Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 juli 2014;
- de akte overlegging producties van Mooreast met producties 1 tot en met 11;
- de akte overlegging aanvullende productie 12 van Mooreast;
- de akte overlegging producties van Vryhof met producties 1 tot en met 13;
- de brief van 18 september 2014 van Vryhof met een kostenspecificatie;
- de brief van 18 september 2014 van Mooreast met een voorwaardelijke eisvermeerdering met de als productie 13 overgelegde kostenspecificatie;
- de overgelegde volledige versie van productie 13 van Vryhof;
- de overgelegde productie 14 van Vryhof;
- de mondelinge behandeling van 19 september 2014 met de daarbij door de advocaten overgelegde pleitnotities.
2.De feiten
off-shoreindustrie. In 2010 heeft Mooreast de activa overgenomen van Mooreast Pte.
off-shoreindustrie.
the High Court of the republic of Singapore.Vryhof heeft in die procedure gevorderd dat – kortgezegd – Mooreast zal worden veroordeeld tot voldoening van onbetaalde facturen en tot het afleggen van een verklaring dat de ontwerptekeningen van Vryhof zullen worden geretourneerd.
(“indemnity”) zou geven, heeft Viking haar order bij Mooreast gehandhaafd. In een e-mail van de commercieel directeur van Viking van 30 juni 2014 aan de statutair directeur van Mooreast staat dienaangaande het volgende:
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
“(…) we reserve the right to inform the appropriate end-users including the major oil & gas companies (…)”,als naar de e-mail die Vryhof aan Viking heeft gezonden (hiervoor opgenomen in 2.13), waarin staat:
“(…) we intend to raise this same issue with the Shell legal department (…)”. Daarmee is naar voorlopig oordeel voldoende aannemelijk dat Vryhof mogelijk (de
legal department van)Shell, waarvan onweersproken is gesteld dat deze is gevestigd in Rijswijk, gelegen in het arrondissement Den Haag de brief heeft gestuurd of zal sturen. Het verweer van Vryhof dat in de e-mail aan Viking een plaatselijk kantoor van Shell in de Filipijnen wordt bedoeld, wordt gelet op het bovenstaande gepasseerd. Gelet hierop doet het schade brengende feit zich (mede) voor, althans dreigt het zich voor te doen, in het arrondissement Den Haag, zodat de relatieve bevoegdheid van de voorzieningenrechter op grond van artikel 102 Rv is gegeven.
legal opinion. Vryhof stelt zich op het standpunt dat Singaporees recht van toepassing is en heeft, onder verwijzing naar een door haar als productie 13 overgelegde
legal opinionbeargumenteerd dat naar Singaporees recht de brief van Vryhof niet onrechtmatig is en overigens gesteld dat deze ook naar Nederlands recht niet onrechtmatig is.
genuine designs’,‘
lookalike anchors’, ‘
IP-related disputes’, ‘
non-original equipment’ zijn medebepalend bij het wekken van die indruk.
mediationovereenkomst de enige onderbouwing vormt voor de stelling van Vryhof dat zij succesvol is geweest in juridische acties jegens – kortgezegd – bedrijven die kopieën aanbieden. Uit de overgelegde
mediationovereenkomst blijkt dat deze is aangegaan tussen een vennootschap genaamd Stevlos B.V. enerzijds en twee Chinese bedrijven anderzijds en dat de overeenkomst ziet op een geschil ten aanzien van een anker van Vryhof van het type “Mk6”. De brief heeft echter, zo blijkt al uit de aanhef, betrekking op “
non-original Stevpris/Stevshark type anchors”, of te wel ankers met als typenummer Mk5. Mooreast voert dan ook terecht aan dat de
mediationovereenkomst geen onderbouwing kan vormen van de juistheid van de mededeling met de strekking dat Vryhof reeds met succes juridische stappen zou hebben ondernomen jegens derden die kopieën van de Stevpris en Stevshark ankers van Vryhof verhandelen. Vryhof heeft de juistheid van die mededeling niet anderszins onderbouwd. Ook de juistheid van de daarop volgende zin in de brief, die luidt dat in sommige gevallen beslag onder derden is gelegd, is door Mooreast betwist en door Vryhof niet onderbouwd hoewel dit – nu het haar eigen uiting betreft – wel op haar weg had gelegen.
the major oil & gas companies’ te informeren. Het is aannemelijk dat klanten van Mooreast afkerig worden van het doen van zaken met Mooreast om te vermijden dat zij direct dan wel indirect betrokken raken bij juridische procedures. Of Mooreast schade bestaande uit winstderving heeft geleden als gevolg van het verstrekken aan Viking van een vrijwaring terwijl de order niet is geannuleerd, waarover partijen van mening verschillen, kan in het midden blijven. Van belang is dat Viking inderdaad als gevolg van de brief om de vrijwaring heeft verzocht. Het is voldoende aannemelijk dat ontvangers van de brief zouden kunnen besluiten geen producten (meer) bij Mooreast te bestellen of een order te annuleren. Dat Mooreast hierdoor schade zal lijden heeft Vryhof niet betwist.
legal opinions, hetgeen zij desgevraagd ter zitting hebben bevestigd, met elkaar eens dat naar Singaporees recht sprake is van onrechtmatig handelen (
tort) als is voldaan aan de volgende drie elementen: (i) gedaagde heeft een onjuiste mededeling (
false statement)gepubliceerd c.q. gedaan, (ii) deze mededeling is in het besef van de onjuistheid ervan (
maliciously)gedaan, en (iii) eiseres heeft daadwerkelijk schade (
actual damage)geleden als gevolg van de mededeling.
tortnaar Singaporees recht.
To Whom It May Concern” duidt er evenwel op dat het gaat om een brief die aan meerdere partijen is verzonden, zo stelt Mooreast. De stelling van Vryhof dat die aanhef is gebruikt omdat zij niet wist wie bij InterMoor de aangewezen persoon was om de brief in behandeling te nemen, acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk en is niet onderbouwd. De voorzieningenrechter is met Mooreast voorshands van oordeel dat niet vast staat dat de brief slechts aan InterMoor en Viking is gestuurd. Zodoende is er aanleiding voor een opgave van geadresseerden. Die opgave stelt Mooreast in de gelegenheid te verifiëren dat de rectificatie aan alle ontvangers van de brief is verzonden. De opgave dient te worden voorzien van een door Vryhof te bekostigen verklaring van een accountant (RA of AA) waaruit blijkt dat hij de opgave heeft geverifieerd aan de hand van de administratie van Vryhof en dat, voorzover verifieerbaar, de opgave strookt met de gegevens uit die administratie en dat, voorzover verificatie niet volledig mogelijk is, hij geen aanwijzingen heeft dat de opgave geen getrouwe weergave van de werkelijkheid omtrent de te verstrekken gegevens zou inhouden.