ECLI:NL:RBDHA:2014:14986
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming van vreemdelingen en schadevergoeding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben eisers, een gezin bestaande uit eiseres 1, eiser 1 en hun minderjarige kind, beroep ingesteld tegen de vrijheidsontnemende maatregelen die hen zijn opgelegd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eisers, van Mongolische nationaliteit, hebben op 30 september 2014 een beroepschrift ingediend, waarin ook om schadevergoeding werd verzocht. De openbare behandeling vond plaats op 13 oktober 2014, waarbij eisers werden bijgestaan door hun gemachtigde en de verweerder door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrijheidsontnemende maatregelen op 3 oktober 2014 zijn opgeheven, waardoor enkel de vraag over de schadevergoeding nog ter beoordeling lag. De rechtbank overwoog dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was, omdat verweerder niet had gemotiveerd waarom hij van zijn beleid was afgeweken. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring vanaf 30 september 2014 niet gerechtvaardigd was en dat eisers recht hadden op schadevergoeding voor de onrechtmatige bewaring.
De rechtbank kende een schadevergoeding toe van € 160,-- voor twee dagen onrechtmatige bewaring en veroordeelde verweerder in de proceskosten van € 974,--. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Soffers en is openbaar uitgesproken op 17 oktober 2014.