ECLI:NL:RBDHA:2014:13355
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering openbaarmaking tapstatistieken AIVD in verband met nationale veiligheid
In deze zaak heeft eiser, een journalist, verzocht om inzage in de tapstatistieken van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) over de jaren 2002-2008 en 2010-2012. De rechtbank Den Haag heeft op 23 oktober 2014 uitspraak gedaan in deze kwestie. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de aanvraag afgewezen op 5 maart 2014, met als argument dat openbaarmaking de nationale veiligheid zou kunnen schaden. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 16 april 2014 al had bepaald dat de beperking van kennisneming van stukken gerechtvaardigd was. Tijdens de zitting op 9 oktober 2014 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij zich beroept op rapporten van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de Commissie Dessens, die pleiten voor meer transparantie en controle op de AIVD.
De rechtbank overweegt dat de AIVD zijn taken alleen effectief kan uitvoeren als bepaalde informatie geheim blijft. De weigering van de minister om de tapstatistieken openbaar te maken is gebaseerd op de vrees dat dit inzicht kan geven in de werkwijze van de AIVD, wat de nationale veiligheid in gevaar zou kunnen brengen. Eiser stelt dat de totale hoeveelheid taps per jaar geen inzicht geeft in de werkwijze van de AIVD, maar de rechtbank is van mening dat deze aantallen in combinatie met andere informatie wel degelijk inzicht kunnen geven in de capaciteiten en focus van de AIVD.
De rechtbank concludeert dat de minister de openbaarmaking van de tapstatistieken terecht heeft geweigerd. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en ziet geen aanleiding om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2014.