Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[B],
[C],
eiseres in conventie, tevens verweerder in reconventie in de zaak 13-60: [A] Beheer, gedaagde in conventie, tevens eiseres in reconventie in de zaak 13-60: Handelsonderneming [A],
eiseres in de zaak 13-478: SIG,
1.De procedure in de zaak 13-60
- de dagvaarding van 3 januari 2013,
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie,
- het tussenvonnis van 10 april 2013, waarbij tevens een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 3 juli 2013, met de daarin genoemde stukken.
2.De procedure in de zaak 13-478
- de dagvaarding van 23 april 2013,
- de conclusie van antwoord,
- de brief van de rechtbank van 28 mei 2013, waaruit blijkt dat de zaak wordt gevoegd met de zaak 13-60 en dat een comparitie van partijen is gelast op 3 juli 2013,
- het proces-verbaal van comparitie van 3 juli 2013, met de daarin genoemde stukken.
3.De feiten
The Services rendered bij Management B.V. under this Agreement include but are not limited to advice and services relating tot the day-to-day management of the Company.” Voorts is in artikel 2.4 van de MSA bepaald: “
The Managers shall perform the Services properly, faithfully and to the best of its abilities in a manner that is in the best interest of the Company. The Manager is free to perform the services autonomously within the SIG Benelux policy guidelines as agreed from time to time with the manager director of SIG Benelux.”
without being asked immediately upon expiration or the termination of this Agreement or earlier if requested by Company.” Artikel 9 van de MSA behelst een boetebeding voor het geval [A] Beheer en/of de heer en mevrouw [A] het bepaalde in, onder meer, artikel 8 van de MSA schenden: “
In the event that Management B.V., the Company and/or the Managers collectively or individually breaches any of its obligations under Articles 7 and 8, Management B.V. or the Company, respectively, shall immediately, upon written notice of default from the other Party forfeit for the benefit of the other party an immediately due and payable penalty of EUR 50,000.-- (fifty thousand Euros) for each such breach and a periodic penalty payment of EUR 1,000.—(one thousand Euros) for each day such breach continues, without the orther Party having to prove any loss or damage, and without prejudice to the right of the other Party to claim damages in addition if there are grounds for so doing.”
“
10.1 This Agreement is effective from august 30, 2007 for a limited period of time with expiry date December 31, 2009.10.2 This Agreement is extended only after the above period when the Parties explicitly agree upon the contents of the (extended) Agreement, at the latest one month before the termination date based upon Article 10.1. If extended after this initial limited period, the Agreement will be in force fora n indefinite period of time and may be terminated by either Party with effect form the end of a calender month, in writing and observing a notice period of three months.
Dit is zeer belangrijk voor mij anders kom ik er niet meer uit met tellingen.”. Het bleek niet mogelijk om een veld voorraad toe te voegen. Dit zou via Excell kunnen worden verwerkt.
wie kan er, buiten jullie in ons systeem komen Wij nemen dit heel hoog op i.v.m. voorraadverschillen. Gaarne willen wij weten wie hier de boel zit te bedonderen.”, waarna geantwoord is dat SIG ervoor gaat zorgen dat het niet meer kan gebeuren dat iemand van dit bedrijf in de administratie van de heer [A] kan komen.
de negatieve marge op deze klant in December komt door het verkeerde gebruik van artikel 1 Diversen. Op dit moment is er geen voorraad op dit artikel, en is alles opgeschoond.”
Vrijdag een goed gesprek gehad met Guides over de margeEr gebeuren vreemde dingen die wij jou gaan mailenAls jij hier naar wil kijken hoor ik woensdag wel hoe we het anders zouden moeten doen”Later die dag heeft de heer [A] de heer [F] per e-mail gevraagd:
“Hoe kan het zijn dat de marge op de faktuur goed is en de marge in olap negatief is??? (…) Ik maak een order kijk naar de marge (moet ongeveer 5% zijn) dit klopt ook, maar als je naar olap kijkt maken wij 43% verlies (…)”
om de continuïteit te waarborgen en een basis te leggen waarmee we met de natte afbouw kunnen doorgroeien.” Onder meer is in de e-mail vermeld:
“
Voorraadtelling
Rond de bouwvak gaan we in alle [A] vestigingen een voorraad inventarisatie doen. [G] maakt hiervoor een draaiboek.
