ECLI:NL:RBDHA:2014:13454
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.M. Brakel
- P. Lahman
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgemeenschap na echtscheiding met betrekking tot financiële en materiële zaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 november 2014 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken op 10 december 2013, maar de behandeling van de verzoeken tot afwikkeling van het huwelijksvermogensregime was aangehouden. De vrouw en de man hebben hun verzoeken tot verdeling van de huwelijksgemeenschap ingediend, waarbij de vrouw werd bijgestaan door haar advocaat, mr. A. Alam-Khan, en de man door mr. S.C. Meijler.
De rechtbank heeft de verdeling van de huwelijksgemeenschap vastgesteld, waarbij de peildatum voor de verdeling is vastgesteld op 16 maart 2012, de datum van indiening van het echtscheidingsverzoek. De rechtbank heeft de waarde van de echtelijke woning vastgesteld op € 210.000,--, met een hypotheek van € 153.266,--, en heeft bepaald dat de man de woning en de bijbehorende hypotheek zal overnemen, met een uitkering van de overwaarde aan de vrouw. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de verdeling van bankrekeningen, spaarrekeningen, aandelenportefeuilles en andere activa, zoals de Opel Corsa en familiejuwelen.
De rechtbank heeft ook de schulden van beide partijen in overweging genomen en bepaald dat bepaalde leningen en kredieten voor rekening van de man komen, terwijl andere schulden door de vrouw moeten worden gedragen. De rechtbank heeft de man ook verplicht om een bedrag van € 1.250,-- te vergoeden aan de vrouw wegens benadeling van de huwelijksgemeenschap door de verkoop van een auto, en een bedrag van € 13.750,-- wegens onttrekking van gelden aan de gemeenschap. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.