Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 2 juli 2014, met producties;
- het op 28 augustus 2014 ingekomen verweerschrift.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de rechtbank Den Haag op 14 oktober 2014 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen [verzoeker] en de verweersters, Hoitsema en Reaal. Het geschil betreft de aansprakelijkheid voor een ongeval dat op 24 oktober 2011 heeft plaatsgevonden, waarbij [verzoeker], als vrachtwagenbestuurder, letsel heeft opgelopen tijdens het lossen van pallets met papier. De rechtbank heeft vastgesteld dat Hoitsema, als werkgever van de pallettruckbestuurder [A], onrechtmatig heeft gehandeld door onvoldoende zorgvuldigheid in acht te nemen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van eigen schuld aan de zijde van [verzoeker], aangezien hij zich op dat moment tussen de pallets bevond om een spanband los te maken, terwijl [A] de pallets met de pallettruck oppakte. De rechtbank heeft de aansprakelijkheid van Hoitsema voor de volledige schade van [verzoeker] vastgesteld en de kosten van de procedure begroot op € 3.912, te vermeerderen met wettelijke rente. De verweersters zijn hoofdelijk veroordeeld tot betaling van deze kosten. De uitspraak benadrukt de zorgplicht van de bestuurder van een gemotoriseerd voertuig en de noodzaak om veilig te handelen in situaties met zware lasten.