Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], ook bekend als: [naam], eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 december 2014 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de intrekking van de verblijfsvergunning asiel van eiseres, die de Noord-Koreaanse nationaliteit claimt. Eiseres had eerder een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verkregen, maar deze werd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie ingetrokken op basis van het feit dat zij een valse identiteit zou hebben opgegeven. De staatssecretaris stelde dat er een authentiek paspoort was aangetroffen waarin eiseres als een Zuid-Koreaanse nationaliteit werd geïdentificeerd, wat in strijd was met de door haar opgegeven identiteit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 20 november 2014 niet is verschenen op de zitting, terwijl de staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen. De rechtbank heeft vervolgens de argumenten van eiseres beoordeeld, waarbij zij aanvoerde dat de gelijkenis tussen haar en de persoon op het aangetroffen paspoort onvoldoende was om te concluderen dat zij dezelfde persoon was. Eiseres betwistte ook dat zij onjuiste gegevens had verstrekt tijdens haar asielaanvraag.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris voldoende bewijs had geleverd dat eiseres onjuiste gegevens had verstrekt. Dit was onderbouwd door een deskundigenadvies dat een fotovergelijking had uitgevoerd, waaruit bleek dat er sterke overeenkomsten waren tussen de gezichten. Aangezien eiseres geen contra-expertise had laten uitvoeren en geen twijfel had geuit over de authenticiteit van het paspoort, heeft de rechtbank geoordeeld dat de intrekking van de verblijfsvergunning terecht was. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.