ECLI:NL:RBDHA:2014:15778
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verlenging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
Op 11 december 2014 heeft de Rechtbank Den Haag, meervoudige kamer jeugdstrafzaken, uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die een vordering tot verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen had ontvangen. De officier van justitie had op 14 oktober 2014 verzocht om een verlenging van zes maanden, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen. De rechtbank overwoog dat, hoewel er een verhoogd recidiverisico was, de omstandigheden rondom de veroordeelde, zoals zijn leeftijd en weerstand tegen verdere plaatsing in de inrichting, maakten dat een verlenging niet in zijn belang was.
De rechtbank heeft het dossier en het advies van de Justitiële Jeugdzorginstelling Het Keerpunt in overweging genomen. Dit advies stelde dat de veroordeelde in de afgelopen periode een positieve ontwikkeling had doorgemaakt, maar dat zijn resocialisatie stagneerde door onduidelijkheden en zorgsignalen. De veroordeelde had aangegeven dat hij geen perspectief meer zag in de inrichting en dat hij bereid was om onder voorwaarden in de maatschappij te re-integreren.
De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen niet langer eisten dat de maatregel werd verlengd. De rechtbank oordeelde dat de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de maatregel moest worden afgewezen, omdat de maatregel niet meer bijdroeg aan de ontwikkeling van de veroordeelde. De beslissing werd genomen door de kinderrechters H.M.D. de Jong, A.J.J.M. Weijnen en J.A.H.M. Janssen, en werd uitgesproken in de openbare terechtzitting.