ECLI:NL:RBDHA:2014:12603

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2014
Publicatiedatum
15 oktober 2014
Zaaknummer
C-09-441394 - HA ZA 13-437
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kwalificatie vennootschapsovereenkomst en bewijsvoering in vennootschapsgeschil

In deze zaak, die op 15 oktober 2014 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, staat de kwalificatie van een vennootschapsovereenkomst centraal. Eiser [A] vordert onder andere erkenning van zijn status als vennoot in de vennootschap onder firma, die hij samen met gedaagde [B] en andere vennoten heeft opgericht. De procedure begint met een dagvaarding van 16 april 2013, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis waarin een comparitie is gelast. De rechtbank onderzoekt de feiten, waaronder de oprichting van de vennootschap, de uittreding van vennoten en de wijzigingen in het Handelsregister. De rechtbank concludeert dat [A] niet kan aantonen dat hij na 3 mei 2010 vennoot is gebleven, ondanks zijn stellingen en bewijsstukken. De rechtbank wijst de vorderingen van [A] af en legt de proceskosten bij hem neer. De zaak illustreert de complexiteit van vennootschapsrecht en de noodzaak van duidelijke afspraken tussen vennoten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/441394 / HA ZA 13-437
Vonnis van 15 oktober 2014
in de zaak van
[A],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. F. Salouli te Utrecht,
tegen
[B],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. drs. D.J. van den Bosch te Utrecht.
Partijen zullen hierna [A] en [B] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 april 2013, met veertien producties,
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens voorwaardelijke eis in reconventie,
  • met twaalf producties,
  • het tussenvonnis van 31 juli 2013, waarbij tevens een comparitie is gelast,
  • het proces-verbaal van comparitie van partijen van 7 november 2013, met de daarin
  • genoemde conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie,
  • de akte uitlating productie aan de zijde van [A],
  • de akte uitlating productie aan de zijde van [B].
1.2.
Bij brief van 20 november 2013 van mr. Van den Bosch heeft [B] bezwaar
gemaakt tegen de aan de akte van [A] gehechte producties. Ter rolle van 20 november
2013 is beslist dat deze producties bij de beoordeling buiten beschouwing worden gelaten.
1.3.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

Partijen

2.1.
[A] is geboren op [geboortedatum 1] 1957 in [geboorteplaats] CN.
2.2. [B] is geboren op [geboortedatum 2] 1983 te [geboorteplaats].
2.3.
[A] heeft een (affectieve) relatie gehad met de moeder van [B]. [B] en zijn broer, [C], geboren op [geboortedatum 3] 1978 te [geboorteplaats] worden door [A] als stiefzonen beschouwd.
De vennootschapsovereenkomst
2.4.
[A] is op 29 maart 2008 een overeenkomst (hierna: de vennootschapsovereenkomst), getiteld “
VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA” aangegaan met drie andere vennoten, te weten de heren [D] (hierna: [D]), geboren op [geboortedatum 4] 1962 in [geboorteplaats] CN, [E] (hierna: [E]), geboren in 1956 in Hong Kong, en mevrouw [F] (hierna: [F]), geboren op [geboortedatum 5] 1984 in [geboorteplaats] CN.
2.5.
In de vennootschapsovereenkomst is onder meer bepaald:
“(…)
In aanmerking nemende dat:
Partijen met ingang van 25 november 2007 een vennootschap onder firma zijn aangegaan onder de navolgende bepalingen:
Artikel 1Naam, vestiging, doel1. De vennootschap draagt de naam Restaurant Super House Siang Jiang v.o.f.[toevoeging rechtbank: de woorden “Super House” zijn handgeschreven in de vennootschapsovereenkomst]
2. De vennootschap is gevestigd te Utrecht en houdt aldaar kantoor op het adres: Veemarktplein 43-44, 3521 BD Utrecht.3. De vennootschap heeft ten doel financieel gewin te halen middels: Het verkopen van drank en maaltijden.Artikel 2Duur, uitbreiding1. De vennootschap is aangegaan voor onbepaalde tijd.2. De uitbreiding van de vennootschap kan alleen geschieden na unaniem schriftelijk besluit van de vennoten.Artikel 3Inbreng1. De vennoten brengen hun volledige kennis, arbeid en vlijt in(…)4. Het bedrag dat een toetredende vennoot dient in te brengen wordt vastgesteld na unaniem besluit van de vennoten. Artikel 5 is hierbij van toepassing.Artikel 4Beheer en vertegenwoordiging1. Het bestuur en de dagelijkse leiding van de vennootschap in onderling overleg met gelijke zeggenschap voor iedere vennoot; besluiten worden unaniem genomen.2. De vennoten verdelen in onderling overleg de aan de uitoefening van het bedrijf verbonden werkzaamheden.(…)Artikel 7Beëindiging van de vennootschap1. Een meerderheid van vennoten kan de vennootschap beëindigen door opzegging per aangetekende brief met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.2. De vennootschap eindigt voorts indien en op de datum data. de vennoten onderling tot ontbinding besluiten(…)3. Bij het eindigen van de vennootschap is ieder van de vennoten in het vermogen van de vennootschap gerechtigd voor het bedrag, waarvoor hij in de boeken staat gecrediteerd, vermeerderd met zijn aandeel in de winst of verminderd met zijn aandeel in het verlies van het afgelopen boekjaar.4. Terzake zal dan binnen drie maanden na de beëindiging een eindbalans worden opgemaakt waarin de tot het einde van de vennootschap in het laatste boekjaar gemaakte winst of verlies mede zijn gemaakt. Op de eindbalans zullen de activa van de vennootschap worden opgenomen tegen de verkoopwaarde (bij liquidatie van het bedrijf, tegen liquidatiewaarde) terwijl voorts in deze eindbalans de goodwill zal worden geactiveerd.Artikel 8Voortzetting bij beëindiging van de vennootschap1. Indien zich een van de beëindigingsgronden als genoemd in artikel 7 lid 1 en lid 2 sub b tot en met h voordoet, hebben de overige vennoten het recht de vennootschap en het bedrijf van de vennootschap voort te zetten.2. De voortzettende vennoten zullen aan de niet-voortzettende vennoot (…) uitkeren:
-
zijn aandeel in de winst tot de beëindigingsdatum, zoals blijkt uit de beëindigingsbalans voor zover nog niet opgenomen of bijgeboekt op zijn kapitaalrekening
-
het saldo van zijn kapitaalrekening in de beëindigingsbalans minus zijn aandeel in het verlies tot de beëindigingsbalans voor zover nog niet gestort of afgeboekt op zijn kapitaalrekening, een en ander te vermeerderen met een evenredig deel van een eventueel positief saldo van stille reserves en goodwill.
