1.4Verweerder heeft de aanvragen afgewezen omdat eisers niet beschikken over een geldige twv.
2. Eisers stellen dat verweerder bij zijn besluitvorming had moeten wachten tot de procedures bij het UWV over de weigering van de twv waren afgerond. Voorts menen eisers dat gelet op artikel 3.103 van het Vb 2000 de oude Wav op hun aanvragen van toepassing is, nu de verlengingsaanvragen zijn ingediend voor 1 januari 2014. Voorts stellen eisers dat artikel 18, eerste lid, aanhef en onder g van de Vreemdelingenwet 2000 niet verplichten tot weigering van de arbeidsmarktaantekening ‘arbeid is vrij toegestaan, twv niet vereist`, als er geen geldige twv is, maar dat verweerder terzake beleidsvrijheid heeft. Verder stellen eisers dat het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel worden geschonden door het ontbreken van een paragraaf met overgangsrecht in de per 1 januari 2014 gewijzigde Wav en de onmiddellijke werking van deze wetswijziging. Deze herziening van de Wav met ingang van 1 januari 2014 heeft tot gevolg dat de arbeidsmarktaantekening “arbeid is vrij toegestaan, twv is niet vereist” eerst wordt verleend nadat de vreemdeling vijf jaar op basis van een twv in Nederland arbeid heeft verricht, in plaats van na drie jaar. Er is sprake van onrechtmatige wetgeving.
Eisers en hun werkgever hebben vanaf het moment van de verlening van de eerste verblijfsvergunningen erop mogen vertrouwen dat het in de Wav verankerde recht op een verblijfsvergunning zonder beperkingen geëerbiedigd zou worden. Bovendien zijn aan grote aantallen collega’s die zich in gelijke omstandigheden bevonden, wel verblijfsvergunningen met onbeperkte arbeidsmarktaantekening afgegeven.
Tot slot stellen eisers dat verweerder heeft gehandeld in strijd met zijn wettelijke onderzoeks- en hoorplicht en met zijn plicht om zijn beschikking te baseren op een deugdelijke feitelijke grondslag en op de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) rustende behoorlijke motivering. Hierdoor handelde verweerder onrechtmatig jegens eiser, waardoor verweerder schadeplichtig is, aldus eiser.
3 Ingevolge artikel 14, tweede lid, van de Vw 2000, wordt een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder beperkingen verleend, verband houdende met het doel waarvoor het verblijf is toegestaan. Daarbij is bepaald dat aan de vergunning voorschriften kunnen worden verbonden.
In gevolge artikel 18, eerste lid, aanhef en onder g, van de Vw 2000 kan een aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 worden afgewezen indien de vreemdeling voor de werkgever arbeid verricht, zonder dat aan de Wav is voldaan.
Ingevolge artikel 3.31 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000), zoals dat luidde ten tijde van het indienen van de aanvragen, wordt een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, als bedoeld in artikel 14 van de Vw 2000, onder een beperking verband houdend met het verrichten van arbeid in loondienst verleend aan de vreemdeling die in Nederland arbeid in loondienst verricht of gaat verrichten, waarvoor anders dan met toepassing van artikel 11, derde lid, van de Wav een tewerkstellingsvergunning is afgegeven.
Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Wav (nieuw) is het verbod van artikel 2 van de Wav niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die beschikt over een krachtens de Vw 2000 afgegeven verblijfsvergunning, welke is voorzien van een aantekening van de Minister van Veiligheid en Justitie waaruit blijkt dat aan die vergunning geen beperkingen zijn verbonden voor het verrichten van arbeid.
Blijkens het tweede lid wordt een zodanige aantekening afgegeven aan een vreemdeling:
a. die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder b of d, van de Vw 2000;
b. die gedurende een ononderbroken tijdvak van vijf jaar heeft beschikt over een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vw 2000 en die nadien zijn hoofdverblijf niet buiten Nederland heeft gevestigd; of
c. die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie
4 De rechtbank overweegt het volgende.