Na 1-9 gaan alle fysieke facturen rechtstreeks naar Oisterwijk en worden gecontroleerd op inkooporder. Crediteuren beheer (aanmaken van crediteuren) vindt daar dan ook plaats.
Per 1-8 gaat complete debiteuren beheer oven naar SIG CS, inclusief deblokkeren van klanten.
- Ruilhandel is met onmiddellijke ingang niet meer toegestaan. Goederen worden ingekocht middels inkooporder en de leverancier maakt een factuur, niet via creditnota’s.
- Er wordt niet meer artikelen gecrediteerd aan de klant dan dat er gefactureerd is.
- Er moet een slobvoorziening worden genomen vlgs SIG richtlijnen ca 640 K per 1-7. Deze voorziening moeten we zien te voorkomen.
- De lijst van voorraadartikelen moet bekeken worden en waar nodig worden afgeboekt/verplaatsen naar andere vestiging zoals Amersfoort/Den Haag of MPA of retour naar de leverancier.
- [H] en [E] zullen dit voorbereiden en bespreken met [I]/[J]
- De waarde van de voorraad die al 1 jaar niet verkocht is, bedraagt 448K. Hier moeten we echt bekijken of we deze artikelen op voorraad moeten houden, in ieder geval niet meer bestellen.
Aanvullend hebben wij inmiddels afgesproken dat de samenwerking tot eind augustus zal worden voortgezet. Zoals reeds toegelicht is de reden om dit besluit te komen gelegen in het feit dat wij van mening zijn dat het nu een goed moment is om het stokje over te dragen aan de jonge(re) generatie. Zoals jullie weten is dit aan [K] die per 1 augustus aanstaande in dienst komt. Er moet veel gebeuren bij [A] de komende tijd en daarnaast zou binnen afzienbare tijd het stokje sowieso een keer overgedragen worden.”
Even over AX: Afgelopen week gingen de automatische bestellingen er niet uit, bleek dat er een vinkje verkeerd stond. Wij hebben 2 boze klanten gehad omdat wij misgrepen. Wij zijn bij [L] in Nieuwegein de voorraad aan het tellen en wij wilden de telling doorboeken in Gouda. Eenmaal in Gouda was de gehele telling verdwenen uit het systeem. Waar de jongens over klagen allemaal is dat als zij een order in het systeem hebben gezet, daarna de order weg is. Of in elkaars order zitten (…).” Bij e-mail van 9 juli 2012 heeft de heer [A] zich opnieuw bij hen beklaagd en onder meer meegedeeld: “
Nu hebben wij 2 faktuurnummers op 1 verkooporder (Kwalijke zaak lijkt mij) (…)”. Hij heeft in die e-mail voorts verzocht te kijken naar de openstaande orders, bericht dat niet alleen hij meer mag doorboeken en dat openstaande orders, anders dan voorheen, “gewoon” verwijderd konden worden en verzocht te laten weten hoe dat kan.
“
De Management-Overeenkomst heeft in weerwil van eerder tussen Partijen gemaakte afspraken een looptijd tot en met 31 december 2012. Gedurende de looptijd van de Management-Overeenkomst zullen de bepalingen en verplichtingen die voortvloeien uit de Management-Overeenkomst volledig en zonder enige beperking van kracht zijn, tenzij daarvan in deze Overeenkomst nadrukkelijk wordt afgeweken. De Management-Overeenkomst eindigt met ingang van 1 januari 2013 (de Beëindigingsdatum”).