3. Het saldo dient uitbetaald te worden in drie gelijke termijnen, die vervallen respectievelijk 3, 12 en
24 maanden na de beeïndigingsdatum. De voortzettende vennoten zijn te allen tijde bevoegd de nog
niet uitgekeerde termijnen geheel of ten dele vervroegd te betalen.
Artikel 9
Beëindiging buiten voortzetting
1. Indien de vennootschap eindigt of wordt ontbonden zonder dat er voortzetting plaats vindt, als in
artikel 8 bedoeld, zal het vermogen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk na zes maanden na
beëindiging worden vereffend, naar de ratio van de gemaakte arbeidsuren per vennoot. De
saldoberekening van artikel 8 lid 2 is hier van toepassing.
(…)
2.6.
De vennoten [E] en [F] zijn uit de vennootschap getreden, respectievelijk in oktober 2008 en op 5 januari 2009.
2.7.
[A] en [D] zijn als vennoten overgebleven en hebben een restaurant (hierna: de onderneming), genaamd “
Restaurant Super House Siang Jiang”, geëxploiteerd aan het in de vennootschapsovereenkomst genoemde adres aan het Veemarktplein te Utrecht (hierna: Veemarktplein).
Inschrijving onderneming Handelsregister Kamer van Koophandel Midden-Nederland
2.8.
In het Handelsregister (hierna: het Handelsregister) van de Kamer van Koophandel Midden-Nederland te Utrecht (hierna: Kamer van Koophandel) is de onderneming met ingang van 23 november 2007 in het Handelsregister ingeschreven als eenmanszaak met [D] als eigenaar tot 13 april 2010.
2.9.
Op 13 april 2010 hebben [A] en [D] een opgaafformulier algemeen en een opgaaf betreffende een onderneming behorende aan een vennootschap onder firma van de Kamer van Koophandel ondertekend (dossiernummer 30232163). Blijkens deze opgaafformulieren is de eenmanszaak met ingang van die datum voortgezet in een vennootschap onder firma onder de naam “
Restaurant Super House Siang Jiang”, opgericht op 13 april 2010, met als vennoten [D] en [A].
Koop “Orient”, overeenkomst 27 april 2010
2.10.
Op 27 april 2010 is een overeenkomst gesloten in verband met de koop van Chinees/Indisch Specialiteiten Oriënt (hierna: Oriënt), gevestigd te Utrecht aan de Admiraal Helfrichlaan 56 (hierna: Admiraal Helfrichlaan).
2.11.
Deze overeenkomst vermeldt de vennoten van “Oriënt” als verkopers. In de overeenkomst is [D] vermeld als koper en daarnaast is in gedrukte tekst de naam, geboortedatum, het adres en BSN-nummer van [A] vermeld, hetgeen handgeschreven is doorgestreept. Boven, naast en onder de gedrukte, doorgestreepte tekst zijn handgeschreven de naam, geboortedatum, het adres en BSN-nummer van [B] vermeld, met daarnaast drie handtekeningen, waaronder die van [A] en [D]. Daaronder is in gedrukte tekst vermeld “
hierna ook te noemen koper(s)”. De overeenkomst is ondertekend door de verkopers en [D] als koper. De naam van [A] als koper in gedrukte letters is handgeschreven doorgestreept met aan de linkerzijde van de gedrukte, doorstreepte naam van [A] de handtekening van [A]. Aan de rechterzijde van de gedrukte, doorgestreepte naam van [B] zijn handgeschreven de initialen en naam van [B] vermeld, met daaronder de handtekening van [B].
2.12.
De koop betreft: “
(…) de gehele onderneming van het Chinees Restaurant zoals tot op heden door verkoper(s) onder de handelsnaam ORIENT in het pand aan de Admiraal Helfrichlaan 56-60 te Utrecht werd geëxploiteerd, alle daartoe behorende goodwill, inventaris, vergunningen, verbonden aan de onderneming, exclusief de voorraden een en ander zoals aan partijen zonder nadere omschrijving genoegzaam bekend. De comparanten verklaarden dat deze verkoop en koop is geschied voor een totale koopsom van € 60.000,00 zegge (zestigduizend euro), welke koopsom moet zijn voldaan op 27 april 2010, hetgeen in verband staat met de zon- en feestdagen daarna.
