Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser sub 3],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
principal to principalrelatie met Gerann c.s. als professionele belegger, waarbij de Rabobank alleen een algemene informatieplicht en geen waarschuwingsplicht heeft. Gerann c.s. heeft verklaard dat het zo bezien voor de beoordeling van de zaak niet uitmaakt wat de precieze kwalificatie van de relatie met de Rabobank is en of al dan niet sprake is van een waarschuwingsplicht. Het geschil over de kwalificatie van de relatie tussen Gerann c.s. en de Rabobank kan dus onbesproken blijven.
uiteraard wil ik dat uitleggen, laat het maar weten wanneer ik moet aantreden”. De Rabobank heeft verder aangevoerd dat ook de manager van de Rabobank Den Haag bereid was met [eiser sub 3] zelf te spreken, maar dat het niet tot een afspraak kwam en [controller] vervolgens ieder keer tegen de Rabobank zei dat het (toch) niet hoefde. Gerann c.s. heeft dit niet weersproken.