In afwijking van het in de Management-Overeenkomst vastgelegde boetebeding (artikel 9) is de Partij die inbreuk maakt op (het bepaalde in) artikel 7 en/of artikel 8 van de Management-Overeenkomst, welke artikelen volledig en zonder beperking van kracht zijn, een dadelijk en ineens opeisbare boete verschuldigd aan de andere partij van EUR 100.000,-- (zegge: honderd duizend euro) voor iedere inbreuk en een boete van EUR 2.000,-- (zegge: tweeduizend euro) voor iedere dag dat de inbreuk voortduurt, zonder dat de andere Partij gehouden is schade te bewijzen en onverminderd het recht van die Partij om schadevergoeding te vorderen, indien en voor zover de schade het bedrag van de boete overtreft.” In artikel 6.3 van de vaststellingsovereenkomst is het volgende bepaald met betrekking tot ontbinding en vernietiging: “
Partijen doen hierbij onherroepelijk afstand van hun recht om deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden of te vernietigen of gehele of gedeeltelijke ontbinding of vernietiging van deze Overeenkomst te vorderen, zoals bijvoorbeeld op grond van de artikelen 6:265 BW (toerekenbare tekortkoming in de nakoming), 6:258 e.v. BW (onvoorziene omstandigheden) of 6:228 e.v. BW (dwaling).”
Zoals jullie weten en ook telefonisch besproken is, is er een onderzoek gaande naar mogelijke onregelmatigheden bij handelsonderneming [A], waarbij ook jullie eventuele betrokkenheid deel uitmaakt van het onderzoek.” Het informele afscheid van de heer en mevrouw [A], gepland voor vrijdag 31 augustus 2012, is afgeblazen.
Wij zijn benaderd door de heren van firma [bedrijfsrecherche] en wij hebben verklaard dat wij materiaal geleverd hebben. De heren van [bedrijfsrecherche] blijven mij maar gigantisch stalken, tot het absurde aan toe. Doe hier iets aan, [I], want je naam gaat ontzettend door het slijk!”
Vaststellen of er sprake is van zwarte verkoop, het zwart uitbetalen van personeel, verduistering van geld en goederen, misbruik van bedrijfsmiddelen, concurrerende activiteiten en andere integriteitsschendingen. Indien is vastgesteld dat er sprake is van bovenstaande integriteitsschendingen, vaststellen wat de omvang hiervan is, evenals welke personen daarbij betrokken zijn en vaststellen welke rol leidinggevenden hebben gehad, evenals welke personen binnen de organisatie van opdrachtgever op de hoogte zijn of waren van integriteitsschendingen binnen Handelsonderneming [A] B.V.”
Er hebben sinds 2007 op omvangrijke schaal transacties plaatsgevonden binnen [A] die niet in het belang van [A] zijn geweest. Op een aantal van deze transacties zijn grote verliezen geleden. De klanten waarmee de transacties zijn aangegaan en die zijn bevraagd in het kader van dit onderzoek, betwisten de transacties of werken niet mee aan het onderzoek. Meerdere (oud-)medewerkers hebben verklaard dat er structureel zwarte verkoop (zonder btw) van goederen plaatsvond. Ook hebben bijna alle medewerkers van het filiaal in Gouda verklaard voor een deel zwart uitbetaald (niet vermeld op de loonstrook) te hebben gekregen voor arbeid.Het is zeer waarschijnlijk dat er op omvangrijke schaal fictieve omzet op bepaalde klanten is geboekt om opbrengsten uit zwart geld wit te wassen. Ook is het zeer waarschijnlijk dat de enorme hoeveelheid aan crediteringen op deze klanten zijn gedaan om geld en goederen van [A] te verduisteren. Wij achten het zeer waarschijnlijk dat de inkopen bij [M] Autospuiter niet werkelijk hebben plaatsgevonden. Dat betekent dat het omvangrijke verlies op die inkopen op onrechtmatige wijze de onderneming zou hebben verlaten. Uit het onderzoek is geen betrokkenheid van medewerkers gebleken anders dan de heer [A] en mevrouw [C]. Beide verwijzen naar de heer [Q] voor details over verdachte transacties. De heer Koning heeft echter verklaard niet mee te willen werken aan dit onderzoek.”