2.13.
Oriënt is blijkens het Handelsregister (dossiernummer 30174999) tot 3 mei 2010 gevestigd aan de Admiraal Helfrichlaan. Vanaf 1 mei 2010 is [D] als enig vennoot van Oriënt vermeld. Met ingang van 7 mei 2010 is [D] eigenaar van de eenmanszaak Oriënt. Op 31 augustus 2010 is in het Handelsregister geregistreerd dat Oriënt is opgeheven met ingang van 7 mei 2010.
Schuldbekentenis
2.14.
Op 1 mei 2010 heeft [A] in zijn hoedanigheid van “
eigenaar van Chinees/Indisch Specialiteiten Oriënt, gevestigd te (3527 KV) Utrecht aan de Admiraal Helfrichlaan 56” een akte van schuldbekentenis getekend. Blijkens de akte is [A] een lening aangegaan ter hoogte van
€ 35.000,- bij de heren [G] en [H], af te lossen in 24 maandelijkse termijnen van € 1.808,33 en is de inventaris en voorraad van het restaurant Oriënt verpand tot zekerheid in verband met de aflossing van deze lening.
Opgaaf betreffende wijzigingen in het Handelsregister
2.15.
Op 3 mei 2010 hebben [A] en [D] een opgaafformulier betreffende wijzigingen van het Handelsregister ondertekend (dossiernummer 30232168). Blijkens dit wijzigingsformulier is [A] als vennoot van de vennootschap onder firma “
Restaurant Super House Siang Jiang” op die datum uit functie getreden.
2.16.
[B] is blijkens het Handelsregister op 3 mei 2010 als vennoot toegetreden tot de vennootschap onder firma “
Restaurant Super House Siang Jiang”. Zijn broer, [C], is vanaf die datum in functie als gevolmachtigde met volledige volmacht.
Verhuizing onderneming
2.17.
De onderneming is volgens het Handelsregister op 3 mei 2010 verhuisd van het Veemarktplein naar de Admiraal Helfrichlaan.
Opgaaf Ontbinden Samenwerkingsverband in het Handelsregister, eenmanszaak
2.18.
Uit een opgaveformulier betreffende Ontbinden samenwerkingsverband van de Kamer van Koophandel (dossiernummer 30232163), ondertekend door [D] en [B], blijkt dat het samenwerkingsverband “
Restaurant Super House Siang Jiang” op 3 mei 2011 is ontbonden. De vennoten [B] en [D] en de gevolmachtigde [C] zijn uitgeschreven als gevolg van het ontbinden van het samenwerkingsverband.
2.19.
Blijkens een opgaveformulier betreffende Voortzetten Onderneming van de Kamer van Koophandel (dossiernummer 52643212) is de onderneming vanaf 3 mei 2011 voortgezet als eenmanszaak met [B] als eigenaar vanaf die datum. [C] is in het Handelsregister geregistreerd als volledig gevolmachtigde met ingang van die datum.
Verkoop onderneming, overeenkomst van 21 juni 2011
2.20.
Blijkens een “
OVEREENKOMST VAN VERKOOP/KOOP VAN EEN V.O.F.” tussen [D] en [B], gedateerd op 21 juni 2011 en geparafeerd op 28 augustus 2011, heeft [D] als verkoper en eigenaar van de “
de in het handelsregister te Rotterdam ingeschreven onderneming, genaamd Restaurant Super House Siang Jiang” tegen een bedrag van € 1,- verkocht aan [B].
2.21.
In deze overeenkomst is verder onder meer bepaald:

Artikel 2 (…)2. Alle sinds de datum en het tijdstip van overdracht verrichte handelingen op naam van het bedrijf en betreffende het bedrijf worden geacht door de koper te zijn verricht.Artikel 31. De overdracht van het bedrijf, alle lusten, lasten alsmede de goodwill vindt plaats door middel van ondertekening van deze akte. De inventaris wordt overgedragen door middel van feitelijke bezitsverschaffing. De koper is schuldig aan alle schulden die voor de datum van overdracht plaatsvindt (alleen voor het bedrijf Restaurant Super House Siang jiang). Alle leningen en overige schulden die de heer [D] voor privé doeleinden heb aangevraagd is de koper niet verschuldigd.Artikel 4
1. De koop en verkoop geschiedt in de staat waarin de onderneming zich bevindt op de datum van de overdracht met alle lusten, lasten, rechten en daarop drukkende verplichtingen zoals die per de overnamedatum aan verkoper toekwamen of drukten.
2. Deze verkoop en overdracht omvat in elk geval de inventaris van de onderneming, zoals aanwezig op de datum van overdracht, zoals kasten, klein inventaris, aanwezige administratieve hulpmiddelen, kasregister, inhoud magazijn, gehele voorraad. Een en ander is aan partijen voldoende bekend, zodat daarvan geen nadere specificatie wordt verlangd.
3. In deze verkoop en overdracht zijn begrepen alle rechten en verplichtingen voortvloeiend uit de door verkoper met de verhuurder afgesloten huurovereenkomst met betrekking tot de huur van de bedrijfsruimte waarin het bedrijf wordt uitgeoefend. Voor zoveel nodig treedt koper in de rechten van de huurder in het lopende huurcontract. De verhuurder heeft reeds te kennen gegeven akkoord te gaan met koper als huurder.
