8.3Het oordeel van de rechtbank
Vorderingen[slachtoffer A.] en [slachtoffer B.]
De rechtbank acht de vorderingen tot een bedrag van € 450,--, als vergoeding ter zake van immateriële schade naar billijkheid toewijsbaar, nu is komen te staan dat de benadeelde partijen rechtstreeks schade hebben geleden als gevolg van het bewezen verklaarde feit.
De rechtbank zal de vorderingen voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaren.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met hun vorderingen hebben gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en de verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 450,--, ten behoeve van het slachtoffer genaamd[slachtoffer A.] en een bedrag groot € 450,--, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer B.].
De rechtbank zal voorts bepalen dat de verdachte tezamen met [medeverdachte A.] en [medeverdachte B.] voor betaling van het toegewezen bedrag hoofdelijk aansprakelijk is.
Vordering HEMA B.V.
De HEMA B.V. heeft een vordering benadeelde partij ingesteld en daarbij een bedrag van in totaal € 9.708,55 gevorderd. Dit bedrag is samengesteld uit een bedrag van € 14.430, 51 aan uit de kluis weggenomen geld, een bedrag van € 2.827,30 ter zake de kosten van arbeidsongeschiktheid van slachtoffer[slachtoffer A.] en een bedrag van € 1.881,25 ter zake kosten van therapie voor voornoemde [slachtoffer A.], minus de uitkering van de verzekering. Gebleken is dat de verzekering van de HEMA het uit de kluis weggenomen bedrag heeft vergoed, minus het eigen risico van € 5.000,--. De HEMA heeft aldus een bedrag van
€ 9.430,51 vergoed gekregen van de verzekering. Dit bedrag brengt de HEMA in mindering op haar vordering, zodat voornoemd bedrag van € 9.708,55 resteert. Dit bedrag wenst de HEMA te verhalen op de daders van de overval, waaronder de verdachte.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de posten “kosten van arbeidsongeschiktheid [slachtoffer A.]” en “kosten therapie [slachtoffer A.]”, de benadeelde partij niet‑ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de HEMA in zoverre niet zelf is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling wordt beschermd. De kosten van therapie en arbeidsongeschiktheid vloeien voort uit het geweld en de bedreiging met geweld jegens [slachtoffer A.], en niet jegens de HEMA.
Dit ligt anders voor wat betreft de uit de kluis weggenomen gelden. Dat een bedrag van
€ 14.430,51 uit de kluis is weggenomen is voor de HEMA een rechtstreeks uit het bewezen verklaarde feit voortvloeiende schade. De HEMA heeft van de verzekeraar een bedrag van
€ 9.430,51 uitgekeerd gekregen, en zelf het eigen risico ad € 5.000,-- gedragen. Dit laatste bedrag is daarmee het bedrag dat de HEMA nog als schade te vorderen heeft van de daders van de overval. De rechtbank zal de vordering van de HEMA tot een bedrag van € 5.000,-- toewijzen en voor het overige niet-ontvankelijk verklaren.
Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het hiervoor bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en verdachte voor dit feit zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 5.000,-.
De rechtbank zal voorts bepalen dat de verdachte, tezamen met [medeverdachte A.], [medeverdachte B.] en [medeverdachte C.] voor betaling van het toegewezen bedrag hoofdelijk aansprakelijk is.