4.Het geschil
i) [A] Beheer tekort is geschoten in de nakoming van contractuele verplichtingen en
ii) [A] Beheer onrechtmatig heeft gehandeld jegens Handelsonderneming [A] en op grond van het gevorderde achter i) en ii) jegens haar schadeplichtig is,
en veroordeling van [A] Beheer tot:
iii) vergoeding van de door Handelsonderneming [A] als gevolg van toerekenbaar tekortschieten en onrechtmatig handelen geleden schade, op te maken bij staat,
iv) betaling van € 50.000,-- boete aan Handelsonderneming [A] wegens het niet terugbrengen van de aan Handelsonderneming [A] in eigendom behorende computer van het merk Lacer, ter vermeerderen met een bedrag van € 1.000,-- voor iedere dag na 23 oktober 2012, dat [A] Beheer in gebreke is gebleven deze terug te bezorgen, zulks evenwel gedeeltelijk voorwaardelijk, namelijk voor zover het beroep op verrekening niet wordt gehonoreerd,
v) terugbezorging van genoemde computer,
vi) opheffing van de gelegde derdenbeslagen binnen 5 dagen na betekening van het te wijzen vonnis,
vii) op straffe van een dwangsom van € 50.000,-- voor iedere dag dat [A] Beheer nalaat tijdig aan de veroordelingen te voldoen, vermeerderd met rente en kosten.
5.De beoordeling
in de zaak 13-60
properly, faithfully and to the best of its abilities in a manner that is in the best interest of the Company” uit te voeren. Tevens dient te worden getoetst of sprake is geweest van een situatie waarin [A] Beheer of de heer en mevrouw [A] schade hebben toegebracht aan Handelsonderneming [A] in de in artikel 10.3 sub h van de MSA bedoelde zin, namelijk een situatie waarin “
the (..) Management B.V. or the managers engages in conduct or activities materially damaging the good will or public standing of the company or any of its affiliated companies”.Het is aan Handelsonderneming [A] om die feiten te stellen die meebrengen dat [A] Beheer tekort is geschoten in de nakoming van de MSA en deze feiten - voor zover deze door [A] c.s. gemotiveerd worden betwist - te bewijzen.
a) Het plaatsvinden van zwarte verkopen het zwart uitbetalen van loon.Medewerkers van Handelsonderneming [A] (filiaal Gouda) hebben volgens Handelsonderneming [A] verklaard dat er structureel zwarte verkoop heeft plaatsgevonden. Die vond plaats via een stand-alone-computer die speciaal voor de zwarte verkoop op de verkoopbalie in de winkel was geplaatst. De medewerkers hebben verklaard dat deze computer in de zomer van 2012 door de heer [A] is verwijderd. Zeven medewerkers hebben verklaard contante loonbetalingen te hebben ontvangen die niet op de loonstroken voorkwamen.
