Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 oktober 2014 in de zaak tussen
[eiser], te [X], eiser
de minister van Defensie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Bij eiser is een posttraumatische stressstoornis (PTSS) met dienstverband vastgesteld, waarvoor eiser met ingang van 8 december 2005 een militair invaliditeitspensioen (MIP) is toegekend. Eiser is op 19 september 2007 en 30 juli 2009 herkeurd.
In de brief van 9 mei 2012 is tevens neergelegd dat verweerder eiser geen financiële hulp zal bieden bij het saneren van zijn schulden. Dit houdt verband met de genoemde twijfel van verweerder over de aanspraak van eiser op een MIP en de hoogte van dat MIP.
6.2 Tussen partijen is allereerst in geschil of de besluitvorming omtrent het al dan niet beschikbaar stellen van het budget in het kader van de schuldhulpverlening van eiser heeft plaatsgevonden door het ABP in eigen naam, of door het ABP namens verweerder (de minister van Defensie). Anders dan het ABP heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat zowel het primaire besluit als het bestreden besluit door het ABP namens verweerder zijn genomen. Dit blijkt ook uit de besluiten zelf. In beide besluiten is vermeld dat zij zijn genomen door het ABP
namens verweerder.Dat dit abusievelijk zo zou zijn vermeld volgt de rechtbank niet. De rechtbank verwijst in dat verband naar de brief van 2 mei 2012 van het ABP aan de gemeente Zoetermeer. In die brief is neergelegd: “
Het Ministerie van Defensie heeft inmiddels definitieve besluitvorming genomen. Dat besluit houdt in dat
Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat –zoals haar ambtshalve bekend is en zoals aan partijen is voorgehouden in de brief van 26 juni 2014- de minister van Defensie in procedures op grond van de Ereschuldregeling uitkeringen op grond van die regeling verrekent met vorderingen die het ABP heeft op gewezen militairen uit hoofde van aan deze gewezen militairen in het kader van schuldhulpverlening of schuldsanering verstrekte renteloze leningen en/of voorschotten. In die procedures neemt de minister van Defensie het volgende standpunt in:
“In dit kader is van belang dat ook de hulp van ABP aan gewezen militairen met problematische schulden namens en voor rekening van de Minister van Defensie geschiedt.”