4. Deze koopovereenkomst zal tegelijkertijd worden getekend met het door de koper en verhuurder te sluiten huurcontract. Koper behoudt zich nadrukkelijk het recht voor niet tot ondertekening van deze koopovereenkomst over te gaan, wanneer hem niet tegelijkertijd een deugdelijk huurcontract wordt aangeboden.
2.22.
De vennootschap onder firma “
Restaurant Super House Siang Jiang”, ingeschreven onder KvK-nummer 30232163, vertegenwoordigd door [D] en [B] (huurder I) en de eenmanszaak, ingeschreven onder KvK-nummer 52643212, vertegenwoordigd door [B] (huurder II) hebben op 2 november 2011 een modelovereenkomst tot indeplaatsstelling van nieuwe huurder van bedrijfsruimte ondertekend, met daarin de bepaling dat de verhuurder ermee instemt dat de huurovereenkomst die geldt tussen huurder I en de verhuurder per 3 mei 2011 met terugwerkende kracht door huurder I onder dezelfde voorwaarden zal worden overgedragen aan huurder II.
Overige
2.23.
Blijkens de aangiften Inkomstenbelasting 2011 en 2010 van [A] en de jaarstukken “
Siang Jiang V.O.F. -2” 2011 en 2010 heeft [A] over die jaren een belastbare winst uit onderneming genoten ten bedrage van € 9.072,-, respectievelijk -/- € 14.073,-. De aangiften en jaarstukken zijn opgemaakt door de boekhouder van de onderneming, de heer [I].
2.24.
Namens “
Restaurant Super House Siang Jiang” als werkgever is op 3 juni 2010 een arbeidsovereenkomst met [A] als werknemer ondertekend. Aan de zijde van [A] is onder de gedrukte tekst “
werknemer” een handtekening gezet, die is doorgestreept. Naast de doorgestreepte handtekening is handgeschreven een handtekening geplaatst “
[A]”.
2.25.
Op 1 juli 2010 is een in de Chinese taal gesteld stuk getekend, waarvan de vertaling luidt: “
TerugtrekkingsovereenkomstIk, [J], leg al mijn taken neer per 1 juli 2010. Het licentiehouderschap draag ik over aan [K]. De taken worden vanaf 1 juli 2010 overgenomen [K] en [A]. Ik trek me terug uit Ding Hao Xiang Yang [restaurant Superhouse Utrecht]. Ik geef de aandelen niet terug maar draag ze over aan [K]. Ik heb voor de periode 18 december 2008 t/m 1 juli 2010 nog niet betaald de kosten voor loonbelasting, elektriciteit, water, afvalheffing, verzekeringen en boetes. Alles wordt door de nieuwe licentiehouder [K] en [A] terugbetaald, ook de verschuldigde gelden aan Toko Chao Yang, Groentebedrijf Zhang Ji (1300), Groentebedrijf Golden Orange, Viswarenbedrijf Zheng Shi, Vleeswaren en distributiebedrijf , Biermaatschappijen enz, alsmede aan Restaurant Yuan Dong en het geld geleend van [L] (1500).
Naam terugtrekkende partij: [J]
1 juli 2010
Nieuwe licentiehouder: [onleesbaar, lijkt doorgehaald] [A]
2.26. Op 23 januari 2012 is aangifte gedaan van eenvoudige mishandeling tegen [A]. Het Openbaar Ministerie heeft besloten niet tot vervolging over te gaan.
2.27.
Op 25 mei 2012 is [A] veroordeeld door de (politierechter in de) rechtbank Utrecht veroordeeld tot een geldboete van € 150,-, subsidiair 3 dagen hechtenis, wegens het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort. De benadeelde partij, [B], is niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.
2.28.
In een door [B] ondertekend stuk, getiteld “
Ontslagbrief”, is vermeld:

[A], geboren [geboortedatum 1] 1957, wonende te [adres], [postcode] [woonplaats]Is per 9 februari 2012 ontslagen vanwege fraude en vernielingen, wat ook gerapporteerd is aan de politie te Utrecht. Alle lonen zijn tot die datum uitgekeerd. Er is een schriftelijke brief opgesteld waarmee hij akkoord is gegaan.”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[A] vordert samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, en met veroordeling van [B] in de kosten van de procedure en eventuele nakosten, het volgende.
I. Voor recht te verklaren dat de vennootschap onder firma c.q. commanditaire
vennootschap tussen partijen nimmer is ontbonden en dat [A] (steeds) (stille) vennoot is (gebleven).
II. [B] te bevelen om, uiterlijk binnen twee werkdagen na heden, medewerking te
verlenen aan de wijziging van de rechtsvorm van de onderneming in het Handelsregister van eenmanszaak in vennootschap onder firma, waarbij [A] zal worden ingeschreven als gevolmachtigde.
III. [B] te veroordelen om, uiterlijk binnen twee werkdagen na heden [A] toegang te verschaffen tot het restaurant om zijn werkzaamheden aldaar als vennoot te kunnen hervatten, waarbij [B] aan [A] de sleutels van het pand dient af te geven en de sloten daarna niet mag veranderen zonder voorafgaande toestemming van [A], op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor elke dag of gedeelte van een dag dat [B] daarmee in gebreke blijft.
