Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Voorvragen
tweedelid Sr uitgesloten indien het feit waarvoor de verdachte wordt vervolgd tevens onder een van de bepalingen van het eerste of tweede lid van artikel 69 AWR valt.
eerstelid van artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht. Noch uit de wettekst, noch uit de wetsgeschiedenis volgt dat deze buiten-toepassing-verklaring ook ter zake het
eerstelid van artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht geldt dan wel is beoogd. De stelling van de verdediging dat vervolging op basis van artikel 225 eerste lid Sr in strijd is met de beginselen van een behoorlijke procesorde, vindt dan ook geen steun in het recht. Het verweer van de raadsman wordt mitsdien verworpen en de rechtbank acht de officieren van justitie ontvankelijk in de vervolging ten aanzien van feit 1.
4.Bewijsoverwegingen
of omstreeksde periode van 17 april 2012 tot en met 11 mei 2012,
(sector verpleging & verzorging
)ten behoeve van de
(telkens)een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
/hebben opgemaakt ofvervalst,
en/althans valselijk
/hebbenverdachte
en/of zijn, verdachtes, mededader(s)
(telkens)valselijk in strijd met de waarheid
/ofondertekende
(a)m
(en
)van de onderaannemer
(s
)[bedrijfsnaam medeverdachte 6] en
/of[bedrijfsnaam medeverdachte 5]
en/of geschreven en/of opgenomen, en/althans door die
(a)m
(en
)van de onderaannemer
(s
)[bedrijfsnaam medeverdachte 6] en
/of
/ofdoor [medeverdachte 1]
(op die datum reeds
) was/waren opgenomen
),
(telkens)met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De strafoplegging
8.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, voor de tijd van
80 (tachtig) UREN;
40 (veertig) DAGEN.