Ik werk dus sinds 2010 in Nieuwegein met één collega. Wij doen daar ook balieverkoop. Er kan betaald worden op rekening, contant en per pin. Sommige klanten wilden wel een bon of niet. Ik bedoel daarmee dat sommige klanten wel de BTW wilden en de anderen niet. Dit kun je zwarte betalingen noemen. Wij deden die betalingen op één grote hoop in een enveloppe. Deze enveloppe werd wekelijks door de heer [A] opgehaald en meegenomen naar Gouda, Het ging om bedragen van zo’n € 100 tot € 800 per week. In Nieuwegein werd gewerkt met een stand alone computer. Dat is die computer waarop het KING-systeem nog werkte. Op die computer werden de aankopen zonder bon geadministreerd. Op uw vraag welke klanten zonder bon wilden betalen, merk ik op dat dat dat niet precies weet. Dat was verschillend. De zwarte verkopen in Nieuwegein vinden sinds ongeveer 8 à 9 maanden niet meer plaats. Ook in Gouda werd op dezelfde manier gewerkt. In november 2012 is de stand alone weggehaald door de heer [A]. Dat viel volgens mij samen met het vertrek van de heer [A]. Toen ik in Gouda werkte, was daar ook een fooienpot. Er werden toen veel hoge bedragen gegeven. Dat hield ook verband met de economische tijden toen. (…) Ik weet niet wat er met de zwarte omzet gebeurde (…). Het is de heer [A] die bij zijn vertrek mij, in aanwezigheid van mijn collega [U], opdracht heeft gegeven te stoppen met de zwarte verkoop.” [R] is tot 2010 werkzaam geweest in Gouda, laatstelijk als baliemedewerker en is vervolgens vestigingsmanager geworden in Nieuwegein. [S] (administratief medewerker) heeft voorts verklaard: “
Klanten betaalden contant of per pin. Als de klant contant betaalde, en er werd een factuur uitgedraaid, dan stond daar ook de BTW op. Er werd ook wel eens betaald zonder factuur. Ik weet niet precies hoe vaak, ik zat namelijk vooral op kantoor. Ik stond ook wel eens achter de verkoopbalie. Als er contant betaald werd, dan ging het geld in de kassa en vervolgens in de kluis. Ik weet niet wat er vervolgens mee gebeurde. Soms zat er veel geld in de kluis. Ik weet niet hoeveel precies. De kluis werd beheerd door de heer en mevrouw [A] en de heer [Q].(…) De betalingen zonder bon vonden volgens mij ook in Nieuwegein en Barendrecht plaats. Het is tijdens de vakantie van de heer en mevrouw [A] wel voorgekomen dat ik geld naar de kluis moest brengen. Dat kon soms € 5000,-, soms € 6.000,- zijn.” Uit voormelde getuigenverklaringen blijkt derhalve dat zwarte verkoop - verkoop zonder bon, althans zonder dat btw in rekening werd gebracht - in het bedrijf plaatsvond. Deze verklaringen worden ondersteund door de mededelingen die medewerkers in hun gesprekken met [bedrijfsrecherche] hebben gedaan. De heer [V] (baliemedewerker) heeft in een eerste gesprek verklaard: “
U vraagt mij of er wel eens zaken werden verkocht waar geen bon voor gemaakt hoefde te worden. Daar kan ik geen ja en geen nee op zeggen. Het zijn allemaal vriendjes onder elkaar.”In een tweede gesprek heeft hij verklaard:
“Ik weet nu waar jullie naar toe willen, naar het kleine computertje. De zwarte handel. Ik heb daar in het eerste gesprek niet over verteld omdat ik bang was voor de reactie van [I] [A]. Er stond een stand-alone computer op de balie met daarop de oude King software voor de zwarte handel. Alles wat op deze computer werd aangeslagen gebeurde zwart. Op een gegeven moment is [A] overgegaan op een nieuwe versie van King, meer Windowsachtig. De oude computer voor de zwarte handel draaide toen door op het oude DOS systeem. Van Tilburg tot Friesland wist men van die computer af. Je ging ervan uit dat de particulier die kwam ervan wist want die gingen altijd direct bij die computer staan. Het geld dat wij met de zwarte verkopen ontvingen, ging gewoon de kassa in en [A] nam dat geld dan uit de kassa. Die computer is van de balie weggehaald op het moment dat [A] en [B] te horen kregen dat zij weg moesten bij [A]. Die computer staat niet meer in dit pand. De mensen die kwamen kopen zeiden er altijd bij: ‘Geen btw’. Dan vraag je niets meer. Het ging meestal om dezelfde klanten.”
In mijn situatie werd er altijd een bon gemaakt van de bestellingen die werden gedaan.”, maar blijkens zijn verklaring is zwarte verkoop niet uitgesloten: “
Misschien dat dat anders was bij de jongens aan de balie. Ik zie niet alles.” Bovendien impliceert het bestaan van een bon niet dat steeds btw betaald is over de verkochte producten. Voorts acht de rechtbank de omstandigheid dat blijkens de getuigenverklaringen en het rapport van [bedrijfsrecherche] niet iedere medewerker wist of sprake was van zwarte verkoop (zoals [P] (baliemedewerker), die als getuige heeft verklaard “
Ik weet niet van zwarte verkoop bij [A] (…)”) een onvoldoende contra-indicatie.
tegenbewijs” wordt overwogen en in het dictum van dit vonnis beslist.