IV. [B] te veroordelen om zijn (eventuele) verkoopactiviteiten waarbij hij (het
huurcontract/de goodwill/inventaris/voorraden van) het restaurant te koop aanbiedt dan wel aan een derde overdraagt om niet, onmiddellijk te staken en gestaakt te houden en om het restaurant zonder voorafgaande uitdrukkelijk schriftelijke toestemming van [A] niet te koop aan te bieden dan wel om niet aan een derde aan te bieden of het faillissement of surcéance van betaling van het restaurant aan te vragen, op straffe van een dwangsom van
€ 1.000,- voor elke dag of gedeelte van een dag dat [B] daarmee in gebreke blijft.
V. Indien en voor zover blijkt dat [B], na betekening van de dagvaarding aan zijn
adres, het restaurant heeft verkocht c.q. overgedragen (om niet), [B] te veroordelen tot betaling van de daardoor door [A] geleden schade, begroot op € 100.000,-, zijnde de verkoopwaarde van het restaurant, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding.
VI. [B] te veroordelen om uiterlijk binnen twee werkdagen na heden op verzoek van
[A], dan wel van de verhuurder, mee te werken aan het mede op naam stellen van huurovereenkomst ten aanzien van het pand waarin het restaurant is gevestigd.
3.2.
[A] baseert zijn vorderingen - samengevat en zakelijk weergegeven - op de volgende stellingen.
  • Het samenwerkingsverband tussen [A] en [B] (en [D] tot 1 juli 2010) kan als een commanditaire vennootschap worden gekwalificeerd met [A] als stille vennoot en [B] (en [D]) als beherende vennoten. [A] is op persoonlijke titel een geldlening aangegaan ter bekostiging van de onderneming op de nieuwe locatie. Ter zitting heeft [A] erkend dat hij daden van beheer heeft verricht en dat hij op grond van artikel 21 Wetboek van Koophandel (hierna: WvK) hoofdelijk verbonden is voor de schulden van de vennootschap onder firma die bij de vennootschapsovereenkomst is aangegaan.
  • Met het oog op verhuizing van de onderneming van het Veemarktplein naar de Admiraal Helfrichlaan is Oriënt gekocht door [A] en [D] tegen betaling van in totaal € 60.000,-.
  • [A] heeft ter voldoening van de koopprijs een lening afgesloten ten bedrage van
  • Naar aanleiding van het voornemen van [D] om uit de vennootschap te treden per 1 juli 2010 is [B] op 3 mei 2010 ingeschreven als vennoot in het Handelsregister. [B] is in juni 2010 in het restaurant gaan werken.
  • Beoogd werd dat [A] en [B] de exploitatie van de onderneming na het uittreden van [D] uit de vennootschap samen zouden voortzetten. [D], [A] en [B] hebben hun afspraken in een overeenkomst, gedateerd 1 juli 2010, vastgelegd. [D] is vervolgens uit de vennootschap getreden. Deze overeenkomst is in het Mandarijn opgesteld, een voor alle partijen begrijpelijke taal.
  • Op aandringen van de verhuurder van het pand aan de Admiraal Helfrichlaan is op 28 augustus 2011 een koopovereenkomst betreffende de verkoop van het restaurant gesloten, die door [D] is ondertekend en door [B], als formele eigenaar van de onderneming, ondertekend.
  • Op 2 november 2011 is de overeenkomst tot huurindeplaatsstelling met de verhuurder gesloten.
  • [B] heeft zich verplicht om alle schulden die voor de datum van de overdracht van het restaurant bestonden over te nemen en te voldoen. Met ingang van 3 mei 2011 heeft [B] de huurovereenkomst van [A] overgenomen.
  • Het is nimmer de bedoeling geweest de onderneming over te dragen aan [B] met uitsluiting van [A]. De constructie is gekozen omdat [A] in verband met een strafrechtelijke veroordeling de onderneming niet onder zijn eigen naam kon drijven.
  • [B] heeft zonder voorafgaande aankondiging of instemming van [A] de onderneming op 3 mei 2011 laten omzetten in een eenmanszaak.
  • [A] heeft aanspraak gemaakt op zijn aandeel c.q. terugkeer in de vennootschap.
3.3.
[B] voert verweer. Hij betrekt - samengevat en zakelijk weergegeven - de volgende stellingen.
- Nimmer is sprake geweest van de oprichting van een commanditaire vennootschap. [A] is beherend vennoot geweest van de vennootschap onder firma “
Restaurant Super House Siang Jiang v.o.f.” die in 2008 met terugwerkende kracht vanaf 23 november 2007 is aangegaan.
- Op 3 mei 2010 is [A] uitgetreden en is de vennootschap onder firma beëindigd. [A] is akkoord gegaan met zijn uittreding door ondertekening van de wijziging in het Handelsregister. Gelet op de strekking van artikel 7A:1683 BW en gelet op artikel 7 lid 2 sub a van de vennootschapsovereenkomst is de vennootschap beëindigd. De vennootschap onder firma is vervolgens voortgezet door [D] en [B]. Opzegging van de vennootschap van [A] aan [B] was niet vereist.
- [A] is, na voorzetting van de vennootschap onder firma door [D] en [B], als werknemer (kok) van de vennootschap onder firma werkzaam geweest. Ter voorkoming van de heffing van inkomstenbelasting bij [A] en werkgeverslasten is hij fiscaal als ondernemer aangemerkt.
- [D] is per 3 mei 2011 uit de vennootschap onder firma getreden. [B] heeft de onderneming vervolgens als eenmanszaak voortgezet.
- Vanaf 1 januari 2012 is voor [A] als werknemer loonbelasting afgedragen, zijn werkgeverslasten voldaan en heeft [A] loonstroken ontvangen. [A] is op 9 februari 2012 ontslagen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in voorwaardelijke reconventie
3.5.
[B] vordert samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, en met veroordeling van [A] in de kosten van deze procedure, het volgende.
PrimairI. Ontbinding van de vennootschap onder firma, althans de commanditaire vennootschap wegens gewichtige redenen, met bepaling dat [B] gerechtigd is de onderneming van de vennootschap voort te zetten.
II. Verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap, zo nodig met benoeming van een deskundige.
Subsidiair:
III. [A] te veroordelen om aan [B] te betalen de helft van de bedragen die [B] ter aflossing van de schulden van de vennootschap reeds aan derden heeft voldaan, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Primair en subsidiair:
IV. [A] te veroordelen om aan [B] te betalen een bedrag van € 41.700,- te betalen in verband met de aflossing van de schuld van [A] in het kader van de geldlening tussen [A] en de heren [G] en [H] van 10 mei 2010, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaaldata van de termijnbetalingen.
3.6.
[B] legt aan zijn vorderingen de stellingen ten grondslag die hij in conventie aan zijn verweer ten grondslag heeft gelegd.
3.7.
[A] voert verweer. Hij legt aan zijn verweer de stellingen ten grondslag die hij in reconventie aan zijn vorderingen ten grondslag heeft gelegd.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
[A] commanditair vennoot?
4.1.
Allereerst is in geschil of de vennootschap die [A] blijkens de vennootschapsovereenkomst is aangegaan ten aanzien van hem op grond van artikel 19 van het Wetboek van Koophandel (hierna: K) een vennootschap bij wijze van geldschieting (of
en commanditegenaamd) betreft. Blijkens de vennootschapsovereenkomst zijn de bij de vennootschapsovereenkomst betrokken partijen een vennootschap aangegaan met als doel “
financieel gewin te halen middels: Het verkopen van drank en maaltijden”, oftewel de uitoefening van een bedrijf, onder de naam “
Restaurant Super House Siang Jiang v.o.f.”. Daarmee is voldaan aan de definitie van een vennootschap onder firma zoals bepaald in artikel 16 K in verbinding met artikel 7A:1655 BW. Blijkens de vennootschapsovereenkomst zijn de vennoten, en derhalve ook [A], belast met het bestuur en de dagelijkse leiding van de vennootschap in onderling overleg met gelijke zeggenschap. [A] is vervolgens als vennoot de onderneming (mede) gaan exploiteren, in ieder geval tot 3 mei 2010. Uit niets blijkt het de bedoeling van de vennoten is geweest dat [A] uitsluitend als geldschieter van de andere, hoofdelijk verbonden, vennoten zou fungeren en ook niet dat hij als zodanig heeft gefungeerd. De rechtbank verwerpt derhalve de stelling van [A], voor zover moet worden aangenomen dat deze ter comparitie is gehandhaafd, dat hij als commanditaire vennoot van de vennootschap moet worden aangemerkt. [A] is bij de vennootschapsovereenkomst een vennootschap onder firma (hierna: de VOF) aangegaan met mede-vennoten [D], [E] en [F].
Vennootschapsovereenkomst tussen [A] en [B]?
4.2.
Inzet van deze procedure zijn - naar de rechtbank begrijpt en in de kern genomen - de gestelde aanspraken van [A] op zijn aandeel in de winst van de onderneming, gezien de investeringen die hij stelt te hebben gedaan, en hervatting van zijn werkzaamheden in de onderneming als vennoot van de VOF. Verder beoogt [A] als vennoot van de VOF wijziging van de registratie van de rechtsvorm van de onderneming in het Handelsregister en medehuurder te worden van het pand waarin de onderneming is gevestigd. Ten slotte wil [A] voorkomen dat de onderneming aan een derde wordt verkocht, althans, indien en voor zover de onderneming reeds is verkocht, vergoeding van daardoor geleden schade. De vorderingen van [A] vinden hun grondslag in (het bestaan van) de vennootschapsovereenkomst met thans [A] en [B] als vennoten. Naar de rechtbank begrijpt, heeft [B] volgens [A] in strijd met de vennootschapsovereenkomst, althans onrechtmatig jegens hem gehandeld door de rechtsvorm van de onderneming, namelijk de VOF, op 3 mei 2011 zonder zijn instemming om te zetten in een eenmanszaak.
4.3.
Volgens [A] zijn partijen en [D] in juli 2010 overeenkomen dat de exploitatie van de onderneming door partijen gezamenlijk zou worden voortgezet, naar de rechtbank begrijpt, als vennoten van de VOF. [B] heeft hier tegen ingebracht dat [A], nadat [E] en [F] in 2008 en 2009 zijn uitgetreden, in mei 2010 uit de VOF is getreden. Volgens hem is de VOF ontbonden door opzegging van de vennootschapsovereenkomst door [A] op grond van artikel 7A:1683 sub 3 BW, althans in onderling overleg op grond van artikel 7 lid 2 sub a van de vennootschapsovereenkomst. Volgens [B] heeft de vennootschapsovereenkomst nimmer tussen [A] en hem gegolden omdat [A] uit de VOF is getreden, waarmee volgens [B] sprake is van beëindiging van de VOF op grond van voormelde wettelijke en contractuele bepalingen. Volgens [A] is evenwel van (vrijwillige) uittreding zijnerzijds geen sprake geweest, maar heeft hij de VOF na de uittreding van [D] voortgezet met [B].
4.4.
