroepen en de verzoeken om een voorlopige voorziening