Ik krijg af en toe zwart uitbetaald, als ik overwerk heb verricht. Aan het einde van de dag krijg ik dan € 50 of € 70 extra. Ik zou zeggen dat dat één a twee keer per week gebeurt (…).” [S] heeft als getuige verklaard: “
Ik ben bekend met het betalen van zwart loon. Als ik op zaterdag werkte, dan kreeg ik de donderdag ervoor een vast bedrag van €70. Dit bedrag werd uitbetaald door de heer of mevrouw [A] of de heer [Q].” In het kader van het onderzoek van [bedrijfsrecherche] heeft [V] verklaard: “
Ik kreeg iedere maand € 200,-- van [A] . Dat kreeg ik zo, contant dus. Dat bedrag stond niet op mijn loonstrook. Dat krijgen we sinds een tijdje niet meer.” De heer [X] (algemeen medewerker) heeft in dat verband verklaard: “
Ik weet dat met de salarissen niet alles via de legale weg ging. Als ik op zaterdag werkte, kreeg ik contant betaald. Dat geld moet natuurlijk ergens vandaan komen. [A] of [B] betaalden altijd uit. Dat medewerkers voor de zaterdagen zwart uitbetaald kregen was gebruikelijk” en de heer [Y] (vestigingsleider te Barendrecht) “
Toen ik nog in Gouda werkte kreeg ik nog wel eens een extraatje. Dan kon je overwerken voor € 10,- per uur. Dat werd contant uitbetaald door [A] .” Ten slotte heeft de heer [Z] (inkoper) verklaard: “
Ik kreeg iedere maand ongeveer € 150,-- cash uitbetaald voor het werken op zaterdagen. Dit bedrag stond niet op mijn loonstrook. Dat geld kwam niet, zoals u vraagt, uit de fooienpot. Dat geld uit de fooienpot werd apart opgespaard en daar gingen we dan iets leuks mee doen. Het geld dat ik contant kreeg voor de zaterdagen kwam niet uit de fooienpot. Ik kreeg dat geld altijd van [A] .” [Q] heeft als getuige verklaard “
Ik hield niet precies bij hoeveel er werd overgewerkt. [B] schreef het wel op. Op zaterdagen was ik er niet. Het was afhankelijk van het gedrag van de jongens hoeveel ze uitbetaald kregen voor overwerk en werk op zaterdag. Dit kon € 70,-- tot € 80,-- bedragen of ook € 20,-- of helemaal niks. Dit hing ervan af of zij gedurende de week netjes op tijd waren. Dan hadden ze wat goed te maken. Meestal betaalde ik uit op donderdag of vrijdag, mede afhankelijk van de aanwezigheid van de betreffende werknemer.(…)”
tegenbewijs” wordt overwogen en in het dictum van dit vonnis beslist.
tegenbewijs” wordt overwogen en in het dictum van dit vonnis beslist.