Overeenkomstig de hoofdregel van artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering rust op [A] de stelplicht en, bij voldoende gemotiveerde betwisting, de bewijslast, en daarmee het bewijsrisico, van feiten en omstandigheden waaruit volgt dat tussen partijen (te weten [A] en [B]) sprake is van een vennootschapsovereenkomst. Het bestaan van een (vennootschaps)overeenkomst tussen partijen, op grond waarvan de instemming van [A] met het omzetten van de rechtsvorm van de onderneming in een eenmanszaak zou zijn vereist, wordt door [B] betwist, waarmee het verweer van [B] dat [A] is uitgetreden en de vennootschap is beëindigd, gericht is tegen de grondslag(en) van de vorderingen van [A]. De rechtbank kwalificeert het verweer van [B] als een zogenoemd “nee, want…”-verweer.
4.5.
Bij de beoordeling of [A] en [B] zijn overeengekomen dat zij na het uittreden van [D] de exploitatie van de onderneming gezamenlijk als vennoten van de VOF zouden voortzetten, in die zin dat [B] op 3 mei 2010 is toegetreden tot de VOF en [D] (nadien) is uitgetreden, en [A] niet op 3 mei 2010 uit de VOF is getreden, zoals [A] stelt, komt het - overeenkomstig de artikelen 3:33 en 3:35 van het Burgerlijk Wetboek - aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
4.6.
De rechtbank stelt in dit verband voorop dat de uitschrijving van [A] als vennoot van de VOF uit het Handelsregister op 3 mei 2010, zoals [A] betoogt, niet zonder meer meebrengt dat [A] uit de VOF is getreden en geen vennootschapsovereenkomst tussen hem en [B] tot stand is gekomen. Die uitschrijving rechtvaardigt wel het uitgangspunt dat [A] daarmee de schijn heeft gewekt tegenover derden dat hij is uitgetreden. Behoudens indien en voor zover komt vast te staan dat [A] en [B] andersluidende afspraken hebben gemaakt, moet het er naar het oordeel van de rechtbank dan ook voor worden gehouden dat [B] op basis van die uitschrijving er ingevolge artikel 3:36 BW gerechtvaardigd op heeft mogen vertrouwen dat [A] is uitgetreden. Dit geldt temeer nu [A] weliswaar heeft gesteld, maar niet heeft onderbouwd, dat de uitschrijving van [A] verband hield met een strafrechtelijke veroordeling van [A] en de Wet Bibob op grond waarvan het [A] niet zou zijn toegestaan een horecabedrijf te exploiteren. Van de juistheid van die stelling kan in het licht van de betwisting door [B] niet worden uitgegaan. Enige plausibele verklaring waarom [A] is overgegaan tot uitschrijving uit het Handelsregister is verder niet gebleken.
4.7.
[A] heeft zijn stellingen dat hij na 3 mei 2010 vennoot is gebleven en [B] tegenover hem aan de vennootschapsovereenkomst is gebonden, onderbouwd met:
a) een verklaring van [M], Rayon Manager van [N], gedateerd 25 maart 2013 (prod. 1 bij dagvaarding),
b) een stuk, uit het Chinees vertaald, met verklaringen van diverse personen (prod. 8 bij dagvaarding),
c) een stuk, uit het Chinees vertaald, hetgeen volgens [A] de zogenoemde “terugtrekkingsovereenkomst” van [D] van 1 juli 2010 betreft (prod. 6 bij dagvaarding, hiervoor in 2.25 geciteerd),
d) de aangiften Inkomstenbelasting 2011 en 2010 van [A] en de jaarstukken “
Siang Jiang V.O.F. -2” 2011 en 2010, opgesteld door de boekhouder van de onderneming (prod. 13 bij dagvaarding, zie ook hiervoor in 2.24).
4.8.
Blijkens de ad a) en b) genoemde verklaringen hebben derden als de Rayon
Manager [N] en werknemers van de VOF [A] beschouwd als

eigenaar”, “
eerst verantwoordelijke” of “
baas” en leidinggevende. Dat deze personen [A]
als zodanig hebben gezien, zegt evenwel niets over de door [A] gestelde afspraken met
[B] op grond waarvan zou moeten aangenomen dat [A] na 3 mei 2010 vennoot van de
VOF is gebleven en dat tussen hen de vennootschapsovereenkomst geldt. De rechtbank acht
deze verklaringen niet van belang.
4.9.
Tussen partijen is in geschil of de ad c) genoemde “terugtrekkingsovereenkomst”
afkomstig is van [D] en of [B] dit stuk mede heeft ondertekend. [B] heeft voorts
de door [A] aan het stuk verbonden conclusies bestreden. Zelfs indien ervan moet
worden uitgegaan dat “[J]” de naam van [D] is en alle betrokken partijen het
stuk hebben ondertekend, te weten [D], [B] en [A], zoals [A] stelt en [B] betwist,
biedt dit stuk onvoldoende aanknopingspunten voor de conclusie dat [A] na 3 mei 2010
vennoot van de VOF is gebleven en dat tussen [A] en [B] de vennootschapsovereenkomst
geldt. Het stuk zegt niets over de hoedanigheid waarin [A] de “
taken” van [J]
overneemt en laat de mogelijkheid dat [A] als vennoot is uitgetreden uit de VOF onverlet.
Hier komt bij dat kennelijk geen uitvoering is gegeven aan deze terugtrekking, die dateert
van 1 juli 2010. [D] is immers eerst op 3 mei 2011, ongeveer tien maanden later,
uitgetreden als vennoot van de VOF en hij heeft pas weer enige tijd daarna, op 28 augustus
2011, de onderneming verkocht aan [B].
4.10.
Met betrekking tot de ad d) genoemde stukken merkt de rechtbank op dat op
zichzelf vaststaat dat [A] als ondernemer in de overgelegde jaarstukken staat vermeld,
alsmede dat in 2010 een positieve en in 2011 negatieve winst uit onderneming is genoten.
Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, blijkt evenwel niet dat de betreffende
jaarstukken en de daarop gebaseerde aangiften Inkomstenbelasting betrekking hebben op de
VOF. De jaarstukken betreffen “
Siang Jiang V.O.F. -2”; blijkens de jaarstukken is voorts sprake
van rekening-courantverhoudingen tussen deze vennootschap onder firma en “
VOF oud” en

VOF nieuw”, zodat deze stukken onvoldoende steun bieden voor de stelling dat tussen [A]
en [B] de vennootschapsovereenkomst geldt.
4.11.
Met [A] is de rechtbank voorts van oordeel dat, gelet op de vele doorgestreepte
teksten en handtekeningen van stukken die in het geding zijn gebracht, geenszins valt uit te
sluiten dat sprake is van vervalsing van handtekeningen van [A], bijvoorbeeld de
handtekening onder de arbeidsovereenkomst die door [B] is overgelegd. Ook de
stelling van [B] dat [A] als ondernemer in de boeken geregistreerd heeft gestaan ter
vermijding van belastingverplichtingen van de VOF als werkgever doet vermoeden dat
‘gesjoemeld’ is met stukken en dat de administratie van de onderneming te wensen
overlaat. Hier staat tegenover dat [A] kennelijk beoogd heeft om een horecabedrijf te
blijven exploiteren terwijl hij daartoe, naar hij zelf stelt, op grond van de Wet Bibob niet
gerechtigd was en stelt zich met dit doel te hebben laten uitschrijven uit het Handelsregister.
Daargelaten dat er, zoals hiervoor overwogen, niet als vaststaand van kan worden uitgegaan
dat dit de reden is geweest waarom [A] zich heeft uitgeschreven uit het Handelsregister, is
volgens [A] zelf derhalve van ‘sjoemelen’ aan zijn zijde evenzeer sprake. Van belang is
echter dat indien wordt uitgegaan van de door [A] gestelde opzet van [B] om hem uit de
onderneming te werken en dat mede met het oog hierop valselijk een arbeidsovereenkomst
is opgesteld, daaruit niet volgt dat [A] na 3 mei 2010 vennoot is gebleven.
4.12.
[A] heeft geen feiten gesteld die betrekking hebben op verklaringen en
gedragingen zijnerzijds op grond waarvan kan worden aangenomen dat hij en [B] de
afspraak hebben gemaakt tot exploitatie van de onderneming als gezamenlijke vennoten van
de VOF. In wezen stelt [A] in de onderhavige procedure dat hij niet de wil heeft gehad om
uit te treden, maar zijn geen verklaringen en gedragingen zijnerzijds gesteld waaruit [B]
heeft moeten begrijpen dat [A] geen uittreding heeft gewild en [A] vennoot is gebleven.
De enkele omstandigheid dat [A], naar hij stelt, zijn ziel en zaligheid in de onderneming
heeft gelegd en keihard in het restaurant heeft gewerkt, acht de rechtbank daartoe
onvoldoende. Dit geldt temeer nu [B] de schulden van de VOF blijkens de met [D] in
2011 gesloten overeenkomst heeft overgenomen en dat [B] onweersproken heeft gesteld
dat de VOF de schuld uit hoofde van de lening die [A] in zijn hoedanigheid van eigenaar
van Oriënt is aangegaan bij de heren [G] en [H] ter financiering van de
koopprijs van Oriënt heeft afgelost.
4.13.
De conclusie is dan ook dat [A] naar het oordeel van de rechtbank in het licht van
de gemotiveerde betwisting van [B] onvoldoende feiten heeft gesteld die kunnen leiden tot
de conclusie dat [A] vennoot is gebleven en tussen partijen de
vennootschapsovereenkomst bestaat. Aan bewijslevering door [A] overeenkomstig zijn
daartoe strekkend aanbod (“
dat hij nimmer vrijwillig zijn positie als eigenaar van de vennootschap heeft
opgegeven, dat [B] wel degelijk betrokken is geweest bij de totstandkoming van de overeenkomst van 1 juli
2010”zoals gedaan bij akte na comparitie) komt de rechtbank derhalve niet toe.
4.14.
De vorderingen van [A] zullen derhalve worden afgewezen.
Proceskosten
4.15.
[A] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van
de procedure aan de zijde van [B] in conventie gevallen en tot op heden begroot op in totaal
€ 1.742,- (€ 842,- aan griffierecht en € 904,- aan salaris advocaat; twee punten tegen tarief
II dat onder meer in zaken van onbepaalde waarde wordt toegepast).
in voorwaardelijke reconventie
4.16.
Nu de vorderingen in conventie zullen worden afgewezen, komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van de voorwaardelijk ingestelde vorderingen in reconventie.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
wijst de vorderingen van [A] af,
5.2.
veroordeelt [A] in de kosten van de procedure aan de zijde van [B] gevallen, tot op heden begroot op € 1.742,- en verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Ritsema van Eck-van Drempt en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2014. [1]

Voetnoten

1.type: 1772