Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 november 2014 in de zaak tussen
[X], te [P], eiser
Procesverloop
Overwegingen
allewoonvoorzieningen in gemeenschappelijke ruimten (van appartementengebouwen) uit. Dat verdraagt zich niet met artikel 1, eerste lid, onder g, ten 6e in samenhang met artikel 4, eerste lid, onder a, WMO aangezien daarmee tevens beperkingen van compensatie worden uitgesloten die wel onder de compensatieplicht vallen, zoals blijkt uit dit geval. Deze wettelijke bepalingen omvatten immers ook voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten van appartementengebouwen, voor zover die voorzieningen nodig zijn ter compensatie van een beperking die aan het op gebruikelijke wijze voeren van een huishouding in de weg staat. De interpretatie van verweerder dat bij een appartementengebouw “de woning” alleen uit het individuele appartement zelf bestaat en niet (ook) de gemeenschappelijke ruimten omvat acht de rechtbank ten principale onjuist. Aan artikel 20, eerste lid, van de Verordening moet dan ook verbindende kracht worden ontzegd wegens strijd met de in deze overweging genoemde bepalingen in de WMO.