In november 2012 is de stand alone weggehaald door de heer [A].”De heer [A] heeft als getuige verklaard: “
Ik heb vlak voor mijn vertrek, ik denk in juli 2012, de stand alone bij de andere oude computers gezet. Hij staat er nog en aan de harde schijf is niets gedaan.” [P] heeft als getuige verklaard: “
Volgens mij heb ik [A] sinds vorig jaar, na de bouwvak, niet meer gezien. Voor zijn vertrek is de computer met het oude systeem door [I] weggehaald.” [Q] heeft als getuige over de computer in Gouda verklaard: “
Ik denk dat wij in december 2011 de oude computer hebben weggehaald. Ik weet niet precies wie dat gedaan heeft. Dat kunnen een aantal jongens geweest zijn, maar ook [A] of ik. De computer staat nu in het fax/rommelhok. Dat heb ik zelf gezien.” Over de computer in Nieuwegein heeft [Q] verklaard: “
Hij[[U], filiaal Nieuwegein, rb]
heeft mij verteld dat de stand-alone-computer in Nieuwegein ook is weggehaald. Ik zit te denken wanneer dat geweest is, dat moet veel later geweest zijn dan toen [B], [A] en ik vertrokken waren. Het moet wel [L] zijn geweest die die computer heeft weggehaald(…)”. Uit geen van de getuigenverklaringen en evenmin uit de verklaringen die andere medewerkers in het kader van het onderzoek van [bedrijfsrecherche] hebben afgelegd, blijkt dat de heer [A] de computer(s) voor zijn vertrek uit de bedrijfsruimte(n) verwijderd heeft. Het enkele vermoeden dat de heer [A] de computer uit de bedrijfsruimte(n) heeft verwijderd, acht de rechtbank onvoldoende. Dit kan derhalve niet als vaststaand door de rechtbank worden aangenomen.
in the best interest of the Company” is, zoals artikel 2.4 bepaalt.
in the best interest of the Company” moet worden geacht.
De conversie heeft plaatsgevonden op 30 juni 2011, vanaf 1 juli 2011 werkten wij met AX.”). Met ingang van 1 januari 2012 is [E] als divisiedirecteur (Director Interiors Nederland) begonnen. Weliswaar heeft het AX-systeem blijkens de door [A] Beheer overgelegde emailwisselingen tussen de heer [A] en de financieel directeur van SIG Nederland B.V. tot problemen in onder meer de verwerking van orders en de weergave van marges geleid, [A] Beheer heeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende feiten gesteld op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat de constateringen van [bedrijfsrecherche] met betrekking tot de wijze van administratie niet aan [A] Beheer zelf te wijten zijn. Van belang in dit verband acht de rechtbank dat het AX-systeem reeds medio 2011 is ingevoerd en dat de e-mails waarin de heer [A] zijn beklag doet over de werking van het systeem eerst uit februari van 2012 dateren. Niet ter zake voor de vraag of [A] Beheer tekort is geschoten in de MSA doet voorts naar het oordeel van de rechtbank of [E] al dan niet geprobeerd heeft de zogenoemde slob-voorziening te voorkomen. De divisiedirecteur heeft kennelijk geprobeerd eventuele nadelige financiële gevolgen van de richtlijnen van het moederbedrijf gezien de grootte van de aanwezige voorraad bij Handelsonderneming [A] te beperken. Overigens is niet gebleken dat [E] met zijn voorstel zelf in strijd heeft gehandeld met de richtlijnen van het moederbedrijf. Ten slotte overweegt de rechtbank dat [A] Beheer niet wordt verweten dat zij concurrerende activiteiten is gaan ondernemen en dat om die reden sprake is geweest van schending van de MSA. Hoewel het de rechtbank bevreemdt dat Handelsonderneming [A] een vaststellingsovereenkomst met [A] Beheer is aangegaan op 19 juli 2012 en het ontbreken van pagina 3 in het overgelegde rapport van [bedrijfsrecherche] doet vermoeden (of in ieder geval de mogelijkheid openlaat) dat de opdracht aan [bedrijfsrecherche] reeds is verleend vóórdat de vaststellingsovereenkomst is ondertekend, laat die omstandigheid onverlet dat op basis van het nadien verrichte onderzoek (van augustus tot oktober 2012) en verschenen rapport van [bedrijfsrecherche] geconcludeerd moet worden dat sprake is van tekortschieten van [A] Beheer.
6.De beslissing
a) het plaatsvinden van zwarte verkopen en het zwart uitbetalen van loon;
conform haar aanbod om (aanvullend) tegenbewijs te leveren door onderzoek in de administratie van Handelsonderneming [A], te ontzenuwen
a) het plaatsvinden van zwarte verkopen en het zwart uitbetalen van loon;