ECLI:NL:RBDHA:2014:12548

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 oktober 2014
Publicatiedatum
14 oktober 2014
Zaaknummer
C-09469379
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2014 een beschikking gegeven met betrekking tot de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2000. Het verzoekschrift was ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, met als doel de minderjarige te beschermen tegen ernstige bedreigingen in zijn ontwikkeling en veiligheid. De minderjarige verblijft feitelijk in een driemilieuvoorziening bij Intermetzo te Rekken.

De kinderrechter heeft kennisgenomen van eerdere beschikkingen en het indicatiebesluit van Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden. De minderjarige was eerder onder toezicht gesteld en er waren al maatregelen getroffen voor crisisopvang. De Raad heeft aangegeven dat de minderjarige veel hulp nodig heeft en dat systeemtherapie noodzakelijk is om de ouders te leren omgaan met de problematiek van de minderjarige.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing aanwezig zijn, zoals genoemd in de artikelen 1:254 en 1:261 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft besloten de minderjarige onder toezicht te stellen van 9 oktober 2014 tot 9 juli 2015 en machtigt de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden om de minderjarige gedurende deze periode uit huis te plaatsen in een drie-milieuvoorziening. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is om zo snel mogelijk te starten met systeemtherapie en heeft de WSJ verzocht te onderzoeken of de minderjarige dichter bij huis kan worden geplaatst voor gemakkelijker bezoek door de ouders. Deze beschikking is gegeven door mr. J.G.J. Brink en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Kinderrechter
Rekestnummer: JE RK 14-1634
Zaaknummer: C/09/469379
Datum beschikking: 8 oktober 2014

Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing

Beschikking op het op 14 augustus 2014 ingekomen verzoekschrift van:

de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden (verder: de Raad),
met betrekking tot de minderjarige:
- [minderjarige], geboren op[geboortedatum] 2000 te[geboorteplaats];
kind uit het huwelijk van:
[dhr A],
de vader,
en
[mevrouw B],
de moeder,
beiden wonende te [woonplaats]
die gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen.
De minderjarige verblijft feitelijk in een driemilieuvoorziening, te weten bij Intermetzo te Rekken.

Procedure

De kinderrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift met bijlagen;
- het indicatiebesluit van Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden (verder: Bureau Jeugdzorg) d.d.31 juli 2014 met de daarbij behorende aanvraag;
- de beschikkingen van de kinderrechter in deze rechtbank d.d. 9 juli 2014 en
21 juli 2014;
- de brieven d.d. 21 juli 2014 en 5 augustus 2014 van de zijde van de minderjarige.
Op 8 oktober 2014 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank opnieuw met gesloten deuren behandeld.
Hierbij zijn verschenen:
- [mevrouw C] namens de Raad;
- [mevrouw D], namens de William Schrikker Jeugdbescherming (verder: de WSJ), namens de Stichting Bureau Jeugdzorg (verder Bureau Jeugdzorg);
- de vader;
- de moeder;
- de minderjarige.
De minderjarige is in de gelegenheid gesteld zijn mening aan de kinderrechter kenbaar te maken.
Feiten
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 9 juli 2014 de minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld van 9 juli 2014 tot 22 juli 2014, alsmede voor dezelfde duur machtiging verleend de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor crisisopvang, en het verzoek voor het overige aangehouden tot de zitting van 21 juli 2014.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 21 juli 2014 de minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld van 22 juli 2014 tot 9 oktober 2014, alsmede voordezelfde duur machtiging verleend de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor crisisopvang, en het verzoek voor het overige aangehouden tot deze zitting.
Bureau Jeugdzorg heeft de uitvoering van de maatregelen gemandateerd aan de WSJ.

Verzoek

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van voornoemde minderjarige voor de periode van één jaar en tot het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing van voornoemde minderjarige op een drie-milieu voorziening voor de duur van de ondertoezichtstelling. De grond voor het verzoek van de Raad is, blijkens de overgelegde stukken, gelegen in de omstandigheid dat de minderjarige ernstig in zijn ontwikkeling en veiligheid wordt bedreigd. De minderjarige laat zelfbepalend gedrag zien en onttrekt zich aan het gezag van de ouders. Het lukt de ouders niet om overwicht te krijgen. De Raad acht het van groot belang dat de minderjarige geplaatst zal worden in een voorziening waarin hij kan werken aan zijn problematiek, omdat er bij de minderjarige geen sprake is van intrinsieke motivatie.
In aanvulling op het verzoek is ter terechtzitting namens de Raad naar voren gebracht dat de minderjarige veel hulp nodig heeft. Hiertoe is het noodzakelijk dat er systeemtherapie zal worden ingezet, zodat ook de ouders leren omgaan met de problematiek van de minderjarige. Hulpverlening in het vrijwillige kader is geprobeerd, maar dit is niet gelukt omdat de minderjarige niet mee wilde werken. Ondanks dat ouders goed meewerken is het verplichte kader noodzakelijk, zodat ook de minderjarige verplicht zal zijn om mee te werken aan de hulpverlening als hij hier geen zin meer in heeft.
De ouders hebben ingestemd met het verzochte, althans hebben zich niet tegen toewijzing daarvan verzet.

Beoordeling

De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor ondertoezichtstelling aanwezig zijn.
Voorts is de kinderrechter van oordeel dat de in artikel 1:261, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor een machtiging tot uithuisplaatsing aanwezig zijn. Daarbij overweegt de kinderrechter in het bijzonder dat er nog veel doelen zijn die de minderjarige moet halen. Hij zal geholpen moeten worden om deze doelen te behalen. Aangezien het thuis niet goed ging is het noodzakelijk om de ondertoezichtstelling te verlengen. De kinderrechter acht het van belang dat er zo spoedig mogelijk zal worden begonnen met de systeemtherapie, zodat de thuissituatie zodanig wordt ingericht dat de minderjarige zo op termijn weer naar huis kan. Ook verzoekt de kinderrechter WSJ te onderzoeken of het mogelijk is om de minderjarige dichter bij huis te plaatsen, zodat er makkelijker bezoek mogelijk is tussen de minderjarige en zijn ouders.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
stelt de minderjarige van 9 oktober 2014 tot 9 juli 2015 onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, zijnde een stichting zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg;3
en
machtigt de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een drie-milieu voorziening van 9 oktober 2014 tot 9 juli 2015, zijnde de duur van de ondertoezichtstelling, zulks ter effectuering van het aangehechte indicatiebesluit d.d. 31 juli 2014 en verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.G.J. Brink, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 oktober 2014 in tegenwoordigheid van C. van Oorschot als griffier.
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep worden ingesteld binnen
drie maandenna de dag van de uitspraak door indiening van een beroepschrift bij de griffie van het Gerechtshof Den Haag.
.