ECLI:NL:RBDHA:2014:13362
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot afwijzing verblijfsvergunning op basis van gezinsleven conform artikel 8 EVRM
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Sierra Leoonse man, en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op basis van gezinsleven, die eerder was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris ten onrechte had aangenomen dat het gezinsleven tussen eiser en zijn partner was ontstaan tijdens een periode van onrechtmatig verblijf. De rechtbank stelde vast dat er onvoldoende rekening was gehouden met de belangen van de kinderen van eiser en de rol die hij in het gezin speelt. Eiser en zijn partner hebben samen twee minderjarige kinderen, en de partner is slachtoffer van mensenhandel met een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf. De rechtbank concludeerde dat er objectieve belemmeringen zijn om het gezinsleven in Sierra Leone uit te oefenen en dat de staatssecretaris niet had gemotiveerd waarom de partner van eiser zou moeten terugkeren. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om opnieuw op het bezwaar te beslissen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiser.