Uitspraak
Rechtbank Den HAAG
Internationale kinderontvoering
Beschikking op het op 28 oktober 2014 ingekomen verzoek van:
[de vader],
[de moeder],
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak verzoekt de vader de teruggeleiding van zijn 13-jarige dochter naar Spanje. De vader heeft zowel een woning in Spanje als in Nederland en verblijft meer dan 40% van zijn tijd in Nederland. Het verzoek wordt afgewezen vanwege het verzet van de minderjarige. De minderjarige heeft in Spanje in een internationale omgeving gewoond, maar voelt zich daar niet thuis en spreekt nauwelijks Spaans. De rechtbank heeft op 8 december 2014 uitspraak gedaan, waarbij het verzoek van de vader tot teruggeleiding werd afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de overbrenging van de minderjarige naar Nederland ongeoorloofd was, maar dat de minderjarige zich verzet tegen terugkeer naar Spanje. De rechtbank heeft de minderjarige gehoord en geconstateerd dat zij een leeftijd en mate van rijpheid heeft bereikt die rechtvaardigt dat met haar mening rekening wordt gehouden. De rechtbank concludeert dat het contact tussen de vader en de minderjarige in Nederland kan worden gewaarborgd, en dat de minderjarige in Nederland kan blijven. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.