ECLI:NL:RBDHA:2014:13022

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 oktober 2014
Publicatiedatum
23 oktober 2014
Zaaknummer
C-09-463662 - FA RK 14-2584
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring rechtsvermoeden van overlijden van een vermiste persoon

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2014 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 9 april 2014 was ingediend door verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.E. Schepers. Het verzoek betreft de verklaring van rechtsvermoeden van overlijden van de vermiste, die sinds 29 mei 2008 als vermist wordt beschouwd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en de schriftelijke conclusie van de officier van justitie, die het verzoek steunt.

Tijdens de zitting op 15 september 2014 zijn verzoekster en haar meerderjarige zoon verschenen. Verzoekster heeft aangevoerd dat de vermiste ten onrechte als vader op de geboorteakte van haar minderjarige kind is vermeld, wat problemen heeft veroorzaakt bij het aanvragen van officiële documenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de vermiste nog in leven is, en heeft geoordeeld dat het verzoek om een verklaring van rechtsvermoeden van overlijden gegrond is.

De rechtbank heeft de bevoegdheid om kennis te nemen van het verzoek op basis van artikel 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en past het Nederlandse recht toe. De rechtbank heeft besloten dat de vermiste moet worden opgeroepen in de Verenigde Staten, waar hij vermoedelijk woonachtig was ten tijde van zijn verdwijning. De rechtbank heeft verzoekster opgedragen om de vermiste bij advertentie op te roepen, met een termijn van een maand om te verschijnen ter zitting op 12 januari 2015. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 14-2584
Zaaknummer: C/09/463662
Datum beschikking: 20 oktober 2014

Verklaring rechtsvermoeden van overlijden

Beschikking op het op 9 april 2014 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoekster],

verzoekster,
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. R.E. Schepers te Enschede.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[meederjarige zoon van verzoekster],

meerderjarige zoon van verzoekster,
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [meederjarige zoon van verzoekster].

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- de schriftelijke conclusie van de officier van justitie d.d. 30 juni 2014 die strekt tot inwilliging van het verzochte.
Op 15 september 2014 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld.
Hierbij zijn verschenen: verzoekster met haar advocaat en [meederjarige zoon van verzoekster].

Verzoek

Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank zal gelasten [de vermiste] (hierna ook te noemen: de vermiste) op te roepen teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken, en, zo hiervan niet blijkt, zal verklaren dat er rechtsvermoeden van overlijden van de vermiste bestaat, alsmede dat de rechtbank zal bepalen dat de kosten die verzoekster op grond van artikel 1:413 lid 1 Burgerlijk Wetboek heeft gemaakt, ten laste van het vermogen van de vermiste worden gebracht.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
De rechtbank is op grond van artikel 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd van de voorliggende verzoeken kennis te nemen en past bij gebrek aan nadere conflictregels het Nederlandse recht toe.
Uit de overgelegde stukken is het volgende gebleken:
  • Verzoekster en [meederjarige zoon van verzoekster] (geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Pakistan) hebben zich op [datum], komend vanuit Pakistan, in Nederland gevestigd.
  • Verzoekster en [meederjarige zoon van verzoekster] hebben een onbekende en de Nederlandse nationaliteit.
  • Op [geboortedatum] is te [geboorteplaats] uit verzoekster geboren: [de minderjarige]. In de geboorteakte van dit kind is als vader vermeld: [de vermiste]. In het gezagsregister is geen vermelding over het gezag over dit kind opgenomen.
Verzoekster heeft ter onderbouwing van haar verzoek, voor zover van belang, het volgende gesteld:
  • Op [datum huwelijk] is zij te [plaats huwelijk], Afghanistan, gehuwd met de vermiste. Uit dit huwelijk is [meederjarige zoon van verzoekster], voornoemd, geboren.
  • Verzoekster en de vermiste zijn van Afghaanse afkomst.
  • Tot medio 1998 woonden verzoekster en de vermiste in Pakistan.
  • In 1998 hebben verzoekster en de vermiste hun huwelijk beëindigd.
  • In 1998 is de vermiste naar de Verenigde Staten van Amerika vertrokken, alwaar hij een vergunning voor permanent verblijf heeft verkregen.
  • Noch het huwelijk van verzoekster met de vermiste, noch de beëindiging van het huwelijk, is in Nederland geregistreerd.
  • Verzoekster kan geen huwelijksakte en geen akte van beëindiging van het huwelijk overleggen.
  • Verzoekster is in Nederland bij diverse instanties geregistreerd als “gehuwd”.
  • Contact van verzoekster met de vermiste verliep sinds zijn vertrek naar de Verenigde Staten uitsluitend via wederzijdse kennissen. Via kennissen heeft verzoekster in 2008 vernomen dat de vermiste zou zijn overleden. Naspeuringen hebben haar geleerd dat de vermiste op 29 mei 2008 te Sacramento zou zijn overleden.
- Na 29 mei 2008 heeft verzoekster niets meer van de vermiste vernomen.
  • De vrouw kan van het overlijden van vermiste geen bewijs leveren. Via haar voormalig advocaat heeft zij getracht om, door bemiddeling via Familysearch.org een overlijdensakte van het California Department of Public Health te verkrijgen, dit is tot op heden niet gelukt.
  • Voor zover de vermiste in Afghanistan zou zijn overleden, geldt dat het niet mogelijk is om een overlijdensakte daar op te vragen.
Verzoekster heeft ter onderbouwing van haar stellingen onder meer de volgende stukken overgelegd:
  • Een kopie van een “Refugee Travel Document” verleend aan “[de vermiste]” (achternaam is op het door verzoekster overgelegde document onleesbaar), geboren op
  • Een kopie van een “permanent resident card”, verstrekt aan “[de vermiste]”, geboren op [geboortedatum] te Afghanistan, geldig tot 4 juni 2010. Op deze kaart is vermeld dat [de vermiste] vanaf 29 april 1992 verblijf had.
  • Een door verzoekster van de door haar ingeschakelde organisatie www.familysearch.org ontvangen ‘Individual Record’ van de U.S. Social Security Death Index ten name van [de vermiste], geboren op [geboortedatum], inhoudende dat deze persoon, met Social Security Number: [nummer], op 29 mei 2008 te Sacramento, Californië is overleden.
Verzoekster heeft aangegeven onder meer belang te hebben bij haar verzoek nu de vermiste, volgens verzoekster ten onrechte, als vader op de geboorteakte van de minderjarige [de minderjarige] is vermeld.
[meederjarige zoon van verzoekster] heeft ter terechtzitting verklaard in het maatschappelijk leven last te hebben van het feit dat er in Nederland vanuit wordt gegaan dat zijn vader nog leeft. Zo heeft hij problemen ondervonden met de aanvraag van zijn paspoort en met de aanvraag van studiefinanciering.
De rechtbank heeft ambtshalve vernomen dat in de basisregistratie persoonsgegevens het volgende is vermeld:
  • Verzoekster is gehuwd met [de vermiste], geboorteplaats onbekend, geboortedatum: 00-00-0000; het huwelijk is gesloten op [datum huwelijk].
  • De ontbinding van voormeld huwelijk is sinds 21 februari 2011 in onderzoek.
  • Als vader van [meederjarige zoon van verzoekster] is opgenomen: [de vermiste], geboren 00-00-0000.
De rechtbank overweegt als volgt. Gelet op de onderbouwing door verzoekster van het verzoek en de daarbij overlegde stukken, is de rechtbank van oordeel dat het bestaan van de vermiste, waarvan sedert 29 mei 2008 ieder spoor ontbreekt, onzeker is. Het verzoek is dan ook in zoverre op de wet gegrond en – vooralsnog, in afwachting van het resultaat van de wettelijk voorgeschreven oproeping van de vermiste – voor toewijzing vatbaar.
Ter beoordeling staat in welk land de vermiste dient te worden opgeroepen. De door verzoekster genoemde mogelijkheid dat de vermiste zou kunnen zijn overleden in Afghanistan acht de rechtbank onvoldoende onderbouwd, zodat de rechtbank er van uit gaat dat daar geen sprake van kan zijn. Nu uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting voldoende aanwijzingen zijn verkregen dat de vermiste ten tijde van zijn vermoedelijk overlijden woonachtig was in Sacramento, Californië, zal de rechtbank verzoekster bevelen de vermiste op te roepen in de Verenigde Staten van Amerika.
Nu is gebleken van discrepanties in de schrijfwijze van de voornaam en de geslachtsnaam van de vermiste alsook in zijn geboortedatum, zoekt de rechtbank voor de oproeping van de vermiste aansluiting bij de door verzoekster overgelegde documenten van de vermiste uit de Verenigde Staten, te weten zijn verblijfsdocument en rijbewijs.
Gelet op het voorgaande beslist de rechtbank als volgt.

Beslissing

De rechtbank:
beveelt verzoekster de vermiste bij advertentie op te roepen met inachtneming van een termijn van een maand om te verschijnen ter terechtzitting van deze rechtbank van
12 januari 2015 te 14.50 uur, teneinde van zijn in leven zijn te doen blijken;
bepaalt dat de advertenties volgens aangehecht model tijdig zullen worden geplaatst in een landelijk verschijnend dagblad in de Verenigde Staten van Amerika, expliciet in de staat Californië en bij voorkeur in de omgeving van Sacramento, en in de Nederlandse Staatscourant en dat verzoekster tot bewijs van de oproepingen een exemplaar van voormeld dagblad en van de Nederlandse Staatscourant waarin de vermiste is opgeroepen, zal dienen over te leggen tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.T. Nijhuis, W.G. de Boer en S.M. Westerhuis-Evers, bijgestaan door V. van den Hoed-Koreneef als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 oktober 2014.

Oproep

De rechtbank te 's-Gravenhage heeft de oproeping bevolen van de vermiste:
naam: [de vermiste]
geboren: [geboortedatum] te Afghanistan
laatst bekend adres: Sacramento, Californië, Verenigde Staten van Amerika
ter terechtzitting van deze rechtbank, op: 12 januari 2015 te 14.50 uur
,
in verband met een ingediend verzoekschrift tot het verkrijgen van een verklaring dat er rechtsvermoeden van overlijden van de vermiste bestaat.
Voor inlichtingen: mr. R.E. Schepers, advocaat te Enschede
.