Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
Op woensdag 15 mei 2013 doet [directeur] (directeur van JCC in Den Haag) melding bij de politie dat een van zijn medewerkers, [verdachte], een cliënte, genaamd [slachtoffer] seksueel zou hebben misbruikt. Naar aanleiding van deze melding vindt er op 17 mei 2013 een informatief gesprek plaats op het politiebureau met [slachtoffer]. Zij verklaart in dit gesprek, kort gezegd, dat de sociotherapeut [verdachte] op 30 april 2013 en op 7 mei 2013 seksuele handelingen met haar heeft verricht. Op 30 mei 2013 doet [slachtoffer] hiervan aangifte, hetgeen heeft geleid tot de onderhavige zaak waarin de rechtbank moet oordelen of verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de hem verweten gedragingen.
. [16] Ze zag dat hij na 7 a 8 minuten uit de kamer van [slachtoffer] kwam.
4.De strafbaarheid van het feit
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel
8.De inbeslaggenomen goederen
9.De toepasselijke wetsartikelen
10.De beslissing
18 maanden;
6 maandenniet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
driejaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.