ECLI:NL:RBDHA:2014:13182
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B. van Velzen
- M.J.F.J. van Beek
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening en beroep inzake verblijfsvergunning asiel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep inzake de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser had op 16 juni 2014 een aanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 2 juli 2014 zijn zowel eiser als zijn advocaat, mr. P.J. Wapperom, niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door een gemachtigde.
De advocaat heeft verklaard dat hij gevolmachtigd was om het verzoek in te dienen, maar uit het rapport bleek dat eiser niet was verschenen voor zijn gehoor en dat er geen contact was geweest tussen eiser en zijn advocaat. De voorzieningenrechter heeft vervolgens telefonisch contact opgenomen met het kantoor van Wapperom, waar mr. A.W.J. van der Meer, kantoorgenoot van Wapperom, bevestigde dat er geen contact met eiser was geweest en dat zij niet wisten waar eiser zich bevond. Dit leidde tot de conclusie dat eiser Wapperom en Van der Meer niet had gevolmachtigd voor het indienen van het verzoek.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de toewijzing van de zaak door de raad voor rechtsbijstand niet gelijkgesteld kan worden met een machtiging door eiser. Hierdoor werd het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Dit gold ook voor het beroep, waarbij de voorzieningenrechter op basis van artikel 8:86, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht onmiddellijk uitspraak deed en ook dit niet-ontvankelijk verklaarde. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.